Auto’s van Toen: Micro Compact Car Smart
Geen 1-aprilgrap, hij heet écht zo
Door Paul Spek. Als (model)autoliefhebber schrijft hij wekelijks de rubrieken AutoRAI in Miniatuur en Auto’s van Toen. Rijdt een smart citycoupé en een Ford Streetka. |
Op het kentekenbewijs van mijn Smart Citycoupé staat als merk vermeld: Micro Compact Car Smart. De merknaam is bijna groter dan de auto, zeker als je de typenaam, Citycoupé, erbij neemt.
Horlogemerk Swatch
Maar er is veel meer over de Smart te vertellen. Bijvoorbeeld dat de man achter het horlogemerk Swatch, de Zwitser Nicolas Hayek, de geestelijk vader is van dit stadsautootje. Dat moest volgens hem niet alleen heel klein zijn, maar ook – net als zijn horloges – hip en eenvoudig te personaliseren.
Verkooppunt
Het idee achter de Smart was dat een tweezitsautootje in de praktijk meestal voldoende is. Een grotere auto is vaak slechts tijdelijk nodig en die zouden Smart-rijders kunnen huren bij hun Smart-verkooppunt.
Samenwerking met Daimler-Benz
Hayek zocht samenwerking met een grote autofabrikant en kwam uiteindelijk in 1994 tot een overeenkomst met Daimler-Benz. Samen richtten ze een nieuw bedrijf op: Micro Compact Car (MCC), waarvan Daimler-Benz voor 51 procent eigenaar was en Hayek voor 49.
What’s in a name…
Er was echter voortdurend onenigheid tussen de twee aandeelhouders: Hayek wilde dat zijn merknaam Swatch in de naam van de nieuwe auto voorkwam, de Duitsers wilden een neutrale naam. Uiteindelijk werd het de afkorting Smart – voor Smart Mercedes Art en als verwijzing naar het slimme idee achter de auto, hoe verzin je het…
Productie in Frankrijk
Er kwam een nieuw fabriekscomplex – in Hambach, Frankrijk. Om de kosten voor MCC te beperken, liet het de toeleveranciers hun eigen fabrieken ‘aan’ de productielijn van MCC bouwen. De toeleveranciers bouwden daar hun eigen modules, die op de assemblagelijn van MCC werden opgebouwd tot complete auto’s. Het complex kreeg al snel de naam ‘Smartville’. Het benodigde kapitaal leverde Daimler-Benz. Daarvoor kreeg het een belang van 81 procent in MCC; Hayeks aandeel kromp daarmee naar 19 procent.
Instabiel
De Smart zou begin 1998 op de markt verschijnen, maar tijdens de laatste ontwikkelingsfase bleek het autootje instabiel. De introductie werd daarom uitgesteld tot het eind van dat jaar. In de tussentijd verlaagden de ingenieurs van MCC het zwaartepunt van de auto, vergrootten ze de spoorbreedte, pasten ze de besturing aan, monteerden ze extra brede achterwielen, maakten ze de wielophanging stijver en brachten ze ballast aan in de voorzijde. Daarmee zou de Smart de destijds roemruchte elandproef goed moeten doorstaan.
Hayek exit
De Smart verscheen in oktober 1998 op de markt. Hayek was echter niet tevreden met de productieversie. Hij had onder meer een hybride aandrijflijn in de auto willen zien, maar uiteindelijk was de auto voorzien van een dwars achterin geplaatst driecilinder 600 cm3 turbomotortje van Mercedes-Benz. Hayek liet zich uitkopen door Daimler-Benz en de Duitsers veranderden de naam al snel in Smart GmbH.
Succes
De Smart citycoupé – later fortwo – was niet direct een groot succes. Hij was relatief kostbaar en misschien wel té afwijkend van wat de consument verwachtte. Bovendien had de eerste generatie de nodige kwaliteitsproblemen, met motoren die na 40.000 km al vervangen moesten worden. Maar als reclameobject en bedrijfs-stadsauto sloeg de Smart uiteindelijk toch aan. Het jaar 2002 was met ruim drieduizend stuks het succesvolste jaar van Smart in Nederland.
Smart Centers
De Smart werd de eerste jaren verkocht vanuit zogenoemde Smart Centers. Die hadden allemaal dezelfde architectuur, met een laag, rond gebouw voor showroom, verkoop en werkplaats, en een vierkante glazen toren waar de voorraadauto’s stonden. Die diende tegelijk als reclamezuil. Na de volledige overname door Daimler-Benz ging de Smart-verkoop naar de Mercedes-Benz-dealers. Her en der zijn nog Smart-torens langs de snelwegen te zien – meestal leeg en verlaten.
Plastic panelen
Wat is er nou zo bijzonder aan de Smart, behalve dat hij zo klein is? Bijvoorbeeld de plastic carrosseriepanelen, die je vrij eenvoudig kunt vervangen als je schade hebt of de kleur beu bent. Ook het interieur was te voorzien van allerlei kleurige details. De Smart Centers hadden allerlei zaken in voorraad en je kon ze zelf aanbrengen.
Tridion-cel
Maar het belangrijkste is dat de Smart is opgebouwd rond de zogenoemde Tridion-cel – het metallic grijze of zwarte gedeelte van de carrosserie. Dat is een veiligheidskooi, waarbinnen bijna alle componenten van de auto zijn bevestigd. Er is dus niets wat op kreukelzones lijkt, maar de Tridion-cel is zo sterk dat de Smart in het geval van een aanrijding eerder wegkaatst dan verkreukelt.
Hoe rijdt dat?
Je moet wel je vooroordelen overboord zetten. De Smart is ruim genoeg, de stoelen zitten fijn en je zit iets hoger dan in andere kleine autootjes. De voorruit staat ver weg en reikt bijna tot de uiterste voorkant van de auto. Door de korte wielbasis word je in de stad behoorlijk door elkaar geschud, zeker over verkeersdrempels. Op de snelweg rijdt de stadsauto eigenlijk nog het lekkerst. En als er file is, is er altijd wel een gaatje groot genoeg voor de Smart op de baan waar het verkeer sneller rijdt. Over gaatjes gesproken: de Smart past in de kleinste parkeerplekjes. Maar eerlijk is eerlijk: als je hem dwars parkeert, moet je er wel rekening mee houden dat je toch ruimte genoeg hebt om de lange deuren voldoende te openen. Meestal is gewoon parkeren slimmer.
Kabaal
De Smart is behoorlijk onderstuurd, wat wil je ook met die smalle voorwielen en die brede achterwielen. De topsnelheid is afgeregeld op 135 km/uur. De motor maakt best wat kabaal, maar dat is ook niet zo gek, want je zit er bijna bovenop. De transmissie schakelt niet snel – een van de bekende kritiekpunten van de autopers destijds. Je moet rekening houden met een vertraging van een seconde of drie. En toch… is ie leuk!