Column – Milieuzones zijn nadelige symboolpolitiek
Waar blijft het protest?
Door Niels Janson. Autoliefhebber in hart en nieren. Heeft een brede interesse en houdt van bijna alle soorten auto's, ook in miniatuur. Heeft in het bijzonder een zwak voor oude Amerikanen en rijdt zelf met plezier in een Buick Regal uit 1994. |
Recent kondigde de gemeente Amsterdam op haar website aan in 2030 een zero-emissiezone te willen invoeren binnen de A10. Is het niet zorgelijk dat zo’n ‘belangrijke stad’ dergelijke vergaande symboolpolitiek overweegt?
Laten we beginnen met een geruststelling. De gemeente Amsterdam kan een dergelijke zero-emissiezone niet zomaar invoeren. Milieuzones zijn sinds 2020 een landelijke regeling. Gelukkig maar, want er begon al een chaos aan verschillende milieuzones te ontstaan. Gemeentes kunnen nu kiezen tussen twee varianten. Ook bij de strengste variant geldt de milieuzone alleen voor diesels (en brommers). Eigenaren van een benzineauto hoeven zich voorlopig geen zorgen te maken. In 2025 worden de regels iets aangescherpt. Vanaf dat jaar mogen gemeentes een zero-emissiezone invoeren voor bedrijfswagens.
Symboolpolitiek
Op het eerste gezicht klinkt een milieuzone als iets goeds. Je weert vervuilende voertuigen en de lucht in de stad wordt mooi schoon. In het echte leven werkt het alleen niet zo. In de praktijk zijn milieuzones vooral symboolpolitiek. Het verkeer is namelijk lang niet het enige dat de luchtkwaliteit in een stad bepaalt. Sterker nog, veel andere factoren zijn veel bepalender.
Hoe zit het met andere uitstoot?
Verbiedt Amsterdam in 2030 dan bijvoorbeeld ook de uitstoot van Schiphol, van de haven- en industriegebieden van de stad, van houtkachels, enzovoort? Of blijft het bij een kortzichtig anti-autobeleid zonder feitelijke onderbouwing? Vorig jaar bleek uit onderzoek dat één boot met draaiende motor in de haven al net zo veel uitstoot als in dezelfde tijd 31.000 vrachtwagens tegelijk op de A10 laten rondrijden. Daarbij ging het om een cruiseschip van gemiddelde omvang, vergelijkbaar met vrachtschepen zoals die af en aan varen. Verder blijkt dat zelfs een afremmende fietser met zijn remblokken al meer fijnstof veroorzaakt dan een moderne dieselmotor.
Geldt voor alle steden
Nu is Amsterdam even de aanleiding en het voorbeeld, maar op deze manier geldt in principe voor alle steden dat zelfs binnen de bebouwde kom het wegverkeer lang niet de grootste rol speelt in de luchtverontreiniging. Het is iets te toevallig dat steden die een milieuzone nodig achten, ook een vliegveld, haven- en/of industriegebied hebben of daarbij in de buurt liggen. Ik heb trouwens ook het idee dat de luchtkwaliteit sowieso al wel heel snel ‘slecht’ wordt genoemd, maar dat dan even terzijde.
Verkeer is niet de grootste vervuiler
‘De auto’ wordt vaak weggezet als een grote vervuiler, terwijl dat in de praktijk wel meevalt. Een voorbeeld aan de hand van fijnstof, de belangrijkste vorm van uitstoot voor milieuzonebeleid. In het algemeen is ‘verkeer en vervoer’ verantwoordelijk voor een kleine derde van de fijnstofuitstoot in Nederland. Van die kleine derde komt 39%, slechts zo’n 10% van het totaal, van het wegverkeer. Het aandeel van specifiek personenauto’s is dus nog eens kleiner. Aangezien lucht nooit op één plek blijft, zeker niet in Nederland waar het vaak flink waait, zijn die verhoudingen in de stad niet veel anders. Daar komt nog bij dat de uitstoot van bijna alle schadelijke stoffen door het verkeer de afgelopen jaren toch al flink afneemt, ondanks de groei van het wagenpark. Bron voor deze alinea: CBS.
Milieuzone steeds zinlozer
Naarmate het aandeel elektrisch aangedreven voertuigen in het verkeer toeneemt, wordt het invoeren van milieuzones alleen maar zinlozer. Als het verkeer nu al beperkt bijdraagt aan een mindere luchtkwaliteit, dan is dat straks met een groter aandeel elektrische voertuigen alleen maar nog minder. De invloed van de overgebleven brandstofvoertuigen maakt dan echt niet veel meer uit.
Tweetakt en roetwolken
Maatregelen tegen walmende tweetaktbrommers en van die diesels waar je de roetwolken uit ziet komen begrijp ik nog wel. Dat zijn ook de enige voertuigen waar je direct last van hebt als ze langsrijden. Voor de rest zijn milieuzones vooral symboolpolitiek waar veel meer mensen mee worden benadeeld dan er voordeel van hebben.
Meer nadeel dan voordeel
Duizenden (zo niet meer) voertuigeigenaren dwing je namelijk tot de aanschaf van een nieuwer en (dus) duurder voertuig. Om nog maar te zwijgen over hoe verspillend het is om massaal prima functionerende voertuigen te vervangen. Dan is er ook nog de emotionele band die zelfs veel niet-autoliefhebbers met hun auto hebben. Dat terwijl niemand iets zal merken van een verbeterde luchtkwaliteit. ‘Dan rij je toch gewoon niet de stad in’ is in deze geen argument. Als je op bezoek komt dan kan een P+R aan de rand van de stad een prima oplossing zijn, maar in de stad wonen ook mensen.
Geen bezwaar tegen elektrisch
Voor alle duidelijkheid: ik heb niets tegen elektrisch rijden. Sterker nog, inmiddels zijn er genoeg elektrische auto’s die echt leuk zijn en die ik ‘zelfs’ als autoliefhebber best zou willen hebben (als ze betaalbaarder waren). Ook heb ik niets tegen promotie voor elektrisch rijden. Waar ik wel allergisch voor ben, is het vaak irrationele anti-brandstofsentiment dat om elektrisch rijden heen hangt. Zeker als dat zich ook nog vertaalt in kortzichtig anti-brandstofbeleid zoals milieuzones.
(Geen) protest?
Eigenlijk hoop ik dat ik u in deze column niets nieuws heb verteld. Het gebrek aan protesten tegen milieuzones doet echter vermoeden dat veel te weinig mensen inzien hoe krom en onnodig beperkend dergelijke regelingen zijn. Ik hoop dat deze column mensen wakker maakt en er eens wordt opgestaan tegen de zoveelste symboolpolitiek in het nadeel van de automobilist.