Mobiliteitsorganisaties spreken vertrouwen uit in nationale Klimaatakkoord
ANWB, BOVAG, RAI Vereniging en VNA ondertekenen gezamenlijk nationaal Klimaatakkoord
ANWB, BOVAG, RAI Vereniging en VNA hebben in bijzijn van de staatssecretarissen Van Veldhoven (IenW) en Snel (Financiën) en voorzitter van het Klimaatberaad Ed Nijpels, het nationale Klimaatakkoord ondertekend. Hiermee onderschrijven de mobiliteitsorganisaties de urgentie van het klimaatprobleem en het belang van gezamenlijke inspanningen bij het realiseren van de CO2-reductiedoelstellingen van het kabinet.
Correcte invulling
De vier organisaties spreken hun vertrouwen uit in het Klimaatakkoord en committeren zich daarmee aan de uitvoering van de afspraken en maatregelen. De organisaties merken daarbij wel op dat komende periode correcte invulling moet worden gegeven aan een aantal punten van zorg, met name voorspelbaarheid en stabiliteit van overheidsbeleid.
Klimaatproblematiek
De ondertekening van het Klimaatakkoord door de vier organisaties volgt op een lang en intensief proces van onderhandelingen. ANWB, BOVAG, RAI Vereniging en VNA zijn zich ervan bewust dat de uitstoot van CO2 door de mobiliteitssector mede bijdraagt aan de klimaatproblematiek. Het kabinet wil de uitstoot van CO2 in 2030 met 49% hebben teruggebracht. Het Klimaatakkoord dat nu voorligt biedt een basis waarin alle vervoersmiddelen bijdragen en daarmee is voorkomen dat de totale rekening bij de automobilist wordt neergelegd.
Draagvlak
Om de doelstellingen van het kabinet te kunnen behalen is het belangrijk dat er voldoende draagvlak is bij zowel de consument als het bedrijfsleven. Ook op dit terrein willen de vier organisaties hun bijdrage leveren, maar zij hebben wel zorgen over de onduidelijkheden die op dit moment nog bestaan omtrent de verdere invulling van Klimaatakkoord. Komende periode moet daarom gewerkt worden aan stabiel en voorspelbaar fiscaal autobeleid waarbij de bijtelling op auto’s alleen tussentijds kan worden aangepast als consument en bedrijfsleven voldoende tijd hebben om op fiscale aanpassingen te kunnen anticiperen.
Subsidiepot
Daarnaast moet het op gang komen van de particuliere markt niet gefrustreerd worden omdat het jaarlijks beschikbare subsidiebudget ontoereikend blijkt. Daarom moet de overheid met budgetten kunnen schuiven en bedragen uit latere jaren naar voren halen. Mocht de subsidiepot eerder leeg zijn dan einde looptijd (2024), dan vragen de organisaties om eventuele verruiming van het beschikbare budget.
Wagenpark sneller verduurzamen
Ook pleiten de organisaties ervoor om het totale wagenpark sneller te verduurzamen en, naast elektrische auto’s, ook andere schone en zuinige technieken, zoals hybride, plug-in hybride en het gebruik van biofuels aantrekkelijker te maken voor de automobilist. Verlaging van de BPM is daarbij essentieel, zeker ook als opstap naar een systeem van betalen naar gebruik.
Kanttekeningen
BOVAG onderschrijft het Klimaatakkoord in grote lijnen en is ervan doordrongen dat er grote urgentie is om de CO2-uitstoot de komende decennia drastisch in te perken. Dat de sector mobiliteit daar een bijdrage aan kan leveren, staat niet ter discussie. Echter, bij enkele voorgenomen maatregelen uit het Klimaatakkoord zet BOVAG kanttekeningen. Dat betreft onder meer het zogenoemde ‘hand-aan-de-kraan’-principe, waarbij de regering de mogelijkheid heeft om jaarlijks in een laat stadium de stimulering van zero-emissie via de autobelastingen aan te passen. En daarnaast moet er serieus werk worden gemaakt van de particuliere EV-markt.
‘Hand aan de kraan’
In het ergste geval betekent jaarlijks de ‘hand aan de kraan’ houden dat pas op Prinsjesdag duidelijk wordt hoe de autobelastingen er per 1 januari uitzien, en dat plaatst werkgevers (met hun mobiliteitsbeleid), investeerders (in waterstof- en (snel)laadstations), leasemaatschappijen, autobedrijven en hun klanten, en importeurs voor de onmogelijke opgave in slechts drie maanden op aanpassing van het EV-stimuleringsinstrumentarium te anticiperen. Vanwege de lange levertijden van elektrische auto’s dienen zij vaak ver van tevoren hun bestellingen te plaatsen. De markt heeft tenminste een jaar nodig om wijzigingen op de nieuwe EV-markt goed te kunnen verwerken.
Autobelastingen
In het algemeen geldt dat BOVAG onverminderd vasthoudt aan een overheidsbeleid voor autobelastingen met afspraken en regels die tenminste vier jaar beslaan. BOVAG heeft dit, mondeling en op schrift, laten weten aan het kabinet. Omdat BOVAG graag constructief meepraat en -denkt over de implementatie van het Klimaatakkoord, heeft BOVAG het akkoord ondertekend, maar wel met voorbehoud inzake het genoemde ‘hand-aan-de-kraan’-principe en de EV-aanschafsubsidie.
Onwerkbaar
Peter Niesink, algemeen directeur BOVAG: “Een overheid die jaarlijks aan de knopen draait, is voor de BOVAG-bedrijven, hun klanten en de rest van het bedrijfsleven onwerkbaar. En zal voor veel onrust en terughoudendheid op de markt zorgen, waarmee versnelde vergroening van het wagenpark juist wordt tegengewerkt. Een averechts effect dus.”
Aanschafsubsidie
Een andere kanttekening van BOVAG betreft de EV-aanschafsubsidie voor particulieren. Dat jaarbudget mag wat BOVAG betreft geen remmende werking hebben op de aanschaf van elektrische auto’s. Daarom moet het mogelijk zijn bedragen uit latere jaren naar voren te halen, als de jaarlijkse subsidie uitgeput dreigt te raken. Mocht de subsidiepot eerder leeg zijn dan einde looptijd (2024), dan wil BOVAG verruiming van het beschikbare budget. Belangrijk is verder dat bij stimulering niet alleen gekeken wordt naar elektrisch voertuigen, maar naar alle aandrijftechnieken met lage CO2-emissie, dus ook aandacht voor de PHEV’s, hybride auto’s en biofuels.
BPM afbouwen
BOVAG doet ook de aanbeveling de bpm te blijven afbouwen, als opmaat naar betalen naar gebruik, maar vooral omdat afbouw van de bpm bijdraagt aan de verjonging van het wagenpark, en dientengevolge verlaging van de CO2-uitstoot.