Auto’s van Toen: Messerschmitt Kabinenroller
Je moet het maar durven: in een driewielertje met een transparante kap de weg op. Mijn ouders waren zo moedig!
Door Paul Spek. Als (model)autoliefhebber schrijft hij wekelijks de rubrieken AutoRAI in Miniatuur en Auto’s van Toen. Rijdt een smart citycoupé en een Ford Streetka. |
De naam Messerschmitt is vooral bekend van de vliegtuigen in de Tweede Wereldoorlog. Maar toen die fabrikant om voor de hand liggende redenen geen vliegtuigen meer mocht bouwen, maakte Willy Messerschmitt uiteindelijk de overstap naar auto’s, zogenoemde dwergautootjes.
Vliegende Hollander
Ingenieur en uitvinder Fritz Fend bouwde na de oorlog driewielige invalidenautootjes, met twee wielen voor en eentje achter. Die werden aangedreven met een mechanisme zoals dat van een zogenoemde Vliegende Hollander: door de stuurkolom naar voor en achter te bewegen, bracht de bestuurder het achterwiel in beweging. Later monteerde Fend kleine tweetaktmotoren – wat de invaliden ongetwijfeld konden waarderen – en doopte het vehikeltje Flitzer. Ja, echt!
“Fritz Fend nam voor serieproductie van zijn Flitzer contact op met vliegtuigbouwer Messerschmitt, die in zijn fabriek geen vliegtuigen mocht bouwen”
Messerschmitt
De Fend Flitzer was van 1948 tot 1951 op kleine schaal in productie. Hij werd ook door mensen zonder lichamelijke handicap gekocht. Dat gaf Fend het idee dat er voldoende vraag naar zijn autootje moest zijn voor serieproductie. Hij nam contact op met vliegtuigbouwer Messerschmitt, die in zijn fabriek immers geen vliegtuigen meer mocht bouwen.
Klein!
Messerschmitt wilde meewerken, maar hij wilde alleen tweezitters bouwen. Fend leverde in de loop van 1952 een prototype en in het voorjaar van 1953 debuteerde de Messerschmitt KR175 op de Autosalon van Genève. KR staat voor Kabinenroller. Het dwergautootje oogt als een vliegtuigje zonder vleugels en hij is zó klein – 2,82 m lang, 1,22 m smal en 1,20 m laag – dat ie ook naast een Smart Fortwo in het niet valt.
“De Messerschmitt KR175 debuteerde op de Autosalon van Genève van 1953. Het dwergautootje oogt als een vliegtuigje zonder vleugels”
Motorfietsstuur
De Messerschmitt werd – zoals de typenaam al aangeeft – aangedreven door een 175 cm3 eencilinder tweetaktmotor op het achterwiel. De bestuurder had een soort motorfietsstuur en hij gaf gas door aan een van de handgrepen te draaien. Later kreeg de Kabinenroller conventionele pedalen. Een moedige passagier kon achter de bestuurder plaatsnemen. Mijn ouders – zie de oude foto – namen zelfs mijn oudere broertje nog mee.
Plexiglazen koepel
Het interieur was toegankelijk via een volledig transparante plexiglazen koepel, die nota bene aan de rechterkant – dus aan de stoepkant – scharniert. In- en uitstappen moest dus aan de straatkant. Ook toen al was de Messerschmitt een rariteit en aan de plexiglazen koepel heeft het dwergautootje ook zijn bijnaam Schneewittchensarg te danken.
“De iets groter gemotoriseerde KR200 had een topsnelheid had van ongeveer 90 km/uur”
Productie naar FMR
In de loop van 1956 kreeg Messerschmitt van de Duitse overheid de opdracht om weer vliegtuigen te bouwen. De productie van de Kabinenroller ging over naar Fahrzeug- und Maschinenbau Regensburg GmbH (FMR). Een van de mannen achter dit bedrijf was Fritz Fend.
KR200
FMR produceerde de iets groter gemotoriseerde KR200 – die een topsnelheid had van ongeveer 90 km/uur –nog tot in 1964. De KR200 was er onder meer ook als cabriolet en uitgeklede sportversie. Grappig is dat de KR200 geen achteruitversnelling had. De bestuurder kon de motor andersom laten lopen door de contactsleutel de andere kant op te draaien. Daardoor had de KR200 ook vier versnellingen ‘achteruit’.
“De vierwielige Tg 500, in de volksmond Tiger, was nogal kostbaar, er zijn er niet veel verkocht”
Tg 500 ofwel Tiger
In 1957 verscheen ook de Tg 500, in de volksmond Tiger. Deze vierwielige variant van de Kabinenroller werd aangedreven door een tweecilinder tweetaktmotor van bijna 500 cm3. Omdat de Tg 500 nogal kostbaar was, zijn er niet veel verkocht. Hoewel niet duidelijk is wat het productieaantal is, werd de auto niet gehomologeerd voor de autosport omdat er minder dan vierhonderd zouden zijn geproduceerd.
Moderne versies
Fritz Fend bleef zich bezighouden met het Kabinenroller-concept en presenteerde in de jaren tachtig – kort voor zijn dood – nog een gemoderniseerde versie, de F2000. Die auto is na zijn dood voltooid en is als unicum toegelaten voor de openbare weg.
In 1994 presenteerde het bedrijf Tiger Automobile GmbH de TIGER T1 Kabinenroller – een redelijk exacte replica van de originele TG500, maar voorzien van de modernste techniek. De TIGER T1 werd aangedreven door een 1,3-liter Rover viercilinder lijnmotor en moest 78.000 Duitse mark opbrengen. De productie bleef niet verwonderlijk op één exemplaar steken.