Auto’s van Toen: Riley Elf en Wolseley Hornet
Pretentieuze Mini
Door Paul Spek. Als (model)autoliefhebber schrijft hij wekelijks de rubrieken AutoRAI in Miniatuur en Auto’s van Toen. Rijdt een smart citycoupé en een Ford Streetka. |
De spartaanse Mini werd in de jaren zestig enorm populair. Autoconcern BMC zag mogelijkheden om het model nog verder uit te melken en presenteerde twee luxueuze versies, mét een kontje: de Riley Elf en de Wolseley Hornet.
Grandeur
Ze ogen zo vertederend, deze kleine autootjes die zich presenteren met de grandeur van een luxueuze sedan. Met een fraaie driedelige grille en verchroomde lijstjes langs allerlei plooien in de carrosserie en grote wieldoppen. En natuurlijk een luxueus ingericht interieur, met mooie stofjes en houten lijstjes.
“De Riley Elf en Wolseley Hornet presenteren zich met de grandeur van een luxueuze sedan”
Suez-crisis
Bij de start van de ontwikkeling van de Mini speelde de Suez-crisis een rol. Olie en brandstof werden schaars en duur en bubble cars en scootmobielen bepaalden het straatbeeld. Autofabrikanten hadden te kampen met sterk afgenomen verkopen. Ook de British Motor Corporation (BMC) en alle merken die daartoe behoorden – Austin, Morris, MG, Riley en Wolseley – hadden het zwaar.
Alec Issigonis
Gelukkig kwam Alec Issigonis, de eigenzinnige designer die eerder al voor Morris had gewerkt, terug. Hij ontwikkelde een zeer kleine, maar volwaardige auto met voorwielaandrijving: de Mini. Dat werd een groot succes – over de Mini Cooper hebben we het hier al gehad, dus die laten we rusten.
“Riley en Wolseley waren op luxe gerichte merken die in de barre beginjaren zestig een klein model nodig hadden”
Kleintje
Kort na het verschijnen van de Cooper kwam BMC ook met de Riley Elf en de Wolseley Hornet. De Mini Cooper was sportief, de Riley en de Wolseley waren meer op luxe gericht. Riley was van oudsher een sportief, upmarket automerk en het miste in de barre beginjaren zestig een klein model. En Wolseley had als fabrikant van luxueuze modellen in deze periode óók behoefte aan een kleintje.
Onderscheidendere versie nodig
Het kwam er dus op neer dat bijna alle merken van BMC hun eigen versie van de Mini wilden, ook omdat die nog allemaal door aparte dealerorganisaties werden vertegenwoordigd. De Mini was er dus al als Austin Seven en Morris Mini Minor, maar een model voor Riley en Wolseley moest onderscheidender zijn.
“De Wolseley had zelfs een verlicht logo in de grille”
Een echte kont
Op 12 oktober 1961 lanceerde BMC de Riley Elf en de Wolseley Hornet. Het waren Mini’s met een deel van de sportievere Cooper-techniek en een echte kont met aparte kofferdeksel – een bijna conventioneel model dus. Beide waren opgeleukt met verticale achterlichtunits, een verticale grille met zijgrilletjes en heel veel chroomlijstjes. De Wolseley had zelfs een verlicht logo in de grille. Het interieur was luxueuzer ingericht, met een echt houten dashboard en interieurpanelen, en luxueuzere stofjes. Dat ze voorzien waren van de techniek van de Mini Cooper was géén luxe, want de kleine sedannetjes waren wel een stukje zwaarder dan de spartaanse Mini zoals die bedoeld was.
Koele ontvangst
De Elf en de Hornet werden redelijk koel ontvangen door het publiek, de ontvangst door de Engelse autopers was ijzig. De legendarische autojournalist L.J.K. Setright omschreef de auto’s als ‘…gericht op bekrompen snobs die de Mini interessant vinden, maar niet gezien willen worden in een Austin of een Morris, dat zijn immers toonbeelden van soberheid.’
“De Elf en de Hornet werden koel ontvangen door het publiek, de ontvangst door de Engelse autopers was ijzig”
Teleurgestelde pers
In de gewoonlijk best chauvinistische Britse autopers werden de autootjes afgedaan als de lelijkste, oncomfortabelste en onaantrekkelijkste auto’s. In één geval was de testredactie tijdens een test in de winter van 1962 zó teleurgesteld over de auto, dat die zich er niet toe kon zetten er een woord over te publiceren.
Ruim 59.000 stuks
Ook Alec Issigonis, de geestelijk vader van de Mini, schijnt zich van de Riley- en Wolseley-versies te hebben gedistantieerd en de ontwikkeling ervan aan zijn medewerkers te hebben overgelaten… tot De productie van beide versies eindigde in 1969 en in totaal zijn er ruim 59.000 Elfs en Hornets geproduceerd, die vrijwel allemaal in Groot-Brittannië zijn gebleven.
“‘… gericht op bekrompen snobs die de Mini interessant vinden, maar niet gezien willen worden in een Austin of een Morris’ – L.J.K. Setright
Miniaturen
In de rubriek AutoRAI in Miniatuur is een artikel over de Riley Elf en Wolseley Hornet van Vitesse verschenen.