Auto’s van Toen: Triumph Acclaim
Verstandshuwelijk British Leyland met Honda leverde vrijwel direct een prima auto op, maar vooral hogere kwaliteit
Door Paul Spek. Als (model)autoliefhebber schrijft hij wekelijks de rubrieken AutoRAI in Miniatuur en Auto’s van Toen. Rijdt een smart citycoupé en een Ford Streetka. |
De Triumph Acclaim was de auto die het immer noodlijdende British Leyland begin jaren tachtig op de been hield. De onopvallende Britse Japanner was superieur aan de andere middenklassers van het concern. Hij doet zijn naam – ‘acclaim’ betekent roem, toejuiching – echter geen eer aan. Wie kent de Triumph Acclaim nog?
Hoge nood
Eind jaren zeventig had British Leyland snel een nieuw model in de middenklasse nodig. Het modellengamma was verouderd – denk aan ‘iconen’ als de Austin Allegro, de Austin Maxi en de Morris Ital – en de sportieve Triumph Dolomite moest vervangen worden. Het concern had echter noch de middelen, noch de tijd om een nieuw model te ontwikkelen.
“Het gamma van British Leyland was verouderd en het concern had noch de middelen, noch de tijd om een nieuw model te ontwikkelen”
Samenwerking
Het management van British Leyland zocht daarom samenwerking met een andere fabrikant, eerst met Chrysler UK en vervolgens met Renault. Toen daar niets uitkwam, legde British Leyland eind 1978 contact met Honda. Honda was destijds al een innovatieve autofabrikant en ongeveer even groot als British Leyland.
Honda-kloon
De partijen kwamen vlot overeen dat British Leyland de nieuwe Honda Ballade – een vierdeurs Civic van de tweede generatie, voorzien van een kontje – in Engeland vrijwel ongewijzigd in productie zou nemen. British Leyland zou de auto in Groot-Brittannië en Europa aanbieden als Triumph Acclaim en Honda zou zijn Ballade niet naar Europa exporteren. De deal werd eind 1979 getekend.
“British Leyland zou de auto aanbieden als Triumph Acclaim en Honda zou zijn tweelingbroer Ballade niet naar Europa exporteren”
Hooggespannen verwachtingen
British Leyland had hoge verwachtingen voor de Triumph Acclaim. De auto was immers veel moderner en verfijnder dan de andere modellen van het concern – een premium model zeggen we nu. Men verwachtte – hoopte – dat niet alleen eigenaren van de Ital, de Allegro en de Maxi zouden overstappen naar de Acclaim, maar ook berijders van de Triumph Dolomite.
“De Britten zetten hun eigenwijsheid aan de kant en leerden van de Japanners. Ze pasten die kennis ook toe op de andere nieuwe modellen die het concern nog ontwikkelde”
Honda met andere naam
De Triumph Acclaim week niet wezenlijk af van de Ballade – eigenlijk had ie alleen een andere naam. De Triumph was technisch 100 procent een Honda Civic/Ballade, met een lichtmetalen 1.335 cm3-motor met een bovenliggende nokkenas en onafhankelijke wielophanging rondom. Alleen het interieur was wat meer afgestemd op de Europese smaak. Puntje van kritiek was de geringe interieurruimte. Daarom monteerde British Leyland stoelframes die iets kleiner waren, om wat meer interieurruimte te creëren. De stoelen boden overigens prima zitcomfort.
“De Triumph Acclaim was veel moderner en verfijnder dan bijvoorbeeld de Morris Ital van destijds – een premium model zeggen we nu”
2.000 banen
Opvallend was de manier waarop de door de vakbonden gedomineerde productiewerknemers op de auto reageerden. De in de jaren zeventig sterk opgekomen Japanse automerken werden immers gezien als een bedreiging voor de Europese fabrikanten, maar – mede in de wetenschap dat productie van de import-Japanner alleen al in de fabriek in Longbridge zo’n tweeduizend banen zou veiligstellen – ging de Acclaim zonder protesten of problemen in productie.
Duurzaam
De Triumph Acclaim werd nogal koeltjes ontvangen: potentiële kopers zagen de auto als een kleine middenklasser als vele andere. Maar de pers was wel enthousiast, vooral over de bouwkwaliteit – ongekend naar Britse maatstaven. En de Acclaim bleek duurzaam, zowel de techniek als de carrosserie weerstond de tand des tijds – anders dan de andere modellen van British Leyland.
“De door de vakbonden gedomineerde werknemers van British Leyland namen de Acclaim zonder protesten of problemen in productie – hij was immers goed voor zo’n tweeduizend banen”
Japanse productiemethoden
Dat was te danken aan het feit dat British Leyland voor de Acclaim de productiemethoden van Honda had overgenomen. Dat bleek nog het grootste voordeel van de deal: de Britten zetten hun behoudende eigenwijsheid aan de kant en leerden van de Japanners. Ze pasten die kennis ook toe op de andere nieuwe modellen die het concern nog zou ontwikkelen.
Via BMW naar het einde
De vruchtbare samenwerking van British Leyland – ondertussen eerst Austin Rover en uiteindelijk Rover Group genoemd – en Honda leverde nog meer prima auto’s op. Totdat in 1994 de toenmalige eigenaar British Aerospace het autoconcern verkocht aan BMW, die de samenwerking beëindigde. Niet lang daarna ging de voorheen roemruchte autofabrikant stuiptrekkend ten onder.
“De Acclaim bleek duurzaam, zowel de techniek als de carrosserie weerstond de tand des tijds – anders dan de andere modellen van British Leyland”