Geschiedenis Citroën C6

Het verhaal van de Citroën C6 begint al in 1999. Toen liet het merk namelijk de Citroën C6 Lignage zien, een conceptauto. Qua uiterlijk gaf de C6 Lignage al een aardig concrete vooruitblik op hoe de uiteindelijke C6 eruit zou gaan zien. Alleen de écht wilde ideeën als het glazen dak en de naar achteren openende achterportieren haalden het productiestadium niet. Overigens duurde het daarna nog wel een tijdje voordat de uiteindelijke C6 op de markt kwam. Pas in 2005 zag de productieversie van de C6 het levenslicht, vijf jaar nadat de XM naar het eeuwigdurende was verwezen.

Onconventioneel comfort

Het ontwerp van de Citroën C6 is dus behoorlijk trouw gebleven aan de Lignage. De C6 is ontworpen door Marc Pinson en valt vooral op door de gebogen daklijn die helemaal tot aan de achterlichten doorloopt. Daardoor heeft hij wat weg van een liftback, maar de C6 is toch echt een sedan. Een van de meest opvallende designelementen van de C6 is de gebogen achterruit. Deze is bijzonder omdat hij niet naar buiten, maar juist naar binnen toe buigt.

Citroën zette de C6 in de markt als een stijlvol alternatief voor auto’s als de Mercedes-Benz E-Klasse, BMW 5 Serie en Audi A6. Tegelijkertijd moest Citroën een alternatief hebben voor de Renault Vel Satis, het topmodel van Renault dat al in 2002 op de markt was gekomen. Citroën focuste bij de C6 vooral op technologische innovatie. Zo had de C6 bij zijn introductie al zaken als een head-up display, een rijstrookassistent, meedraaiende xenon-koplampen en elektrisch aangestuurd hydropneumatisch onderstel. Dat laatste maakte het rijden met de C6 tot een extreem comfortabele ervaring.

Motoren Citroën C6

Voor minder dan vier cilinders deed Citroën het niet bij de introductie van de C6. In eerste instantie was de topsedan alleen leverbaar met twee motoren: een 3.0 V6 op benzine met 211 pk en een 2.7 V6 HDI-dieselmotor met 204 pk. In 2006 kwam daar een viercilinder 2.2 HDI met 170 pk bij. Dit motorenaanbod bleef een aantal jaren staan, tot een nieuwe 3.0 V6 HDI met 240 pk de 2.7 HDI afloste. Deze nieuwe dieselmotor was meteen de krachtigste versie van de C6.

Overigens is het vinden van een C6 op benzine behoorlijk zeldzaam. De C6 kwam namelijk op de markt toen de diesel nog veruit de populairste keuze was voor mensen die veel op de weg zitten. De 3.0 V6 benzine verkocht slecht en daarom haalde Citroën die motor begin 2009 uit het leveringsgamma. C6’en met een benzinemotor zijn dus behoorlijk schaars.

Een zeldzaamheid

Schaars is de C6 hoe dan ook, want Citroën bouwde over een tijdspanne van zeven jaar in totaal slechts 23.400 exemplaren van de limousine. Best weinig, zeker gezien het feit dat Citroën voor ogen had jaarlijks 20.000 exemplaren van de C6 te bouwen. Wel was de limousine toentertijd de vaste keuze van Franse presidenten. Onder meer Jacques Chirac en Nicolas Sarkozy lieten zich chaufferen in een C6.

Opvolgers

Na 2012 bleef het een hele tijd stil rondom een mogelijke opvolger voor de C6. Eigenlijk is die er bij Citroën nooit gekomen, al kan de huidige C5 X met zijn eigenzinnige styling wel gezien worden als een auto in de geest van de C6. De echte opvolger voor de C6 moet echter gezocht worden bij DS, het later van Citroën losgeweekte premiummerk. DS voert namelijk sinds 2020 de DS 9, een lange sedan met verwijzingen naar de aloude Citroën DS.

Is de aanduiding C6 dan helemaal verdwenen? Wel uit Europa, maar niet uit China! Daar bouwt Citroën in het samenwerkingsverband Dongfeng Peugeot-Citroën namelijk nog gewoon een C6. Dat model staat op hetzelfde platform als de eerste generatie Peugeot 508 en heeft viercilinders onder de kap. Zo luxe als de eerste C6 is het dus niet, maar het is toch leuk om te weten dat Citroën het model elders op de wereld een ‘echte’ opvolger heeft gegeven.