Autotest – Toyota Yaris (2017)
Toyota legt de lat een stukje hoger
Door Wouter Vastenhout. Liefhebber van Italiaanse en Japanse merken. En van Mercedes. Rijdt een SLK 230 uit 1997 en een MX-5 uit 1995. En er staat ook een Fiat Stilo Abarth 5M17 met bouwjaar 2007 voor de deur. Keuzes, keuzes. |
Voordat we vertellen hoe de nieuwe Toyota Yaris rijdt, leggen we eerst uit wat het Japanse woord ‘kaizen’ betekent. En vervolgens vertellen we wat die twee met elkaar gemeen hebben.
Kaizen
‘Kaizen’ is jezelf continu verbeteren. De lat telkens een stukje hoger leggen. En dan daarnaartoe werken. Dat is wat Toyota met de Yaris doet. De Yaris die je hier op de foto’s ziet, is namelijk niet volledig nieuw. Het is feitelijk de Yaris die in 2011 op de markt kwam. En het is dezelfde Yaris die in 2014 zijn eerste facelift kreeg. Dit is dus de tweede facelift. Erg? Welnee. De hatchback is op maar liefst 900 punten aangepast, aldus Toyota. Marijke Helwegen kan er jaloers op zijn.
90 miljoen euro
Waarom weer een facelift en geen volledig nieuwe Yaris, vroegen wij Serkan Karaman, projectmanager van de Yaris bij Toyota Motor Europe. “Vanwege twee redenen. Ten eerste is de basis van de Yaris goed en biedt deze nog volop mogelijkheden. En ten tweede moeten Toyota modellen voortaan langer meegaan.”
LEES OOK: Kia Picanto 1.0 MPI – Rijtest
Modern
Met de Avensis heeft Toyota hetzelfde gedaan. Het heeft ongetwijfeld met kostenbesparing te maken. Want ook al heeft de facelift Toyota 90 miljoen euro gekost, een compleet nieuwe Yaris ontwikkelen is natuurlijk nog duurder. Wat ons betreft kan de Yaris ook nog wel even mee.
De auto ziet er nog modern uit. De grootste uiterlijke wijzigingen betreffen de grille, koplampen, bumpers en achterlichten. De nieuwe Bi-tone-versie met zwart dak krijgt een honingraat grille. Staat net effe stoerder.
Hybrid het zuinigst
Binnenin zijn de wijzigingen minder ingrijpend. In het instrumentarium bevindt zich nu een TFT-kleurendisplay. Hier vind je belangrijke rijgegevens terug, zoals het verbruik. En nu we het daar toch over hebben: de Yaris is onveranderd zuinig.
Wij reden met zowel de 1.0 als de nieuwe 1.5 en Hybrid. De consumptie schommelde tussen de 4,8 l en 5,4 l liter per 100 km waarbij de Hybrid het zuinigst was. Dat zijn keurige cijfers.
Prius
De 1.5 viercilinder bleek zuiniger dan de 1.0 driecilinder (beide zonder turbo). Dat is ergens wel te verklaren; de 1.0 moet tijdens accelereren flink aan de bak om de snelheid erin te houden. bovendien draait die motor bij 120 km/h al snel 4.000 toeren. Verder een prima driecilindertje overigens.
Wie vooral binnendoor rijdt en zich zelden urenlang op de snelweg begeeft, kan met de 1.0 in Nederland goed uit de voeten. De nieuw ontwikkelde 1.5 is verfijnder, stiller, krachtiger en dus zuiniger. De meerprijs van 2.000 euro (5-deurs, Comfort) absoluut waard als je vaker snelwegkilometers maakt. Dat de motor zo zuinig is, is deels te danken aan de Otto- en Atkinson-cyclus waarop de motor kan draaien, net als bij de Prius.
Stuk volwassener
Terug naar de Hybrid. Die is stiller geworden. Vooral het windgeruis is afgenomen. Wel laat tijdens stevig optrekken de aandrijflijn met CVT-automaat nog duidelijk van zich horen, al is het iets minder dan voorheen. Kwestie van je rijstijl aanpassen. Je krijgt er een laag verbruik voor terug (volgens de ANWB zelfs de zuinigste auto in het A- en B-segment). En doordat je wat rustiger rijdt, ben je zelf ook minder gehaast.
Het comfort is dik in orde. De Hybrid ligt wat stabieler op de weg dan voorheen. Dwarsrichels in het asfalt passeert-ie met meer comfort. En hij geeft meer gevoel bij het sturen, iets wat ook bij de andere versies merkbaar is. Het zijn subtiele verschillen, maar je merkt dat de Yaris weer een stuk volwassener is geworden.
“De Yaris ziet er nog modern uit. De grootste uiterlijke wijzigingen betreffen de grille, koplampen, bumpers en achterlichten.”
Mooier, zachter
Overigens paste Toyota niet overal ‘kaizen’ toe wat de nieuwe Yaris betreft. Het scherm van het multimediasysteem bijvoorbeeld. Dat werd niet groter en is bij fel zonlicht nog steeds niet goed af te lezen. Het reageert bovendien niet heel erg kwiek. Het interieur is verder prima. De materialen zien er mooier uit en voelen zachter aan. Met de hippe Bi-tone is het dashboard deels in kleur uitgevoerd wat de boel lekker opvrolijkt.
Vermoeiend
De zitting van de stoelen is wat aan de korte kant. Wellicht dat het tijdens lange ritten wat vermoeiend is, tijdens onze testritten ondervonden we er geen echte hinder van. De ruimte is dik in orde. Ook op de achterbank zit je als volwassene uitstekend. Hoofd- en beenruimte zijn goed.
Veel actieve veiligheid
Waar Toyota absoluut ‘kaizen’ heeft toegepast, is op het veiligheidsniveau van de Yaris. Voortaan is Toyota Safety Sense standaard. Dat zijn drie actieve veiligheidssystemen: Pre-Collision Warning, Lane Departure Alert en Automatic High Beam. En vanaf de Aspiration komt daar verkeersbordenherkenning bij.
Daarmee is de Yaris inderdaad een van de veiligste auto’s in zijn klasse, zoals Toyota beweert. Heel netjes. Jammer is wel dat airco niet standaard is. Hiervoor moet je minimaal de Comfort nemen. Die is er vanaf 15.495 euro. De basis begint bij 14.495 euro. Dat is gelijk aan de prijs van zijn voorganger. Je krijgt dus duidelijk meer waar voor hetzelfde geld.