Het gespotte exemplaar

In Leiden zagen wij deze origineel Nederlandse Suzuki Alto uit 1983. Het autootje is nog maar sinds november bij de huidige eigenaar, wat doet vermoeden dat hij in handen is van een liefhebber. Wie anders koopt een bijna veertig jaar oud stadsautootje? Leuk dat er ook liefhebbers zijn die dit soort gebruiksauto’s rijdend houden, in plaats van alleen de geijkte oldtimers. Hoewel de regen eventuele doffe lak en verkleurde plastics kan verbloemen, staat dit specifieke exemplaar er op het oog ook nog eens erg netjes bij. Het interieur leek haast nog nieuw.

Toch zijn er blijkbaar nog heel wat Alto-liefhebbers in Nederland, want volgens het kentekenregister staan er toch nog ruim 200 Suzuki Alto’s van deze eerste generatie op Nederlands kenteken. Tot onze verbazing eigenlijk, want het was ondertussen alweer lang geleden dat we er een ‘in het wild’ tegenkwamen. Dat terwijl een Alto ook nog zo’n typische gebruiksauto is die niet snel de moeite waard wordt gevonden om voor het nageslacht te bewaren. Des te leuker dat er blijkbaar toch nog zo veel hebben overleefd.

De eerste Suzuki Alto

De Suzuki Alto kwam in 1979 op de markt als drie- en vijfdeurs hatchback en was in veel landen gelijk een hit. Ook hier in Nederland. Het autootje bood namelijk degelijk en tegelijkertijd zeer betaalbaar vervoer. In 1981 was de Alto bijvoorbeeld al leverbaar vanaf 4.537 euro (Nederlandse prijzen van de eerste jaren hebben we niet gevonden). In Japan kostte het autootje omgerekend zelfs maar zo’n 2.000 euro, al was de basisversie daar zo mogelijk nog een stuk kaler dan bij ons. Het is hoe dan ook een wereld van verschil met wat je tegenwoordig minimaal voor een gloednieuwe auto moet betalen…

Wel of geen Suzuki Alto?

Wist je dat de auto’s die wij kennen als Suzuki Alto, eigenlijk helemaal geen Suzuki Alto’s zijn? Deze eerste generatie is bijvoorbeeld eigenlijk een Suzuki Fronte. Dat is een lijn met kei cars, die zijn oorsprong heeft in 1962. De Fronte werd in Japan ook geleverd in extra kale besteluitvoering. Dat model werd Alto genoemd. Hoewel het een besteluitvoering was, beschikte hij nog steeds over zijruiten en een (inklapbare) achterbank. Voor de exportmarkten werd de Fronte ongeacht de uitvoering Alto genoemd. Vandaar.

Voor de tweede generatie, die in 1984 verscheen, gold hetzelfde. Wel waren er nu in Japan al meer uitrustingsniveaus die de naam Alto droegen. In de vorm van de Suzuki Alto Turbo en Alto Works RS-R waren er zelfs sportuitvoeringen!

Geen Suzuki Alto voor Europa. Of toch wel?

Vanaf de derde generatie ging het anders. Ten eerste bleek de naam Alto veel populairder dan Fronte, waardoor alle uitvoeringen voortaan Alto heetten. Bovendien was de Alto voortaan alleen nog leverbaar in Japan (al hadden wij in Europa wel nog rebadgevariant Daewoo Tico). Buiten Japan ontstond namelijk behoefte aan stadsauto’s die net even groter waren dan kei cars.

Daarom werd voor exportmarkten niet langer de Japanse Suzuki Alto gebruikt, maar de Indiase Maruti Suzuki Zen. In 2000 werd dat model opgevolgd door de Maruti Suzuki Alto. De voor ons bekende Suzuki Alto’s van de derde generatie en daarna, zijn dus geen Japanse, maar Indiase Suzuki’s. Bij sommige modelgeneraties leek de Indiase Alto wel sterk op de Japanse, maar was de Indiase net wat groter.

Buiten Japan werd de Suzuki Alto opgevolgd door de Celerio, eigenlijk ook een Indiaas model. In Japan gaat de Alto-modellijn gewoon door, met in 2021 de introductie van de huidige generatie. In dit artikel gaan we nog wat dieper in op de verschillende generaties van de Suzuki Alto.