
Toekomstige kentekenseries in Nederland: combinaties voor de komende 20 jaar
Een blik in de toekomst
![]() |
Door Bart Oostvogels. Mede-hoofdredacteur AutoRAI.nl en MotorRAI.nl. In de wieg gelegd als automotive journalist. Een échte nieuwsjager en liefhebber van auto’s én motoren. Hoe lichter, hoe beter! Als het maar wielen heeft. |

In juni 2024 werd de elfde kentekenreeks ingevoerd, de combinatie XXX-99-X. Naar verwachting gaat deze kentekenserie ongeveer zes tot acht jaar mee. Dat is afhankelijk van diverse factoren, zoals subsidies van de overheid. Voorlopig zijn we nog wel even zoet met de huidige kentekenreeks. Maar ook de toekomstige kentekenseries zijn al bekend. Dit zijn de combinaties voor de komende 20 jaar.
Elfde kentekenserie
Op het moment van schrijven hebben nieuw gekentekende auto’s een combinatie van drie letters, twee cijfers en ter afsluiting weer een letter. Deze elfde kentekenserie voor personenauto’s gaat ook vrij hard en dus is het best interessant om eens te kijken naar welke kentekenseries er nog meer gaan volgen. We kunnen op basis van reeds aangekondigde kentekenseries al ongeveer 20 jaar vooruit kijken, want ook de twaalfde, dertiende en veertiende kentekenseries zijn al bekend.
Serie 11 (huidige, ingevoerd in juni 2024): XXX-99-X

Toekomstige kentekenseries
Serie 12: X-99-XXX

Serie 13: 9-XX-999

Serie 14: 999-XX-9

Geen persoonlijk kenteken
De kentekencombinatie na serie 14 is nog niet bekend. Dat blijft dus nog even gissen. Er bestaat bij sommige automobilisten ook een wens voor een persoonlijk autokenteken. Maar de kans daarop is vrij klein. We schreven er al eerder over op deze website in de vorm van een interview met de RDW. “Het kentekennummer heeft meerdere gebruiksdoelen en wordt in allerlei systemen en processen in Nederland gebruikt. Het format van het kenteken – het aantal en volgorde van cijfers en letters – wordt door processen van externe partijen gebruikt, bijvoorbeeld door de politie voor handhaving. Een persoonlijk kenteken heeft geen vast format, waardoor systemen enorm complex en duur worden. Het kenteken van een voertuig is uniek. Een persoonlijk kenteken zou dat ook moeten zijn vanwege de identificatiefunctie. Dit werkt enorm beperkend op het aantal mogelijkheden”, aldus Thérèse de Vroomen, woordvoerster van RDW, destijds in het interview.
“Een persoonlijk kenteken heeft geen vast format, waardoor systemen enorm complex en duur worden.”
RDW
Opkomst Nederlands autokenteken
De opkomst van het autokenteken in Nederland is een interessant verhaal. Aan het einde van de negentiende eeuw begon het te rommelen op de Nederlandse wegen met auto’s. In 1898 vond men het tijd voor orde: iedere automobilist moest een zogeheten rijvergunning aanvragen. Bij die rijvergunning hoorde een kenteken. Daarmee was Nederland een van de eerste landen ter wereld met kentekenplaten. Hoe dat kenteken eruitzag? Gewoon een nummer. Dat kon prima, want er waren nog niet veel automobilisten.
Van provincies naar één landelijk systeem
Na kenteken 2065 werd in 1906 een nieuw kentekensysteem ingevoerd. Dit was een persoonsgebonden kenteken. Dus niet het voertuig, maar de eigenaar had een kenteken. Kocht je een nieuwe auto? Dan ging je kenteken gewoon mee. Deze nieuwe kentekens werden per provincie uitgegeven, waarbij iedere provincie zijn eigen letter had. Bijvoorbeeld de G voor Noord-Holland en H voor Zuid-Holland. Na de letter kwamen maximaal vijf cijfers, optellend vanaf het eerste uitgegeven kenteken. Wanneer 99999 was bereikt, kwam er een letter bij. In Noord- en Zuid-Holland ging het aantal kentekens bijvoorbeeld hard, waardoor ook de lettercombinaties HZ, HX, GZ en GX ontstonden.
De grote omslag in 1951
Maar hoe meer voertuigeigenaren er kwamen, hoe onpraktischer dat systeem werd. Het werd tijd dat niet de bestuurder, maar het voertuig zelf werd geregistreerd. Zo begon in 1951 een heel nieuw hoofdstuk: het kenteken werd nu voertuiggebonden. Vanaf dat moment kreeg elke auto zijn eigen unieke kenteken, in de vorm van twee letters en vier cijfers: bijvoorbeeld ND-52-45. Deze kentekens werden centraal uitgegeven door de overheid. Het systeem had ook als voordeel dat je meteen kon zien of een voertuig legaal was. Het kenteken was immers uniek. De kleur? Dat was toen nog witte cijfers en letters op een blauwzwarte achtergrond.
Geel als nieuwe kleur
In 1975 kwam er een nieuwe huisstijl voor het kenteken: geel met zwarte letters. Dat was niet zomaar een esthetische keuze. De zichtbaarheid in het donker was een stuk beter en ook flitspalen – een uitvinding van de Nederlander Gatsonides – konden er meer mee. De klassieke zwart-witte platen bleven nog wel een tijdje bestaan, maar uiteindelijk verdween het blauwzwarte bordje uit het straatbeeld, op oldtimers na. Voor die klassiekers is er een uitzondering: auto’s van vóór 1978 mogen nog altijd een blauwzwart kentekenbord voeren.
Van lettercombinaties tot slimme logica
Na 1951 rolden er verschillende combinaties van letters en cijfers over het asfalt. Denk aan XX-99-99, 99-99-XX, XX-99-XX, 99-XX-99… telkens als een reeks ‘vol’ was, werd een nieuwe structuur ingevoerd. Dat lijkt willekeurig, maar het systeem zat slim in elkaar. Je kon vaak uit het kenteken afleiden hoe oud een auto was, of in welke periode hij geregistreerd werd. In 2004 waren de vertrouwde twee-aan-tweecombinaties op en volgden onder meer 99-XXX-9 en XX-999-X, om aan de groeiende vraag te voldoen.
Serienummer – jaar van invoering voor personenauto’s – kentekenserie
1 – 1951 – XX-99-99
2 – 1965 – 99-99-XX
3 – 1973 – 99-XX-99
4 – 1978 – XX-99-XX
5 – 1991 – XX-XX-99
6 – 2000 – 99-XX-XX
7 – 2008 – 99-XXX-9
8 – 2013 – 9-XXX-99
9 – 2015 – XX-999-X
10 – 2019 – X-999-XX
11 – 2024 – XXX-99-X
12 – ?? – X-99-XXX
13 – ?? – 9-XX-999
14 – ?? – 999-XX-9
Bijzondere platen, bijzondere voertuigen
Niet ieder kenteken is geel. Nederland kent een bonte verzameling van speciale kentekens. Garagebedrijven gebruiken groene platen, tijdelijk toegekend aan voertuigen in voorraad. Taxi’s kregen in 2000 een eigen stijl: blauwe platen met zwarte cijfers. Zelfs voor aanhangwagens bestaat een aparte categorie: witte platen met hetzelfde kenteken als het trekkende voertuig. Diplomatieke auto’s rijden rond met een geel kenteken dat begint met CD (Corps Diplomatique). Je hebt ook nog een C-kenteken, ook wel een diplomatenkenteken. Dit is een kenteken dat wordt uitgegeven aan diplomaten en ander personeel van buitenlandse ambassades of consulaten. Het C-kenteken staat voor Corps Consulaire, wat duidt op een consulaire functie.
Niet alleen voor registratie
Het kenteken is in de loop van de tijd veel meer geworden dan een bordje op je bumper. Vandaag de dag is het een sleutel tot informatie. De Belastingdienst gebruikt het voor de motorrijtuigenbelasting. Verzekeraars koppelen het aan je polis en handhavingssystemen zoals flitspalen en ANPR-camera’s herkennen je nummerplaat automatisch: of je nu te hard rijdt of de milieuzone binnenrijdt.