
Microauto’s in Nederland: klein, wendbaar en steeds populairder
Waarom deze compacte voertuigjes terrein winnen in de Nederlandse straten

In Nederland zie je ze steeds vaker: kleine autootjes die bijna meer weg hebben van een brommobiel dan van een ‘gewone’ personenauto. Deze zogenoemde microauto’s winnen snel aan populariteit, vooral in stedelijke gebieden waar de ruimte schaars is. Maar wat zijn microauto’s nu precies, waarin onderscheiden ze zich van brommobielen en kleine stadsauto’s en waarom zie je ze sinds enkele jaren steeds vaker?
Wat verstaan we onder microauto’s?
Microauto’s zijn zeer compacte, lichte auto’s met een beperkt vermogen en een lage maximumsnelheid. Ze zijn vooral voor korte ritten in de stedelijke omgeving ontworpen en je kunt ze vaak parkeren op plaatsen waar een gewone auto niet zou passen – maar let op of dat wel mag… Het onderscheid met andere voertuigcategorieën is belangrijk.
Verschil met brommobielen
Een brommobiel ís technisch gezien helemaal geen auto, maar een zogenoemde ‘lichte vierwieler’. In de Europese Unie vallen brommobielen in de categorie L6e; dat zijn voertuigen met een maximumsnelheid van 45 km/u en een motorvermogen van maximaal 4 kW (5,4 pk). Microauto’s kunnen en mogen meestal harder rijden dan brommobielen en vallen daardoor in een ‘hogere’ voertuigcategorie – al zijn er ook microauto’s die binnen de brommobielregels vallen.
Verschil met kleine stadsauto’s
Stadsauto’s zijn door de jaren heen steeds groter geworden – vergelijk de oorspronkelijke Austin Mini maar eens met een moderne Mini. Of de oude Fiat 500 met de 500 van nu. Stadsauto’s als de Fiat 500 en Toyota Aygo worden weliswaar nog steeds als compacte modellen beschouwd, maar ze hebben een volwaardige aandrijflijn, een hoger gewicht, een hogere topsnelheid en voldoen aan de reguliere strenge veiligheidseisen. Microauto’s zijn lichter, eenvoudiger van constructie en goedkoper in gebruik.

Technische vereisten voor microauto’s
De technische eisen waaraan voertuigen moeten voldoen, hangen af van de categorie. Als we ons beperken tot de kleinste vierwielers, dan zien we de volgende klassen en eisen.
- Brommobiel, voertuigklasse L6e, lichte vierwielers: maximaal 350 kilogram leeggewicht (exclusief de accu voor elektrische modellen), maximaal 4 kW (5,4 pk) vermogen en een topsnelheid van maximaal 45 km/u.
- Zware vierwielers (L7e): maximaal 450 kilogram leeggewicht voor personenvervoer (600 kilogram voor goederenvervoer), vermogen vaak tot 15 kW (20 pk), hogere snelheden toegestaan.
- Microauto als volwaardige auto (klasse M1): valt onder de regels voor personenauto’s, maar zijn zowel qua afmetingen als motorinhoud zeer klein.
Veel moderne microauto’s zijn elektrisch aangedreven en voorzien van een compacte batterij voor de aandrijving. Die zijn meestal goed voor een bereik van 75 tot 150 kilometer.
Waarom zijn microauto’s in opkomst in Nederland?
De microauto is in Nederland sinds 2020 in opmars. De oorzaken zijn divers:
- Stedelijke drukte: in grote steden zoals Amsterdam en Utrecht is parkeren een enorme uitdaging. Een microauto neemt minder ruimte in en is makkelijker door drukke straten en druk verkeer te manoeuvreren.
- Elektrificatie: kleine elektrische microauto’s zijn bij uitstek voor korte ritten aantrekkelijk en hebben gegarandeerd toegang tot de eveneens in opkomst zijnde milieuzones.
- Lagere kosten en rijbewijseisen: jongeren kunnen sommige microauto’s – eigenlijk brommobielen – al vanaf 16-jarige leeftijd besturen met een brommerrijbewijs (AM).
- Veranderend mobiliteitsgedrag: mensen kiezen vaker voor een tweede, kleiner voertuig naast hun gewone auto, bijvoorbeeld voor (woon-werk)verkeer in de stad.
Rijbewijseisen: mag je vanaf 16 jaar rijden?
Ja, als de microauto technisch onder de brommobielregels valt (maximaal 45 km/u en 4 kW vermogen), mag je er vanaf je 16e mee rijden, mits je het AM-rijbewijs bezit. Heb je een gewoon autorijbewijs (B), dan mag je zowel brommobielen als snellere microauto’s besturen. Voor microauto’s die in de M1-categorie vallen, gelden dezelfde eisen als voor normale auto’s: je hebt rijbewijs B nodig.
Nieuw leverbare microauto’s in Nederland
In 2025 zijn in Nederland diverse modellen microauto’s te koop. We noemen een aantal, zonder compleet te zijn:
- Ligier Myli – een elektrische brommobiel met een modern design, 8 kW (11 pk) vermogen en een actieradius van circa 130 kilometer.
- Aixam e City – een compacte elektrische brommobiel met 6 kW (8 pk) vermogen.
- Citroën Ami – elektrische tweezitter, 6 kW (8 pk) vermogen en 45 km/u topsnelheid, Dit speels vormgegeven microautootje is er een van de drieling Opel Rocks, Fiat Topolino en Citroën Ami.
- Microlino – retromodelletje, geïnspireerd op de Isetta uit de jaren ’50 en ’60, maar voorzien van moderne techniek; 12,5 kW (17 pk) vermogen en topsnelheid tot 90 km/u.
- Silence S04 – elektrische stadsauto, 14 kW (19 pk) vermogen en voorzien van verwisselbare accu’s.

De markt voor gebruikte microauto’s
De tweedehandsmarkt groeit, vooral voor brommobielen van merken als Ligier, Aixam en Microcar. Elektrische varianten zijn nog relatief nieuw, dus het aanbod is beperkter. Prijzen liggen afhankelijk van leeftijd en staat vaak tussen de 5.000 en 15.000 euro.
Voordelen en nadelen van microauto’s
Voordelen:
- Lage gebruikskosten, zeker bij elektrische modellen.
- Compact en wendbaar in druk stadsverkeer.
- Eenvoudig te parkeren.
- Gegarandeerd toegang tot milieuzones (elektrische varianten).
Nadelen:
- Beperkte snelheid en bereik, vooral voor brommobielen.
- Minder comfort en veiligheid dan grotere auto’s.
- Relatief hoge aanschafprijs in verhouding tot de grootte.
Kosten van aanschaf, gebruik en verzekering
Aanschafprijzen van nieuwe microauto’s beginnen rond 8.000 euro voor eenvoudige brommobielen en lopen op tot ruim 20.000 euro voor luxere elektrische modellen. De kosten voor onderhoud zijn meestal lager dan die voor een gewone auto vanwege eenvoudiger techniek, maar onderdelen zijn vaak merkgebonden en soms duur. Verzekeringen zijn voordeliger dan voor gewone auto’s, vooral bij brommobiel-classificatie.
Veiligheid: ben je kwetsbaar?
Ja, in vergelijking met een volwaardige auto ben je kwetsbaarder. Microauto’s missen vaak de geavanceerde kreukelzones en airbags van grotere auto’s. Bij stadsverkeer en lagere snelheden is het risico beperkt, maar op provinciale wegen ben je aanzienlijk minder beschermd.
De geschiedenis van microauto’s in Europa
Microauto’s kenden hun eerste bloeiperiode kort na de Tweede Wereldoorlog. In de jaren vijftig, toen grondstoffen schaars waren en mensen goedkope mobiliteit zochten, verschenen tal van microcars: de BMW Isetta, Messerschmitt en de Heinkel. De Suez-crisis van 1956, met stijgende brandstofprijzen, gaf de markt een extra impuls.
In de jaren zestig verdween de microauto weer. De introductie van de Mini in 1959 speelde daarbij een grote rol: die bood bijna het gemak van een microauto, maar met volwaardige prestaties en vier zitplaatsen.
Historische microauto’s die naam maakten zijn behalve de reeds genoemde onder meer de Peel P50 (nog steeds de kleinste productieauto ooit), de Goggomobil en de Trojan – een Britse versie van de Heinkel. Tegenwoordig zijn veel van deze modellen geliefde verzamelobjecten.
