De naam doet misschien een belletje rinkelen, maar we vallen gelijk maar even met de deur in huis. De Aceman is géén opvolger van de oude Paceman. Dit is een compleet nieuw elektrisch model in de familie. Zie ‘m als het elektrische vijfdeurs alternatief van de Mini Cooper E, maar dan wat hoger op zijn pootjes. Meer ruimte, praktische inzetbaarheid, SUV-trekjes en vooral een stoere verschijning.

Een JCW zonder gebrul

Een JCW, John Cooper Works, staat voor extra pit. Alleen klinkt het dit keer anders. Geen gepruttel of geknetter uit een uitlaatpijp, want de Aceman JCW is volledig elektrisch. Toch doet Mini er alles aan om je in de beleving van een JCW mee te nemen. In het midden van het interieur vind je naast de schakelaar om de auto te ‘starten’, een knop voor diverse Experience Modes.

In ‘Go-Kart’ modus worden stuur, pedaalrespons en onderstel nog strakker afgesteld en klinkt er een supersonisch geluid door de speakers als je accelereert. Een gemaakte funfactor, maar het is wel een factor die het fun maakt. Trap je het pedaal helemaal in, dan klinkt een harde bass en lijkt het net alsof je door de geluidsbarrière knalt. Ja, het is een beetje theatraal, maar het werkt heel goed voor een glimlach op je gezicht. Dit zouden meer EV’s moeten hebben!

Een vleugje nostalgie

Mini zou Mini niet zijn zonder een knipoog naar het verleden. Daarom is er ook een ‘Timeless’ modus. Het OLED-scherm verandert in een vergeelde wijzerplaat en uit de speakers klinkt het stationaire gerommel van een klassieke Mini. Soms voelt het zelfs alsof de auto eventjes hikt onderweg, alsof je echt in een oudje rijdt. Of het echt zo is, of slechts een gevoelskwestie, maakt niet uit. Leuk is het wel!

Karakter komt van binnenuit

Niet alleen heeft de buitenkant van de Aceman karakter. Ook maakt het interieur indruk met details. Mini heeft duidelijk moeite gedaan om van de Aceman JCW iets speciaals te maken. De afwerking is fraai, met stoffen en materialen die eerder chic dan goedkoop aanvoelen. Over het dashboard loopt een patroon dat doet denken aan een racevlag – een speels accent dat ook elders in het interieur terugkomt. Het stuur heeft een opvallende vormgeving, met een aparte ‘spaak’ als een soort touw, en houdt lekker vast.

Het hart van de binnenruimte is natuurlijk het ronde OLED-scherm in het midden. Daarop staat alles wat je nodig hebt, van connectiviteit tot informatie over het verbruik. Wat overigens een beetje doet voelen alsof je in een racegame bent beland, is de augmented-reality weergave in de navigatie. Het beeld voor de auto wordt hierbij voorzien van pijlen richting jouw afslag.

Voor de bestuurder is er ook een head-up display, waardoor je niet telkens naar het centrale scherm hoeft te kijken. Het geheel oogt modern, maar toch typisch Mini: eigenzinnig, redelijk opgeruimd, maar vooral een speelse twist.

We zijn absoluut fan van de sportieve en hoogstaande afwerking van de Aceman JCW. Op dit gebied maakt Mini er een feestje van voor de bestuurder. Het feest zou compleet zijn als de zitting van de stoelen iets langer zou zijn, zeker voor degene met lange benen. In het midden vind je een grappig cluster met knoppen, met onder andere de eerdergenoemde draaiknop om de motor te starten. Wat ons betreft had Mini hier ook nog fysieke knoppen toegevoegd voor de klimaatregeling, voor iets meer connectie tot het verleden en bedieningsgemak.

Je zit wel liever voorin

De Aceman is groter dan de Cooper en meer mini dan de Countryman. Dus, hij biedt op papier meer ruimte, maar is het ook prettig vertoeven op de achterbank? Als je als volwassenen op de achterbank zou plaatsnemen, houdt het niet over. De achterkant van de sportstoel kort je beenruimte aardig in. Achterin is er dus vooral de ruimte voor jouw mini’s.

Achter de achterbank bedraagt de bagageruimte standaard 300 liter, dat uit te breiden is tot 1.005 liter. Ter vergelijking, de Cooper E heeft 211 liter bagageruimte, de Countryman 450 liter.

De keuze is reuze

Niet elke Aceman hoeft een JCW te zijn. Mini biedt drie varianten van de Aceman. Het gamma start met de Aceman E, goed voor 184 pk (135 kW) en een actieradius tot 309 kilometer (WLTP). Een treetje hoger staat de Aceman SE, die 218 pk (160 kW) levert en je tot 405 kilometer ver brengt. En dan dus de Aceman JCW: 258 pk (190 kW), 330 Nm koppel, 0 naar 100 km/h in 6,4 seconden en een actieradius van 355 kilometer (WLTP). Allemaal hebben ze hetzelfde compacte crossoverformaat en voorwielaandrijving, maar de JCW heeft net dat extra beetje pit.

Verrassend efficiënt in de praktijk

Onder de motorkap, of beter gezegd in de vloer, schuilt een batterijpakket met een capaciteit van 54,2 kWh bruto, dat maakt 49,2 kWh netto. Dit is goed voor een WLTP-actieradius van 355 kilometer. Laden kan met 11 kW AC of 95 kW DC. Dat zijn geen baanbrekende cijfers, maar het voldoet prima in de praktijk.

Iets dat wel opvalt in de praktijk, is dat de Aceman JCW nog redelijk efficiënt blijkt te zijn. Tijdens een rustige snelwegrit met gunstige buitentemperatuur noteerden we een verbruik van 15,4 kWh per 100 km. Reken je dat door, dan zou je meer dan 300 kilometer kunnen halen op één acculading. Heel netjes als je de fabrieksnummers in acht neemt van 355 km WLTP.

We moeten wel toegeven dat het wel moeite kostte om niet door de eerder genoemde geluidsbarrière te knallen met het gaspedaal. Het verbruik schommelde bij andere ritten tussen de 17 en 18 kW per 100 km gemiddeld, dit is dan ook realistischer in de praktijk. En vergeet niet, concurrerende crossovers kunnen verder komen dankzij een grotere batterijcapaciteit. Daarover later meer.

Hoe rijdt de Aceman?

Wie Mini zegt, zegt natuurlijk… Kartgevoel! Maar goed, je weet ook dat karts uiterst compact zijn en laag bij de grond liggen. Hoe is het dan gesteld met de iets hogere en ruimere Aceman? Het typische kartgevoel is er ook in de Aceman JCW, al moet je het wel in perspectief zien. Hij gaat serieus hard van zijn plek en voelt levendig aan, maar zo scherp en lichtvoetig als een Cooper is hij niet. Dat verschil blijft: een Cooper ligt strakker op de weg en stuurt nog directer.

De Aceman is meer een crossover, en dat merk je. Toch duikt hij gretig de bocht in, geholpen door het lage zwaartepunt van het batterijpakket. De besturing is lekker licht en snel, de auto speels en wendbaar. Het onderstel staat op scherp om jou een glimlach te bezorgen. Maar, dat betekent ook dat het wel stevig geveerd is. Niet oncomfortabel, maar toch merk je dat de auto een beetje hobbelt over stukken snelweg die net niet lekker zijn ingedaald. Als het asfalt vervolgens weer lekker strak is, geniet van je een stabiele metgezel voor langere afstanden.

De Aceman is niet je gemiddelde crossover

Van buiten laat de Aceman JCW ook meteen zien dat hij geen doorsnee crossover is. Met zijn 4,08 meter lengte, 1,75 meter breedte en 1,51 meter hoogte oogt hij compact, maar door de gespierde wielkasten en korte overhangen staat hij stevig op de weg. In deze JCW-uitvoering valt hij extra op: speciale velgen vullen de wielkasten, overal vind je JCW-emblemen en de carrosserie is versierd met stickers en kleuraccenten die hem een uitgesproken sportieve uitstraling geven. We zijn erg fan van het verloop op het dak. Het zijn precies die details die je er telkens aan herinneren dat je in iets bijzonders onderweg bent.

Is er concurrentie voor de Aceman?

Het compacte elektrische crossover-segment is in beweging. Zo laat de Aceman zich meten met auto’s als de Volvo EX30, Kia EV3 of de Škoda Elroq. Dit zijn ook modellen met wat meer ruimte en een iets hogere instap. Maar goed, qua funfactor steken deze natuurlijk bleekjes af bij de Aceman.

Voor wie echt iets met karakter wil, zijn er opties vanuit de hoek van Stellantis als de Abarth 600e, Alfa Romeo Junior Veloce en Opel Mokka GSE. Vanuit de VAG-hoek kun je denken aan de ID3 GTX of de sportieve Škoda Elroq RS. De Aceman JCW nestelt zich precies in dit segment van sportieve crossovers en laat zich nog het beste meten met de Abarth, Alfa en Opel.

Wie wint het stoplichtsprintje?

Op papier bieden deze auto’s bijna dezelfde nummers. De Aceman JCW heeft 258 pk, gaat in 6,1 seconden van 0 naar 100 km/u, geholpen door 330 Nm koppel. Dit allemaal vanaf een prijs van 46.990 euro. De sportievelingen van Stellantis doen het met 280 pk, 345 Nm koppel en de sprint naar 100 km/u is geklaard in 5,85 seconden. De Abarth is er al vanaf 45.990 euro.

De Elroq en ID3 GTX maken het een stukje bonter. De prijs van de Elroq is weliswaar hoger dan die van de Aceman, vanaf 52.990 euro, maar biedt wel 340 pk, vierwielaandrijving, 679 Nm koppel en knalt daarmee in 5,4 seconden naar de 100 km/u sprint. De ID3 GTX laat zich aardig meten met de Elroq, want deze heeft 326 pk en gaat in 5,7 seconden naar de 100 km/u. Oh ja, en die heeft een batterijpakket van 79 kWh en een prijskaartje vanaf 47.990 euro. Dat komt toch meer in de buurt.

Dus ja, op papier zijn er wel wat kapers op de kust. In zekere zin gaan ze ook aan de Aceman voorbij. Niet alleen bij het stoplicht, maar ook als je kijkt naar bijvoorbeeld prijs, batterijcapaciteit en snellaadvermogen. Echter, Mini heeft uitstekend zijn best gedaan om een eigenzinnig karakter aan de Aceman JCW mee te geven. Dat is ook heel wat waard.

Conclusie Mini Aceman JCW

De Mini Aceman JCW is op papier een rationele aankoop. Hij is compact, maar ruimer dan de Cooper. Je neemt makkelijker het gezin en de boodschappen mee. Het is een volledig nieuw elektrisch model dat perfect het gaatje opvult tussen de Cooper en de Countryman. Ga je rustig om het het gaspedaal, dan is hij zelfs efficiënt genoeg in de praktijk.

Maar het echte verhaal zit ’m in de beleving. Mini heeft manieren gevonden om jou te laten glimlachen. Of dat nu met een supersonisch geluid is, een nostalgische wijzerplaat of een interieur vol sportieve details. Deze crossover weet opvallend veel fun te bieden, naast alle praktische extra’s. En dát doet hij op een lekker eigen wijze.

Technische gegevens Mini Aceman JCW

• Vermogen: 190 kW (258 pk)
• Koppel: 330 Nm
• Batterij: 54,2 kWh bruto, 49,2 kWH netto
• Actieradius: 355 km (WLTP)
• Acceleratie 0-100 km/u: 6,4 s
• Topsnelheid: 180 km/u
• Bagageruimte: 300 – 1.005 liter
• Gewicht: 1.720 kg
• AC-laden: 11 kW
• DC-snelladen: 95 kW