Achtergrond: DTM gaat flink veranderen
Een nieuw merk, kleinere motoren, nieuwe regels
In het toerwagenkampioenschap DTM (Deutsche Tourenwagen Masters) racen de auto’s volgend seizoen met 2,0-liter viercilindermotoren. Het eerste bewijs rijdt al rond: de BMW M4 DTM strekte deze week voor het eerst zijn benen met de nieuwe vierpitter. Toch gaat er nog meer veranderen in het DTM.
630 pk!
630 pk, je leest het goed. De nieuwe BMW M4 DTM haalt uit een 2,0-liter viercilindermotor met turbo maar liefst 630 pk. Dat is 100 pk meer dan de atmosferische V8-motoren van dit jaar. Alle auto’s rijden vanaf het seizoen 2019 met deze nieuwe viercilinderkrachtbron. Met de kleinere motor wil het kampioenschap meer aansluiting vinden bij de modellen waarop de DTM-racers zijn geïnspireerd. Gek genoeg beschikken juist de Audi RS 5 Coupé en de BMW M4 allebei over dikke zescilindermotoren.
De BMW M4 DTM met 2,0-liter viercilindermotor maakt zijn eerste rondjes.
Ups en downs
Er verandert op dit moment veel in het Duitse toerwagenkampioenschap. Ooit was het een van de meest populaire raceklasses, met een groot startveld en volle tribunes. Echte productieauto’s met grote namen streden tegen elkaar, maar het kampioenschap kende veel ups en downs. Na de succesvolle jaren ’80 en ’90 moest de raceklasse in 1997 noodgedwongen stoppen. In 2000 ontstond de ‘nieuwe’ DTM met de merken Opel, Mercedes-Benz en Audi. De ‘Formule 1-auto’s met spatborden’ waren mateloos populair en het kampioenschap groeide uit tot de populairste raceklasse van Europa. In 2005 vertrok Opel en met twee deelnemende merken kreeg het DTM steeds meer moeite om kijkers te trekken. BMW zorgde in 2012 voor een ware opleving door weer mee te strijden met Audi en BMW, maar de klasse blijft daarna worstelen met zijn populariteit.
Volle tribunes, een gevarieerd startveld, dit beeld moet terugkeren in de DTM.
Groei is noodzakelijk
Eerder dit kondigde Mercedes-Benz onverwachts aan dat het na 2018 stopt met DTM. In plaats daarvan verschijnt er een verrassende nieuwkomer op de startgrid. Het Britse Aston Martin racet vanaf 2019 met een Vantage in het kampioenschap. Die zal net als de BMW M4 en de Audi RS 5 een 2,0-liter viercilindermotor krijgen. Met nieuwe regels, een nieuw merk en nieuwe motoren moet het kampioenschap weer net zo populair worden als vroeger. Aan de races ligt het niet, in 2018 zaten de tribunes regelmatig overvol. De organisatie hoopt echter dat het kampioen groeit en dat nieuwe fabrikanten zich melden. Geruchten over bijvoorbeeld Alfa Romeo en zelfs het Chinese Roewe doen al jaren de ronde. De groei van merken is belangrijk voor Audi. Voor hen is het seizoen 2020 de deadline voor verdere DTM deelname.
Bijzonder: Aston Martin neemt vanaf 2020 deel in het kampioenschap.
Toekomstmuziek
Hoe het verder moet met het DTM, dat is toekomstmuziek. Op dit moment moeten we eerst genieten van het mooie geluid van die gillende viercilindermotoren en hopen op het beste! Wil je de DTM zelf bezoeken? Op 21 juli strijkt de DTM neer op het TT Circuit in Assen.
