Wist je dat: raceauto’s met een reservewiel
Tot in de jaren zeventig gold deze bizarre regel
Gisteren kon je lezen op AutoRAI.nl lezen over de Porsche 917; de legendarische raceauto van Porsche die de racewereld domineerde. Naast een gigantische twaalfcilinderboxermotor en uitgekiende aerodynamica had de 917 nog een bijzonder item; een reservewiel! Een eigenaardige regel uit het reglement van toen.
Ouderwetse regels
In de jaren vijftig en zestig ontwikkelde de autosport in rap tempo. Spoilers maakten hun intrede, de motor verdween achterin en de topsnelheid ging omhoog. Sommige regels bleven echter gewoon hetzelfde. Jarenlang moesten racewagens gewoon beschikken over een bagageruimte en reservewiel.
Altijd een reservewiel en bagagevak
Ja, je leest het goed. Het reglement schreef voor dat raceauto’s over een reservewiel en bagagevak moesten beschikken. In de vroege jaren van de autosport klonk dit logisch. De wegen waren vaak van slechte kwaliteit en het was niet ongewoon voor de coureur om tijdens de race een wiel te verwisselen. Maar op moderne circuits met glad asfalt was het nauwelijks nodig. Iemand die een raceauto met lekke band op de weg kon houden (heel knap in die tijd), viel uit of hobbelde rustig naar de pitstraat. Gek genoeg bleef de regel bestaan en naarmate de raceauto zich ontwikkelde, moesten teams er creatiever mee omspringen.
Alles voor de veiligheid
Een mooi voorbeeld is de McLaren M1A. Dit racemonster uit 1965 woog slechts 830 kilogram en heeft een Amerikaanse V8-motor met maximaal 550 pk! Het woord veiligheid kende ze nog niet in die tijd, maar wat misschien helpt bij een aanrijding is het reservewiel voor je neus. Ja, je leest (en ziet) het goed. Deze McLaren heeft het reservewiel onder de voorruit. Dat bewijst gelijk de onzin van deze regel; mocht je zo moedig zijn om een reservewiel te vervangen, dan moest je eerst de ruit zien te verwijderen. Of het reservewiel echt werkt voor de veiligheid, durf ik ook niet te garanderen.
De Porsche 917
Maar het kan nog sneller (en gekker); de Porsche 917 is een van de meest legendarische raceauto’s ter wereld. De 917 staat bekend om zijn dominantie, listige rijgedrag en bruut vermogen. In 1971 wist de Porsche 917 met Gijs van Lennep achter het stuur al 400 km/u te halen op het rechte stuk van Le Mans. Zoals misschien al verwacht, had zelfs deze raceauto een reservewiel. De Porsche-ingenieurs wisten een plekje tussen de achterlichten te persen voor het kleine reservewiel, net als bij de grote concurrent; de Ferrari 512. Wederom totaal onzinnig, maar het stond zo in het reglement.
Langzaamaan verdwenen
Medio jaren zeventig zagen ze bij de FIA eindelijk in dat een extra wiel totaal overbodig was. Een exact jaartal is niet te noemen dat de regel verdween. Met verbeterde aerodynamica, gewichtseisen en grote motoren, was er sowieso nauwelijks plek voor een extra wiel. Anno 2018 zou het al helemaal niet passen bij een moderne raceauto. Nee, deze gekke regel past prima bij de legendarische raceauto’s uit lang vervlogen tijden.