Auto-importeurs worden extra scherp in de gaten gehouden en vanaf 1 november 2016 beboet als de ‘onvermijdbare kosten’ niet in de advertentieprijs zitten. Denk daarbij aan kosten voor transport, verwijderen van verpakkingsmateriaal, registratie bij RDW, nummerplaten en de recyclingbijdrage. Dat bedrag loopt bij sommige merken op tot ver boven de duizend euro.

In de wet (de Prijzenwet en de Wet oneerlijke handelspraktijken) staat dat alle onvermijdbare kosten van een product opgenomen moeten zijn in de advertentieprijs en volgens de ACM houden de meeste automerken zich daar niet aan. De apart vermelde rijklaarkosten móeten betaald worden om met de nieuwe auto uit de garage te kunnen rijden. De ACM ervaart dat als misleidend en spreekt in eerste instantie de importeurs aan, omdat die bijna altijd verantwoordelijk zijn voor de landelijke advertenties, folders en ander promotiemateriaal.

RAI Vereniging in gesprek

De Nederlandse auto-importeurs, verenigd in RAI Vereniging, zijn het niet eens met de stelling van de ACM. In een reactie stelt RAI Vereniging dat de importeurs zowel rekening houden met de belangen van consumenten als met die van zakelijk rijders. Het is momenteel voor de autokoper wel transparant en duidelijk met welke kosten rekening gehouden moet worden.

RAI Vereniging treedt spoedig in overleg met ACM over de timing en wijze van implementatie van de door de ACM voorgestelde aanpassingen.

Branchevereniging BOVAG zegt dat het een groot voorstander is van transparantie, maar ziet liever een verplichte, aparte vermelding van de rijklaarkosten in plaats van een all-in prijs. “Het onderscheid tussen een all-in prijs en een catalogusprijs leidt tot verwarring. Het wordt er niet per se duidelijker op in de showroom.”