Auto’s van Toen: Citroën Ami
Vreemde eend…
Door Paul Spek. Als (model)autoliefhebber schrijft hij wekelijks de rubrieken AutoRAI in Miniatuur en Auto’s van Toen. Rijdt een smart citycoupé en een Ford Streetka. |
Rond 1960 bestond het gamma van Citroën uit… de Eend en de Snoek. Daar was dus nog ruimte voor nieuwe modellen. In 1961 verscheen de Citroën Ami 6. Wie kent hem nog?
Citroën afwezig in middensegment
Met de hightech DS voor de gegoede burgerij en de goedkope en functionele 2CV was Citroën helemaal niet vertegenwoordigd in het grote middensegment van de markt. De autofabrikant besloot een nieuwe auto te ontwikkelen waarmee het dat grote gat in het gamma voor een deel zou dichten. Dat werd de Ami.
“Met de hightech DS voor de gegoede burgerij en de goedkope, functionele 2CV was Citroën helemaal niet vertegenwoordigd in het grote middensegment.”
Kostenoverwegingen
De Citroën Ami werd uit kostenoverwegingen gebaseerd op de 2CV, de Lelijke Eend dus. Dat betekent een platformchassis, wielophanging met heel lange veerwegen en een luchtgekoeld tweecilindermotortje. De briefing voor de Ami 6 schreef een maximale lengte van 4,00 meter voor, met een grote bagageruimte en ook veel ruimte voor de inzittenden.
Bertoni: autodesigner, architect en kunstenaar
Citroëns designer, Flaminio Bertoni, kreeg de opdracht de auto vorm te geven. Hij had ook de Traction Avant, de 2CV en de DS ontworpen. Bertoni – niet te verwarren met Bertone, de veel bekendere Italiaanse autodesigner – was liefhebber van kunst en ook architect. Zijn werk wordt wel gezien als sculptuur. De carrosserieën die Bertoni ontwierp, wijken dan ook duidelijk af van wat gebruikelijk was. Het opvallendste element van de Ami was zijn achterruit, die ‘achterover’ helt. Dat had Bertoni gedaan om de achterpassagiers extra hoofdruimte te bieden, terwijl die ruit tegelijk een grotere kofferklep mogelijk maakt.
“Het opvallendst aan de Ami is zijn achterruit, die ‘achterover’ helt. Daarmee hebben de achterpassagiers meer hoofdruimte en is een grotere kofferklep mogelijk.”
Ribbels en plooien
De hele carrosserie van de Ami zit vol met ribbels en plooien, hollingen en bollingen. Die moesten het dunne plaatwerk wat extra stevigte geven. De Ami was overigens een van de eerste auto met ovale koplampen, maar de achterlichtjes waren juist heel traditioneel en universeel rond.
Familietrekjes
De Ami – Frans voor ‘vriend’ – was voorzien van schuifruitjes in de portieren. En een uitsnede in het spatbord voor het achterwiel ontbrak, net als bij de Eend en de Snoek. Dat zorgde wel weer voor wat familietrekjes, al weken de auto’s allemaal sterk van elkaar af.
“Alle ribbels en plooien, hollingen en bollingen geven het dunne plaatwerk van de Citroën Ami wat extra stevigte.”
Ami 8
In 1969 verscheen de Ami 8 – een iets strakgetrokken en gemoderniseerde versie van de originele Ami 6. Die was voorzien van een hatchback en net als de Ami 6 was hij er ook als Break (‘Brèk) – de stationwagon die met vier, maar als bestelauto ook met twee portieren leverbaar was. De Nederlandse Wegenwacht heeft vanaf 1973 ook nog een tijdje de Ami 8 Service in gebruik gehad.
M35
In 1971 en 1972 experimenteerde Citroën in samenwerking met het Duitse NSU met rotatie- ofwel wankelmotoren – draaischijvenmotoren zoals Mazda die ook jarenlang heeft gebruikt voor de modellen in de RX-serie. De auto’s – M35 genoemd (BMW gebruikte de M pas later voor zijn sportiefste modellen) – hadden een carrosserie die leek op die van de Ami 8, maar de M had maar twee portieren en een langere, coupéachtige achterzijde.
“In 1971 en 1972 experimenteerde Citroën in de M35 met rotatie- ofwel wankelmotoren.”
Geen succes
Citroën bouwde 267 exemplaren van de M35, die werden verdeeld onder geselecteerde klanten, die de auto langdurig in de praktijk moesten testen. Na de praktijkproef wilde Citroën alle exemplaren weer terug hebben en slopen, maar op een of andere manier is een klein aantal aan dat lot ontkomen. Collectors’ items…
In totaal heeft Citroën tussen 1961 en 1978 ruim 1,8 miljoen Ami’s gebouwd. Waar zijn ze toch gebleven…