Sommige merken staan mede bekend om hun kenmerkende motor. Denk maar aan Porsche met de zescilinder boxermotor, Subaru met de viercilinder boxer in combinatie met vierwielaandrijving of Mazda met de rotatiemotor. Ook Saab hoort in dit rijtje thuis, met de V4. De motor was onder meer te vinden in de Saab 96, die deze keer in de rubriek Gespot schittert.

De Saab V4

Hoewel Saab het meest bekend is geworden met de V4-motor, kwam het blok helemaal niet van henzelf. De V4 werd in 1967 aan het aanbod van de Saab 96 toegevoegd, maar werd ingekocht bij Ford. Dat leverde de motor al sinds 1962 in onder meer de Taunus, Consul, Capri en Transit. Naar die eerste auto werd het blok vernoemd: de motor staat bekend als de Taunus V4. Later groeide de Taunus V4 letterlijk uit tot de bekende Ford Cologne V6.

Zo kwam de V4 in de Saab 96 terecht

Ford had de V4 eigenlijk ontwikkeld voor een compact model voor de Amerikaanse markt, dat Cardinal zou gaan heten. Uiteindelijk liep alles anders. Project Cardinal werd de in 1962 geïntroduceerde Europese Ford Taunus 12M P4. De compacte auto voor Amerika werd de ongerelateerde Falcon.

Hoewel Ford de V4 dus ook wel in eigen modellen leverde, zocht het naar meer toepassingen voor het blok. Ford kocht een aantal Saab 96’s voor tests. Uiteindelijk werden de auto’s inclusief V4-motor weer terug verkocht aan Saab, dat er ook mee testte. Het gebruik van de V4 beviel bij beide partijen en zo was de Ford-motor vanaf 1967 ook in het aanbod van Saab te vinden.

De Taunus V4 was er in vier varianten: een 1,2-liter, een 1,3-liter, een 1,5-liter en een 1,7-liter. De vermogens varieerden van 29.8 kW (41 pk) voor de basis 1,2-liter tot 56 kW (76 pk) voor de krachtigste 1,7-liter. Saab gebruikte alleen de 1,5- en 1,7-litervarianten. Voor de autosportactiviteiten van Saab werd het blok opgevoerd, waarbij Saab liefst 179 kW (244 pk) uit de 1,7-liter wist te krijgen.

De Saab 96

De Saab 96 kwam in 1960 op de markt en was een doorontwikkeling van voorganger 93. De vroege exemplaren van de 96 zijn op het eerste gezicht zelfs identiek. De Saab 96 had echter een grotere achterruit, een veel praktischer bagageruimte en vele technische verbeteringen. In 1965 kreeg de Saab 96 een iets langere voorzijde, alvast in voorbereiding op ‘een nieuwe motor’. Dat werd dus de V4, die in 1967 aan het aanbod werd toegevoegd.

Tot die tijd werd de Saab 96 net als zijn voorganger aangedreven door een 795 of 841 cc driecilinder tweetaktmotor. De V4 was een welkome aanvulling. Niet alleen bood die motor betere prestaties, ook was het een viertaktmotor. De eigenaar hoefde dus geen mengsmering meer toe te passen. Saab had zo veel vertrouwen in de Taunus V4, dat het de eerste eigenaren een ‘levenslange garantie’ aanbood, voor een meerprijs van omgerekend naar huidige valuta ruim 400 euro. Prima deal, toch?

Met een aantal ‘facelifts’ bleef de Saab 96 tot en met 1980 in productie, inclusief de V4-motor. Toen was Ford al een aantal jaar gestopt met de motor te leveren voor zijn modellen. Met recht een succesvolle samenwerking dus.

Het gespotte exemplaar

De Saab 96 V4 die wij laatst tegenkwamen in een zonnig Huizen is een origineel Nederlands exemplaar uit 1972. Helaas zijn bij de RDW nauwelijks technische gegevens geregistreerd, dus weten we niet welke variant van de V4 hier onder de kap ligt. Leuk is het echter sowieso om anno 2023 weer eens een Saab 96 tegen te komen. De huidige eigenaar rijdt sinds 2010 met de auto rond en hij zorgt er zo te zien goed voor. De Saab staat er erg mooi bij. Een zanderig spinnenwebje aan de zijspiegel is letterlijk het enige smetje.