De geschiedenis van Fiats grootste bestelbus gaat terug tot de 1100 T uit 1957, gebouwd op de technische basis van de 1100 personenauto. Hoewel dat model tot 1971 in productie bleef, werd al in 1965 het iets grotere opvolgende model 238 op de markt gebracht. Na een facelift bleef dat model op zijn beurt nog tot 1983 in de showroom staan. Ook nu wordt echter al ruim voor die tijd een iets grotere opvolger gepresenteerd.

De eerste Ducato
In 1974 introduceerden Citroën en Fiat samen namelijk een nieuwe bestelbus, respectievelijk de C35 en 242 genoemd. Fiat leverde de 242 tot 1987, Citroën bleef de bestelbus nog tot 1992 leveren. Ondertussen introduceerden beide merken in 1981 alvast de opvolger, respectievelijk de Ducato en C25. Deze keer waren ook Alfa Romeo, Peugeot en Talbot onderdeel van de samenwerking.

De eerste Jumper
In 1993 verscheen de tweede generatie Ducato en Citroën doopte de modellenlijn om tot Jumper. Talbot stopte te bestaan en Alfa Romeo verliet de bedrijfswagenmarkt, waarmee alleen Citroën in de samenwerking overbleef. De nieuwe bestelbus bleek net zo succesvol als de eerste generatie en bleef na een tussentijdse facelift tot en met 2006 in productie. In Brazilië liep het laatste exemplaar zelfs pas in 2018 van de band.

Naar Amerika
De derde en huidige generatie kwam in 2006 op de markt en heeft daarmee dus al een lange carrière achter de rug. Toch weet de grote bestelbus zijn weg naar de kopers nog altijd te vinden. In 2014 werd de bedrijfswagen tussentijds gefacelift. In 2013 kwam er toch weer een nieuw merk in de samenwerking bij: in Noord-Amerika wordt de bestelbus sindsdien geleverd als de Ram ProMaster.