Auto’s van Toen: Stout Scarab, de eerste ruimteauto
Ruimteauto avant la lettre
Door Paul Spek. Als (model)autoliefhebber schrijft hij wekelijks de rubrieken AutoRAI in Miniatuur en Auto’s van Toen. Rijdt een smart citycoupé en een Ford Streetka. |
Eigenlijk kende ik de Stout Scarab alleen van het spelletje Electro dat ik als jong ventje speelde. Maar er is veel méér interessants te melden over ‘de eerste ruimteauto’.
William Stout meets Buckminster Fuller
De man achter de Stout Scarab was de Amerikaan William Stout. Hij was journalist en auto- en vliegtuigingenieur. Toen Stout begin jaren dertig voorzitter was van de Society of Automotive Engineers ontmoette hij Buckminster Fuller, de architect die de Fuller Dymaxion had ontworpen.
Afwijkende concepten
Het concept van de auto van Stout Scarab week, net als dat van de Dymaxion, compleet af van wat begin jaren dertig gebruikelijk was in de auto-industrie. De Scarab – een prototype verscheen in 1932 – had een zelfdragende carrosserie van aluminium – en dus geen chassis. De Ford V8 die de auto aandreef, lag niet voorin achter de vooras, maar achterin. Het tweede prototype, dat in 1935 verscheen, was uiterlijk lichtjes gewijzigd en voorzien van een stalen carrosserie.
Opwindend weggedrag
De Stout Scarab had rondom onafhankelijke wielophanging met schroefveren, achter met pendelassen. De besturing was licht en de vering zeer comfortabel. Maar de combinatie van pendelassen en de V8-motor achterin moet gezorgd hebben voor een opwindend weggedrag…
“De combinatie van pendelassen en de V8-motor achterin moet gezorgd hebben voor een opwindend weggedrag…”
’Nederlandse’ ontwerper
Het ontwerp van de carrosserie was van de naar Amerika geëmigreerde Nederlander Johan ‘John’ Tjaarda. Dat was de vader van Tom Tjaarda, de designer van de oorspronkelijke Fiat 124 Spider (1966) en de eerste generatie van de Ford Fiesta (1972).
Heel veel interieurruimte
Over zijn uiterlijk zullen de meningen uiteenlopen, maar de Stout Scarab is bijzonder aerodynamisch gevormd. En anders dan de gebruikelijke auto’s uit de jaren dertig had de Stout een brede carrosserie, dus zonder treeplanken. Dat kwam direct ten goede aan de interieurruimte. En aangezien de motor van de Scarab boven de achteras was gemonteerd, zat de bestuurder verder naar voren, vlak achter de vooras. Daardoor en door de afwezigheid van een transmissietunnel, bood het interieur heel veel ruimte.
“Met de motor op de achteras en de bestuurder vlak achter de vooras had de Stout Scarab een heel ruim interieur”
Twéé deurtjes
Maar je kwam eigenlijk niet zomaar binnen. De Scarab was voorzien van een klein portier voor de bestuurder en alle passagiers moesten naar binnen via een evenmin grote deur rechtsachter. Dan kwamen ze terecht in een – heel modern – flexibel in te delen interieur; alleen de bestuurdersstoel stond vast. Desgewenst waren de zitplaatsen voor de passagiers te voorzien van een klein leestafeltje.
Stout Scarab voorloper van de MPV
De tweede zitrij was volledig om te draaien, er was een tafel, die net als de tweede zitrij uitneembaar was. De Scarab was – zou je nu kunnen zeggen – een MPV avant la lettre: het flexibele interieur doet op papier immers een beetje denken aan dat van de Renault Espace.
“De Scarab was een MPV avant la lettre: het flexibele interieur doet op papier immers een beetje denken aan dat van de Renault Espace.”
Beperkte oplage, zéér beperkt
Het was de bedoeling van William Stout om de Scarab in beperkte oplage te produceren, hooguit honderd per jaar, en uitsluitend aan streng geselecteerde klanten. De productie kwam echter nooit op gang. Naar het schijnt zijn slechts negen Scarabs met de hand gebouwd – geen twee waren hetzelfde.
Experimental
Direct na de Tweede Wereldoorlog presenteerde Stout de Scarab Experimental. Uiterlijk was hij opnieuw gewijzigd, met een panoramische voorruit en – twee wereldprimeurs – een zelfdragende kunststof carrosserie en luchtvering.