Veilig in de bergen rijden – 5 tips
Voorkom dat je strandt in de bergen
Tijdens de zomer- en wintervakantie trekken Nederlanders massaal naar bergachtige bestemmingen. Rijden in de bergen vergt een andere rijstijl dan je in Nederland gewend bent. In dit artikel geven we tips die ervoor zorgen dat jij niet met een weggebrande koppeling of andere oververhitte onderdelen langs een bergweg stil komt te staan.
Niet te vroeg opschakelen
Tegenwoordig krijg je tijdens rijlessen te horen dat je zo snel mogelijk moet opschakelen. Rond de 1.500 en 2.000 toeren bij een dieselmotor en tussen de 2.000 en 2.500 toeren bij benzinemotoren. Zo verbruik je minder brandstof. Dat is lekker duurzaam en bovendien goed voor je portemonnee Tijdens het rijden in de bergen mag je deze regel even vergeten.
1. Rijden in de bergen
In de bergen is het juist van groot belang om met een iets hoger toerental te rijden. Op deze manier wordt de motor minder belast dan met lage toeren en kun je tegelijkertijd makkelijk versnellen. Je fietst ook niet een berg op in een hoge versnelling. Dan val je al snel stil, omdat je niet genoeg kracht kunt zetten. Vuistregel is, dat je bij vol gas de auto makkelijk moet kunnen laten versnellen. Vertraag je? Dan is het tijd om terug te schakelen. Wat je absoluut nooit moet doen tijdens het afdalen, is de auto in z’n vrij zetten. Dat is levensgevaarlijk, want je hebt dan geen enkele controle over je voertuig meer.
2. Voorkom slippende koppeling (in de file)
Bij het vanuit stilstand optrekken op een helling, is het belangrijk om de koppeling niet te laten slippen. Bij het laten slippen van de koppeling slijt deze snel. Dat is uiteraard zonde en bovendien brengt dit een vieze geur met zich mee. Een belangrijke tip is dan ook, om het zogenaamde ‘slipmoment’ zo kort mogelijk te houden.
Bij het filerijden in de bergen is het ook belangrijk om niet de hele tijd kleine stukjes vooruit te gaan, maar juist de afstand op je voorligger iets groter te laten. Anders krijgt je koppeling voortdurend op zijn falie. Door wat ruimte te laten vallen, kun je het gat in een keer overbruggen en hoef je de koppeling maar een keer te laten opkomen.
Meer informatie over een slippende koppeling? Lees dan dit artikel.
3. Met een automaat in de bergen
Voor mensen die met een automaat de bergen ingaan zijn er ook een aantal belangrijke adviezen. Net als met een handgeschakelde versnellingsbak, is het belangrijk dat je zelf je toeren kunt bepalen. Op deze manier ontlast je de auto en kom je makkelijker de berg op. Zet de automaat in de bergen in handmatige bediening en schakel vroegtijdig terug.
4. Bergaf: tips om de remmen te ontzien
Ook bij het bergaf gaan met de auto is het belangrijk om dat met relatief hoge toeren te doen. Op deze manier remt de auto af op de motor en slijten je remmen minder snel. Als je lange tijd de remmen moet gebruiken tijdens het afdalen, slijten deze niet alleen snel maar ze kunnen zelfs oververhit raken. Als je de remmen toch écht moet gebruiken, dan kun je beter af en toe hard remmen, waardoor je veel snelheid verliest en de remmen tussendoor eventjes kunnen afkoelen.
5. Regeneratief remmen
Bij elektrische en hybrideauto’s is het slim om de regeneratiestand tijdens het afdalen op z’n sterkst te zetten. Zo rem je meer af, slijten je remmen minder en genereer je een hoop stroom. Tijdens een lange afdaling kun je tientallen kilometers actieradius terugwinnen als je afremt op de elektromotor. Let op: staat je hotel bovenop een berg en staat de volgende dag een lange afdaling op de planning? Dan moet je tijdens je overnachting niet je accu van je elektrische auto helemaal opladen. Anders kan de auto niet regeneratief remmen als je de berg af rijdt. Je kunt natuurlijk geen energie opslaan in een accupakket dat al helemaal vol zit. Laat 10 tot 20 procent ruimte over in het accupakket als je eerste stuk van je reis bergafwaarts is.
Lees ook: