Review – 2023 Dodge Challenger SRT Hellcat
Uitgebreide ontmoeting met een automobiele ‘held’
Door Niels Janson. Autoliefhebber in hart en nieren. Heeft een brede interesse en houdt van bijna alle soorten auto's, ook in miniatuur. Heeft in het bijzonder een zwak voor oude Amerikanen en rijdt zelf met plezier in een Buick Regal uit 1994. |
Eindelijk is het zo ver. Ik zit achter het stuur van een Dodge Challenger. De tank is vol, de motor alvast opgewarmd. De eigenaar hoeft hem over een paar uur pas weer terug. Tijd om de startknop in te drukken.
Het schijnt dat je nooit je helden moet ontmoeten. Die heb je bij jezelf namelijk zo opgehemeld, dat de ontmoeting eigenlijk alleen nog een teleurstelling kan zijn, zo is de gedachte. Het zal wel, toch wil ik mijn automobiele held graag eens ontmoeten: de Dodge Challenger.
Toen Dodge in 2008 de nieuwe Challenger introduceerde, was het direct mijn favoriete muscle car. De klassieke lijnen van het origineel uit 1970 zijn op zeer geslaagde wijze vertaald naar de moderne tijd. Goede proporties, geen lijn teveel. Voor modeljaar 2015 onderging de Challenger een subtiele facelift. Vanbuiten zijn de verschillen klein, maar de auto zag er zo mogelijk nóg beter uit. Vanbinnen werden technische verbeteringen doorgevoerd en kreeg de Dodge een volledig nieuw dashboard, waarmee hij weer helemaal bij de tijd was. Kortom het lijnenspel en de beleving van een klassieke muscle car, maar met moderne technieken en bijbehorende gemakken aan boord. De Challenger was niet langer mijn favoriete muscle car, maar zelfs de leukste auto die je nieuw kon kopen.
Eindelijk is het zo ver
Al die jaren is het er nooit van gekomen om met een Challenger te rijden, tot nu. Het is niet de minste uitvoering waarmee ik kennis mag maken. Ik krijg de sleutel overhandigd van niets minder dan de Dodge Challenger SRT Hellcat. De rode sleutel. Daarmee beschik je over de volle 535 kW (717 pk). Er zit ook een zwarte sleutel bij, daarmee heb je ‘slechts’ 367 kW (500 pk) tot je beschikking. Handig voor de valet parking, of de minder ervaren bestuurder die je auto wil lenen. Al dat vermogen wordt immers op alleen de achterwielen overgebracht. In dit geval via een achttrapsautomaat. Een handgeschakelde zesbak behoort ook tot de mogelijkheden.
Geen brievenbus
Een goede zitpositie is snel gevonden. Vanwege de lage ruitpartij van de auto had ik verwacht dat je als door een brievenbus naar buiten zou turen, maar dat blijkt reuze mee te vallen. Wel zit je vrij ver van de voorkant van de auto en de zitpositie is toch nog relatief hoog ten opzichte van het dashboard. Of in ieder geval hoger dan verwacht. Beide went snel. Alles bij elkaar heb je niet het gevoel heel erg ingesloten te zitten, maar wel genoeg om je één te voelen met de auto.
Indrukwekkend en goedmoedig
De startknop kan worden ingedrukt. Met een grom komt de 6,2-liter V8 tot leven. Daarna klinkt een indrukwekkende, maar tegelijkertijd goedmoedige donkere roffel. Alsof de Challenger magische krachten heeft: na het starten opent het wolkendek zich en wordt het zowaar zonnig op de tot nu toe druilerige dag.
De testrit vindt plaats in Drenthe, waar je gelukkig nog veel afgelegen weggetjes hebt. Daar heb je de ruimte en ben je niemand tot last. Een leeg en recht stuk is snel gevonden. Eens kijken wat de Challenger in huis heeft. De rechter voet gaat naar beneden en de roffel zwelt aan tot een imposante brul, aangevuld met een gierende supercharger. Na enige wielspin op het nog vochtige wegdek schiet de Challenger zich met een indrukwekkend tempo richting de horizon.
Tussensprint met wielspin
Op papier moet de 100 km/u in 3,5 seconden zijn aan te tikken. In de praktijk vraagt het de nodige oefening om dat de halen, omdat er weinig voor nodig is om de achterwielen te laten doorslaan. Zelfs bij een tussensprint op vrijwel droog asfalt (bijna vol gas vanaf 60 km/u) spinnen de wielen nog even door. Maar maken die secondes nou echt uit? De acceleratie is hoe dan ook indrukwekkend, om over bijbehorende soundtrack nog maar te zwijgen. Iedere sprint is weer genieten.
Rijmodi Dodge Challenger
De Dodge Challenger biedt drie vooraf ingestelde rijmodi: Street, Sport en Track. In Street is alles vooral afgestemd op (relatief) comfort, in Track is alles afgestemd op topprestaties en Sport zit daar tussenin. In Track is de besturing het zwaarst, staat de automaat in zijn meest ‘agressieve’ stand en is het onderstel op zijn hardst. Dan voel je vrijwel iedere oneffenheid. Tenzij je op kinderkopjes rijdt is het niet oncomfortabel, wel wat stuiterig op minder goed wegdek. Een vierde rijmodus is Custom, waarmee je alles naar wens instelt. Voor nu zet ik alles op Track voor maximale prestaties, behalve de besturing (Sport) en het onderstel (Street). Dat biedt net wat meer comfort op de openbare weg.
Dodge Challenger is heerlijke cruiser
In Nederland heb je echter weinig gelegenheid om het volle potentieel van de Dodge Challenger SRT Hellcat aan te spreken. Dat is vandaag niet anders. Nog afgezien van wat er wel of niet is toegestaan: de wegen drogen snel op, maar er zijn nog genoeg verraderlijke vochtige stukken. Samen met de bomen direct langs de mooie landelijke wegen nodigt dat niet uit om de limiet op te zoeken. Gelukkig blijkt de Challenger ook een heerlijke cruiser.
Het geweldige geluid van de V8 zorgt ervoor dat zelfs filerijden leuk is. Eigenlijk klinkt hij ook op zijn best rond de 2.000 toeren: een donkere roffel met zelfs nog een beetje klassieke galm erin. Dat de Challenger is voorzien van een radio, is eigenlijk geheel overbodig. Ik laat me ontspannen door het mooie landschap rollen en waar het kan trek ik een sprintje. Dat blijft keer op keer indrukwekkend en vermakelijk. Zo kom ik de middag wel door.
Nog nooit zo veel duimpjes
Het is trouwens absoluut geen auto waarmee je anoniem door het verkeer gaat. De aandacht die je krijgt is wel zeer positief. Onderweg zijn er volop geïnteresseerde, goedkeurende, of zelfs bewonderende blikken. Niet eerder heb ik met een testauto zo veel opgestoken duimpjes ontvangen, laat staat tijdens één rit.
Echt geen teleurstellingen?
Heeft de ontmoeting met mijn automobiele held dan echt geen teleurstellingen gebracht? Een klein beetje dan, als je het zo wilt noemen. De stoel van de SRT Hellcat biedt goede ondersteuning, maar is wel wat hard. Op een langere rit ga je dat toch wel voelen. Dan is er het zicht rondom. Hoewel het zicht naar voren en opzij prima is, verdwijnen stoplichten al gauw achter de dakrand. Het zou handig zijn als Nederlandse stoplichten net als in Amerika aan de overkant van de kruising staan, in plaats van vlak boven je. Dan de dikke C-stijlen: ze zien er geweldig uit, maar zorgen samen met de hoofdsteun van de passagiersstoel voor een flinke dodehoek rechtsachter de auto. Ook is het op de achterbank wellicht wat claustrofobisch. Het laatste dan: het kostenplaatje, dat de Dodge Challenger helaas ver buiten mijn bereik houdt. Voor nu ben ik dit alles echter al snel weer vergeten.
Permanente glimlach
De paar uur die ik de Dodge Challenger tot mijn beschikking heb zijn veel te snel weer voorbij. Het feest was geweldig, iedere meter was genieten. Nog nooit heb ik met zoveel tegenzin de sleutels van een testauto weer ingeleverd. Sterker nog, als het budget het toeliet had ik ter plekke het koopcontract getekend. De ontmoeting met mijn automobiele held is geenszins tegengevallen. Naast de geweldige looks biedt de Challenger een rijbeleving die zorgt voor een permanente glimlach. Ondanks het potentieel voor indrukwekkende prestaties is het ook nog steeds een fijne cruiser, waarmee je net zo makkelijk je boodschappenritjes maakt.
Jammer, maar…
Eigenlijk is het feest zelfs dubbel voorbij. Niet alleen zit mijn geweldige rit erop, afgelopen december is ook de carrière van de Dodge Challenger zelf beëindigd. Je kunt hem nog even bestellen uit voorraad, maar dan is het echt klaar. De opvolger, de nieuwe Charger, is veelbelovend. Toch haalt die Charger het qua proporties en lijnen niet bij deze Challenger. Ik vraag mij ook af of de nieuwe Charger met zijn V6 of zelfs elektrische aandrijflijn zal kunnen tippen aan de beleving die de Challenger biedt. Wat dat betreft komt er echt een einde aan een tijdperk. Alsof het universum met mij mee rouwt: zodra de Dodge is geparkeerd, sluit het wolkendek zich weer en de dag eindigt net zo druilerig als hij begon.
Gelukkig zijn er dankzij een succesvolle, maar liefst vijftien jaar durende productieperiode nog meer dan genoeg occasions. Misschien valt een daarvan ooit nog eens binnen mijn budget. Een Dodge Challenger R/T, de meest ‘gewone’ uitvoering met V8 (i.p.v. V6), zou ook al geweldig zijn. Sterker nog, zonder Widebody Package en extra luchtinlaten oogt de Challenger het meest ‘clean’ en doet hij het origineel misschien nog wel het meeste eer aan. Maar voorlopig blijft het lekker bij dromen. Ondertussen doe ik het maar met een maatje kleiner.