De schokbrekers van de auto zorgen ervoor dat trillingen worden weggenomen. Dat is niet alleen fijn voor het comfort, maar ook voor de veiligheid. Dankzij de schokbrekers blijft de auto stabiel, zodat je ook in bochten of bij hard remmen de volle controle behoudt. Zo zorgen schokbrekers indirect voor meer grip van de auto.

Schokbrekers versleten?

Hoe merk je dat de schokbrekers versleten zijn? Bijvoorbeeld doordat de auto langer blijft nadeinen wanneer je over oneffenheden rijdt, of aan één kant dieper inveert als je over een drempel rijdt. Ook kan de auto gevoeliger worden voor zijwind, verder overhellen in een bocht of dieper inveren bij het afremmen. In het ergste geval kan het wiel bij de betreffende schokbrekers zelfs gaan stuiteren terwijl de auto op een ogenschijnlijk vlakke weg rijdt. Dit merk je in de auto als een hinderlijke trilling. Dan is de schokbreker écht aan vervanging toe.

Aangezien de slijtage van de schokbrekers geleidelijk gaat, sluipen deze slijtagekenmerken ook langzaam in het rijgedrag. Als je vaak met de auto rijdt, merk je misschien niet eens dat ze schokbrekers minder goed zijn gaan werken. Nu je de kenmerken van versleten schokbrekers kent, let er dan eens goed op bij de eerstvolgende rit.

Ook aan de schokbrekers zelf is soms te zien of deze defect zijn. Bij de meeste auto’s zijn de schokbrekers normaal gesproken niet of lastig te zien, maar je kunt ze goed bekijken als je bijvoorbeeld de winterwielen wisselt voor de zomerwielen of andersom. Let dan op zaken als verdroogde of verscheurde rubbers en andere afdichtingen. Ook vloeistofvlekken zijn een indicatie van een defect. Een laatste kenmerk is niet zichtbaar bij de schokbrekers, maar aan de banden: een ongelijke slijtage kan duiden op versleten schokbrekers. Gemiddeld gaan schokbrekers zo’n 100.000 tot 120.000 kilometer mee.

Schokbrekers vervangen: zo doe je dat

Het vervangen van de schokbrekers kan je door de garage laten doen, maar vaak kan je dit ook zelf doen. In grote lijnen is dit zelfs vrij eenvoudig. Zorg dat de auto op een hefbrug of vergelijkbare installatie staat, uiteraard met de wielen van de grond. Op een krik kan dus ook. Plaats de achteras op steunen, want afhankelijk van de constructie kan deze onder de auto uit vallen zodra de schokbrekers los zijn.

Verwijder de wielen en vervolgens haal je de bevestigingsbouten van de schokbreker los. Als dit lastig gaat, probeer dan de spanning op de veren weg te nemen door de achteras beter te ondersteunen. Soms zitten er nog meer zaken aan de schokbreker vast, bijvoorbeeld een houder voor de remleidingen. Maak ook dat soort zaken los. Als de schokbreker helemaal los is, is het een kwestie van de oude schokbreker eruit halen en de nieuwe erin zetten. Denk eraan dat je de schokbreker goed om monteert: de bovenkant hoort over de onderkant te schuiven, niet andersom. Vervolgens kan je alles weer vastdraaien.

Bovenstaande omschrijving is in ieder geval van toepassing voor de achteras. Bij de vooras kan het wat ingewikkelder zijn. Daar zit de schokbreker vaak namelijk in de veerpoot, in plaats van ernaast. In het voordelige geval moet ook de veer worden vervangen, want dan kunnen beide in één keer worden gedemonteerd. Als de veer nog goed is, zal je ook de veerpoot uit elkaar moeten halen.

Info gehaald uit:

https://www.onderdelenshop24.com/schokbrekers
https://klus-auto.nl/onderhoud/schokbrekers-vervangen-zelf-doen/