Coronacrisis heeft ingrijpende gevolgen voor onze mobiliteit
Ruim een kwart gaat vaker thuiswerken
De coronacrisis heeft ingrijpende gevolgen voor onze mobiliteit en leefomgeving. Dat concludeert RAI Vereniging voorzitter Steven van Eijck naar aanleiding van een reizigersonderzoek door Maurice de Hond.
Individueel vervoer
Volgens Van Eijck bevestigt het onderzoek enerzijds dat mensen momenteel massaal thuiswerken en dat een deel dit in de toekomst ook blijft doen. In potentie levert dit een besparing op van ruim 0,4 megaton CO2 per jaar en 10 procent minder autoverkeer. Anderzijds wijst het onderzoek uit dat er een groeiende behoefte is aan meer individueel vervoer, zoals de auto, motor en fiets. Volgens Van Eijck moeten we leren van de crisis en vol blijven inzetten op de ontwikkeling van een meer flexibel en duurzaam mobiliteitsbeleid.
Reis- en thuiswerkgedrag
“De coronacrisis heeft ons straatbeeld in korte tijd compleet veranderd. In welke mate dit ook zo blijft, is de vraag”, stelt Van Eijck. RAI Vereniging heeft daarom een onderzoek laten uitvoeren naar het reis- en thuiswerkgedrag van reizigers. “Wij constateren twee belangrijke ontwikkelingen. Mensen gaan vaker thuis werken en reizigers hebben meer behoefte aan individueel vervoer. Deze uitkomsten sluiten volgens Van Eijck aan bij het recent verschenen onderzoek van het Kennisinstituut Mobiliteit dat ook concludeert dat mobiliteit en werksituatie mogelijk blijvend veranderen.
Ruim een kwart gaat vaker thuiswerken
Als gevolg van de coronacrisis hebben veel mensen het reisgedrag drastisch veranderd. Sinds de coronacrisis werkt 56 procent van de respondenten thuis (was 6 procent) en voor 38 procenten van de ondervraagden is niets veranderd. Bij een verdere versoepeling van de lockdownmaatregelen, blijft 26 procent van alle respondenten in de toekomst ook vaker thuiswerken. “Het aandeel thuiswerkers groeit van 6 naar 26 procent. Dat is goed nieuws, te meer omdat een belangrijk deel van deze groep automobilisten zijn. Een kwart van alle automobilisten blijft vaker thuiswerken, waardoor de filedruk mogelijk blijvend afneemt. Als deze groep automobilisten 2 dagen per week thuiswerkt, hebben we 10 procent minder verkeer op de weg per week. Niet alleen voldoende om een groot deel van de files op te lossen, maar levert ook een potentiele besparing van ruim 0,4 megaton CO2 per jaar.”
Meer behoefte aan individueel vervoer
Volgens Van Eijck zien we niet alleen dat mensen meer gaan thuiswerken, maar ontstaat er ook een verschuiving tussen vervoersmiddelen. Van de OV-gebruikers geeft 20 procent aan bij verdere versoepeling van de lockdownmaatregelen geen gebruik meer te gaan maken van het OV en 28 procent van de OV-reizigers is nog onzeker. Ruim de helft (52 procent) van alle OV- reizigers blijft dit in de nabije toekomst ook doen. De OV-overstapper kiest in de toekomst vooral voor de auto (63 procent), 18 procent kiest voor de fiets, 1 procent kiest in de nabije toekomst voor de motor en 15 procent is hier nog niet uit. Van Eijck acht de verschuiving naar de auto onwenselijk. “We moeten voorkomen dat OV-reizigers straks massaal de auto instappen en wij alsnog met z’n allen in de file blijven staan.”
Meer ruimte en flexibiliteit voor de reiziger
De coronacrisis heeft in zeer korte tijd de meerwaarde van flexibilisering van onderwijs en werk op de mobiliteit en onze leefomgeving aangetoond. De files zijn nagenoeg verdwenen en de uitstoot van schadelijke stoffen en CO2 is flink teruggelopen. In feite krijgen we een blik op onze toekomst op moment dat een groot deel van onze mobiliteit geen uitstoot meer heeft. Van Eijck: “Dit smaakt naar meer en we moeten nu het moment grijpen om ons mobiliteitssysteem verder te flexibiliseren en te vergroenen. Dat betekent onder meer blijven inzetten op stimuleren van thuiswerken en elektrificatie. Ook moeten OV partijen maximaal de ruimte krijgen voor oplossingen om zoveel mogelijk OV reizigers veilig en comfortabel te vervoeren.”
Op de lange termijn moet de flexibilisering en vergroening worden ondersteund door investeringen in de aanpak van knelpunten in onze infrastructuur, aanleg van vervoershubs, Mobility as a Service (MaaS) en invoering van een systeem van betalen naar gebruik. Extra aandacht voor tweewielers, zoals de fiets, scooter of motor is daarbij van belang zodat ook deze groep meer ruimte krijgt.