Naar aanleiding van het onderzoek en de risico-analyse heeft het ministerie besloten om het advies van de RDW over te nemen. Voor het gebruik van afschermingen heeft het ministerie besloten dat:

– Het plaatsen van afschermingen in de lengterichting tussen de bestuurder en de bijrijder wordt verboden, vanwege de risico’s op het gebied van verkeersveiligheid.
– Het plaatsen van afschermingen in de breedterichting tussen de zitrijen is wel toegestaan, mits aan diverse veiligheidsvoorschriften wordt voldaan.

Die veiligheidsvoorschriften zijn:

– Een goede werking van veiligheidssystemen, zoals de veiligheidsgordels en airbags, mag niet worden gehinderd.
– Er mag geen sprake zijn van nadelige invloed op het zicht, door schittering, vertekend beeld, of gebrekkige ontwaseming.
– Het moet mogelijk blijven de auto snel te verlaten.
– Het materiaal van de afschermingen mag geen invloed hebben op lichamelijk letsel bij een aanrijding (bijvoorbeeld door versplintering van de afscherming; polycarbonaat of gelijkwaardig materiaal versplintert niet of zeer moeilijk).
– De afschermingen moeten deugdelijk bevestigd zijn en mag niet los op de zitplaats rusten, maar moet ook eenvoudig te verwijderen zijn.

De RDW heeft een aparte opdracht ontvangen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over de afschermingen in bussen. Hierover volgt eind juni een nader advies aan het ministerie. Tevens benadrukt de RDW dat het geen oordeel kan vormen over de mate van bescherming tegen het coronavirus. De RDW heeft in het advies alleen de voertuigveiligheid van de afschermingen beoordeeld.