Bandenspanning, alles wat je moet weten
Banden van auto, scooter, motorfiets, caravan en aanhanger
De banden zijn het enige contact van je auto met de weg. Het is belangrijk om je banden op de juiste spanning te houden. Een verkeerde bandenspanning zorgt voor een langere remweg, minder grip op het asfalt, een minder goede wegligging, snellere slijtage en een hoger brandstofverbruik. Maar vergeet ook de banden van je andere vervoermiddelen niet.
Bandenspanning auto
Van meer dan de helft van de auto’s in Nederland is de bandenspanning te laag. Kwalijk, want bij elk tankstation kun je je bandenspanning controleren en je banden op spanning brengen. Je vindt de juiste bandenspanning voor jouw auto op een lijst die bij de bandenpompzuil hangt. Maar die is ook vermeld op een sticker op de B-stijl in de deuropening aan bestuurderszijde of aan de binnenkant van het tankklepje. Natuurlijk is de juiste spanning ook vermeld in het instructieboekje van de auto. Dus als je de auto voltankt, contoleer dan ook de bandenspanning – minimaal elke twee maanden, als de banden koud zijn.
Bandenspanning scooter
Ook voor scooters is de juiste bandenspanning belangrijk. Die is globaal 2,0-2,1 bar voor en 2,4-2,5 bar achter. De ideale spanning verschilt per scooter en is te vinden in het instructieboekje bij de scooter en op de zijkant van de band.
Een te lage bandenspanning heeft voor scooters dezelfde nadelen en risico’s als voor auto’s: minder stabiliteit, minder grip, minder veilig, langere remweg, meer slijtage en meer verbruik. Controleer dus je bandenspanning elke maand, niet alleen als je veel rijdt, maar ook als je weinig rijdt.
Tekst gaat verder onder de foto
Bandenspanning motor
Wat voor auto- en scooterbanden geldt, geldt natuurlijk ook voor de banden van je motorfiets. Standaard wordt voor motoren een hogere bandenspanning geadviseerd dan voor scooters: 2,0-2,5 bar voor en 2,8-2,9 bar achter, maar de exacte waarden vind je in het instructieboekje. De bandenspanning voor je motor kun je het beste elke twee weken controleren, want motorfietsbanden worden natuurlijk zwaarder belast dan scooterbanden.
Bandenspanning caravan
Ook de banden van je caravan moeten op spanning zijn. Juist omdat je de caravan maar een paar keer per jaar uit de stalling haalt en er dan grote afstanden op snelheid mee rijdt. Door een te lage bandenspanning kunnen de banden beschadigen of zelfs klappen. De juiste bandenspanning verbetert de stabiliteit van de caravan op de weg. Vergeet niet om de bandenspanning nog eens met 0,3 bar te verhogen voordat je de caravan weer stalt. Banden verliezen immers altijd langzaam hun spanning.
Bandenspanning aanhanger
Aanhangers hebben vaak kleinere wielen en banden – 13 inch en kleiner – en omdat de belasting van de banden vaak hoger is dan die van autobanden, is de juiste bandenspanning ook hoger. De spanning voor de kleine banden ligt vaak tussen 5,0 en 6,0 bar, voor de grotere banden is die vaak de helft hoger dan die van een normale autoband.
Tekst gaat verder onder de foto
Bandenspanning op kenteken
De juiste bandenspanning staat niet vermeld op je kentekenbewijs. Nee, die vind je op de lijst bij de pomp, op een sticker op de B-stijl of in het tankklepje en gewoon in het instructieboekje. Als je het daar allemaal niet kunt vinden, kun je je kenteken invoeren op bijvoorbeeld de website watismijnbandenspanning.nl. Vervolgens kies je jouw bandenmaat en de juiste spanning komt tevoorschijn.
Bandenspanning winterbanden
De juiste bandenspanning voor winterbanden is gelijk aan die voor zomerbanden. Hou er rekening mee dat je de bandenspanning van winterbanden beter met 0,2 bar kunt verhogen als de buitentemperatuur boven de 7 oC is opgelopen. Hetzelfde geldt overigens voor vierseizoenenbanden.
Bandenspanning: lampje
Sinds 2014 zijn alle nieuwe auto’s voorzien van een bandenspanningscontrolesysteem. Een lampje in het instrumentenpaneel – een gele dwarsdoorsnede van een band met een uitroepteken erin, op een zwarte achtergrond – waarschuwt als de spanning in (een of meer) banden te laag is. Controleer dan je banden en ga zo nodig naar de garage.
Maximale bandenspanning
Als je je banden zwaarder dan gewoonlijk gaat belasten (extra bagage of lading), dan kun je de bandenspanning incidenteel iets verhogen. Maar dat kun je niet onbeperkt doen. De maximale bandenspanning staat aangegeven op de zijkant van de band, uitgedrukt in PSI of KPA. Wij spreken echter meestal van bar. 1 bar = 14,5 PSI (of KPA) en 100 PSI (KPA) is 6,9 bar.
De maximale bandenspanning geldt voor een koude band. Als de band warm is, loopt de spanning nog met zo’n 0,3 bar op. Houd daarmee dus rekening als je de band oppompt, zodat je onderweg de limiet niet overschrijdt. Let op: als je met te hoge bandenspanning rijdt, functioneert de band niet optimaal en bovendien slijt het midden van het loopvlak sneller.
Bandenspanning: meten en meter
Je kunt de spanning van je banden het beste meten als ze nog koud zijn, dus als je nog weinig hebt gereden. De druk van de band loopt met zo’n 0,3 bar op naarmate je meer rijdt en de banden warmer zijn. Meet de bandenspanning dus direct na vertrek bij het dichtstbijzijnde tankstation, of thuis voor vertrek als je over een bandenspanningsmeter beschikt. Op internet worden tal van meters aangeboden – niet alleen door de ANWB, maar ook Bol.com, Coolblue, Conrad, Manutan, Toolstation etc.