Auto’s van Toen: AMC Gremlin
Duivels karretje
Door Paul Spek. Als (model)autoliefhebber schrijft hij wekelijks de rubrieken AutoRAI in Miniatuur en Auto’s van Toen. Rijdt een smart citycoupé en een Ford Streetka. |
Heus, ze reden óók in Nederland – als jongetje was ik erdoor gefascineerd. Ze zijn inmiddels spoorloos verdwenen. De AMC Gremlin was een ‘sub-compact’ – een heel kleine auto voor Amerikaanse begrippen.
Fusie
AMC (American Motors Corporation) was in 1954 ontstaan uit een fusie van de autofabrikanten Nash en Hudson. Dat laatste merk ken je misschien wel van Doc Hudson uit de film Cars – overigens speelt de AMC Gremlin als Grem ook een rol in Cars 2. Beide merken hadden enige ervaring met kleine auto’s, want AMC liet het Britse merk Austin in Groot-Brittannië de kleine Metropolitan bouwen, die vooral als Nash, maar ook als Hudson werd aangeboden.
“AMC ontstond uit een fusie van Nash en Hudson. Dat laatste merk ken je van Doc Hudson uit Cars – overigens speelt de AMC Gremlin een rol als Grem in Cars 2”
Onafhankelijk AMC
AMC was een combinatie van de laatste ‘onafhankelijke’ autoproducent in Amerika, die zo hoopten weerstand te kunnen bieden aan de overmacht van General Motors, Ford en Chrysler. De eerste twee zouden in 1971 ieder een nieuwe sub-compact op de markt brengen. Het ontbrak AMC eind jaren zestig echter aan de financiële middelen om óók zo’n nieuw model te ontwikkelen.
Europees formaat
Het idee ontstond om op basis van de AMC Hornet – een voor Amerikaanse begrippen compacte sedan die in 1969 was geïntroduceerd – een autootje van Europees formaat te ontwikkelen. AMC’s designchef, Dick Teague, had in 1966 al eens tijdens een vliegreis een schetsje gemaakt, volgens de overlevering nota bene op een kotszakje. Dat was de AMC AMX-GT Concept. AMC nam de styling van de achterzijde over voor de Gremlin.
“AMC’s designchef Dick Teague had in 1966 al eens tijdens een vliegreis een schetsje voor een kleine auto gemaakt, volgens de overlevering op een kotszakje”
Flinke hap
De jonge designer Bob Nixon ontwierp het nieuwe model. Hij nam een flinke hap uit de wielbasis van de Hornet: die ging van 2,74 naar 2,44 meter en de lengte kromp van 4,55 tot 4,09 m. Daarmee was de Gremlin maar een centimeter of vijf langer dan de ook in Amerika populaire Volkswagen Kever.
Dode hoek
De Gremlin was tot de B-stijl vrijwel gelijk aan de Hornet. Maar met de ingekorte, schuin afgekapte carrosserie was het achterste zijruitje gereduceerd tot een driehoekje. De driehoekige C-stijl zorgde voor een megagrote dode hoek. De AMC Gremlin verscheen op 1 april 1970 als tweezits prijsbreker zónder achterklep, en als vierzitter. Maar de achterpassagiers hadden amper uitzicht, noch beenruimte. Alleen de vierzitter had een achterruit die open kon, als derde deurtje.
“De Gremlin verscheen in 1970 als tweezits prijsbreker zónder achterklep, en als vierzitter. Maar de achterpassagiers hadden amper uitzicht, noch beenruimte”
‘Eerste sub-compact’
AMC prees de Gremlin aan als America’s first sub-compact, maar in feite was de al genoemde Metropolitan van hetzelfde concern dat. In de verhoudingsgewijs lange neus van de Gremlin monteerde AMC een 3,3-liter zescilinder lijnmotor – in een auto ter grootte van de Volkswagen Kever! Die motor leverde weliswaar maar 95 kW (130 pk), goed voor een acceleratie van 0 naar 100 in… 15 seconden, maar toch. Een 3,8-litermotor met 108 kW (147 pk) was een optie. Later was de Gremlin zelfs met een 5,0-liter V8 leverbaar.
X
In 1971 verscheen de Gremlin X. Die was voorzien van bredere wielen, die de wielkasten beter vulden, een dashboard in carrosseriekleur én body striping. Die striping lijkt vooral bedoeld om de enorme C-stijl wat op te vrolijken.
“In de lange neus van de Gremlin monteerde AMC een 3,3-liter zescilinder lijnmotor – later was hij zelfs met een 5,0-liter V8 leverbaar”
Facelift
In 1977 kreeg de Gremlin een ingrijpende facelift. AMC kortte de neus met tien centimeter in, dus de spatborden en de motorkap werden vernieuwd en ook de achterruit en de achterlichten werden gewijzigd. Daardoor oogde de Gremlin iets minder eigenaardig. Dat jaar bood AMC de Gremlin ook aan met de tweeliter viercilindermotor van de… Porsche 924. In de loop van 1978 stopte AMC de productie. De Gremlin werd opgevolgd door de Spirit – een ingrijpend gewijzigde Gremlin, met een veel conventionelere vormgeving en normale achterste zijruiten.
Schattig of controversieel
Hoofddesigner Dick Teague noemde de Gremlin ‘cute or controversial’ – schattig of controversieel. De auto’s van AMC – een niche-merk – hadden onder zijn leiding een styling die de meningen verdeelde. En dan die naam. Gremlin – pechduiveltje. Maar AMC had vertrouwen in het autootje en omschreef het wezen liever als vriendje en een boeman voor vijanden. Marketing… Hoe dan ook, de vormgeving van de Gremlin was zonder meer onderscheidend. Teague: “Niemand had aandacht aan de auto besteed als hij er had uitgezien als de auto’s van Ford, GM en Chrysler.”
“In 1977 bood AMC de Gremlin ook aan met de tweeliter viercilindermotor van de… Porsche 924”
Elektrisch
In 1973 bouwde EFP (Electric Fuel Propulsion Company) in motorcity Michigan een aantal elektrisch aangedreven auto’s, waaronder de AMC Gremlin. Het bedrijf noemde de tweepersoonsauto X-144 en voorzag hem van een 15 kW elektromotor en een 144 volt kobalt-lood-batterij. De prestaties zouden vergelijkbaar zijn met die van de gewone Gremlin, maar de topsnelheid lag onder de 100 km/h. Uitvinder “Cotton” Whatley uit Texas bouwde ook elektrische Gremlins en verkocht die tussen 1973 en 1978 via diverse dealers. Deze Gremlin Electric had een topsnelheid én een actieradius van 80 kilometer. Ach, in Amerika mocht je toch al nauwelijks harder rijden.