Stikstofdeskundige: “100 km/u rijden heeft nauwelijks effect op natuur”
INTERVIEW - Jan Willem Erisman, stikstofdeskundige
Door Arie van der Spek. |
Eén van de eerste maatregelen die de overheid nam om de stikstofuitstoot in Nederland terug te dringen, was invoering van de maximumsnelheid op snelwegen van 100 km/u overdag. Volgens stikstofdeskundige Jan Willem Erisman (58) heeft die maatregel op de lange termijn eigenlijk niet zoveel zin. AutoRAI.nl gaat met hem in gesprek over de stikstofproblematiek en het aandeel van wegverkeer daarin.
Op zoek naar de nuance
“We houden niet van eenzijdigheid en dogma’s”, zegt Erisman, directeur van het Louis Bolk Instituut. Dit instituut is gespecialiseerd in duurzame landbouw, voeding en gezondheid. We spreken Jan Willem Erisman in zijn kantoor in de hoek van het gebouw. Na de opleiding Chemische Technologie doet hij aan de Universiteit van Utrecht onderzoek naar ammoniakconcentraties, -emissies, -depositie en -verspreiding, waar hij ook op promoveert. De onderzoeksgroep verhuist naar het RIVM. Daar werkt Erisman aan modellen om de neerslag van stoffen die de grond zuurder maken te berekenen. In 2012 start hij bij het Louis Bolk Instituut waar hij nu de directeur van is.
“Als schepen in internationale wateren komen, gelden er geen regels voor uitstoot.”
Debat rond stikstofcrisis
Ondanks zijn zorgen om het milieu, vindt hij zichzelf geen activist. Liever zoekt hij de nuance in wetenschappelijke oplossingen. Die nuance vindt Erisman belangrijk in het debat rond de stikstofcrisis. “Ook de boeren zitten vast in een systeem. Wat dat betreft zijn er eigenlijk alleen maar verliezers.” Volgens Erisman zijn het vooral de bedrijven die zich stil houden, waar naar gekeken moet worden. “Zoals bijvoorbeeld de producenten van veevoer. Het verdienmodel van deze producenten is gekoppeld aan de verkoop van zoveel mogelijk eiwitrijk voer. Daardoor stijgt de productiviteit van de dieren, maar ook de uitstoot van ammoniak.”
Stille sectoren
“Een sector die zich – in ieder geval in de media – ook stilhoudt, is de scheepvaart. Het is ook lastig daar veel regels aan te binden”, weet de hoogleraar Integrale Stikstofstudies. “Als de schepen in internationale wateren terecht komen, zijn er eigenlijk helemaal geen regels meer over uitstoot. Ze gebruiken dan gewoon de meest goedkope brandstof.”
“Ook de boeren zitten vast in een systeem.”
Luchtvaart
Een andere ‘stille sector’ is de luchtvaart. Zelf is Erisman twee jaar geleden bewust gestopt met vliegen. “Afgelopen zomer zou ik een week naar Amerika gaan. Dat heb ik afgezegd. Uiteindelijk heb ik anderhalf uur via Skype een gesprek gevoerd en dat bleek ook voldoende. De luchtvaart heeft niet zo’n grote rol in het hele stikstofprobleem.” Volgens Erisman is het totale aandeel van de luchtvaart – ook boven de 900 voet (274 meter) – ongeveer 1,1 procent van de totale depositie in Nederland.
Wegvervoer en elektrische auto’s
Na de landbouw, scheepvaart en luchtvaart komen we bij het wegverkeer. Wegverkeer is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de uitstoot van stikstofoxide, hoewel de afgelopen decennia motoren wel een stuk schoner zijn geworden. Johan Vollenbroek betoogde in een eerder interview dat elektrische auto’s geen oplossing zijn voor het aandeel van de mobiliteitssector in de stikstofcrisis zo lang de stroom voor de voertuigen niet groen is.
“Zo’n dertig tot veertig procent van de stikstof die hier neerslaat komt uit het buitenland.”
Andere mening
Erisman is het daar niet helemaal mee eens. “Wat betreft het opwekken van de stroom heeft Vollenbroek gelijk, netto maakt het niet uit of stikstof uitgestoten wordt door een auto of door een centrale. Lokaal maakt het echter wel degelijk een verschil voor de luchtkwaliteit. Elektrische auto’s stoten namelijk op de weg geen stikstof uit, waardoor de lucht in gebieden met veel verkeer schoner wordt. Voor het klimaat maakt het dus niet echt uit of je elektrisch rijdt of niet, maar voor de mens wel.”
Korte termijnvisie
Toch is stikstofoxide uiteindelijk een technisch probleem. “Stikstof is een bijproduct en komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstof. Het doet niets, je hebt er niets aan. Omdat het een technisch probleem is, is de oplossing ook technisch.” Wat die oplossing precies is, weet Erisman ook niet, maar hij denkt dat het in de hoek van energiebesparing en de productie van duurzame energie ligt. Zelf is hij in ieder geval geen voorstander van de kortetermijnoplossingen die nu doorgevoerd worden door de overheid, zoals het verlagen van de maximumsnelheid naar 100 km/u. “Het is de enige oplossing die het kabinet op relatief korte termijn kon doorvoeren, vandaar dat daarvoor gekozen is. Op lange termijn heeft de natuur er alleen niet zoveel aan.”
“Waarom rijden we nog op vier wielen?”
Programma Aanpak Stikstof
“Uit de uitspraak van de Raad van State bleek ook niet dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet mogelijk was. De PAS is oké, het probleem is alleen dat er geen doelstellingen zijn voor het verlagen van de uitstoot en daarmee het gezond houden van de natuur. Als die er zijn of komen, kan de PAS gewoon doorgaan. De regering zou er goed aan doen naar de lange termijn te kijken. Maar ja, mensen zijn lui. Pas als het echt mis gaat, worden we innovatief, dan zijn de oplossingen er zo.” (zie extra uitleg over PAS onderaan dit artikel)
Harde maatregelen
Daarom moeten er wat Jan Willem betreft ook harde maatregelen worden genomen. “Volgens onder andere de WUR (Wageningen University and Research) moet de landelijke uitstoot van stikstof met vijftig procent naar beneden om de doelstellingen voor de natuur te halen. Ik vind dat alle sectoren daaraan moeten bijdragen. Dus wat mij betreft leveren alle sectoren de komende tien jaar vijftig procent stikstof in. Dat geldt ook voor het buitenland. Er moeten ook internationale afspraken komen, want zo’n dertig tot veertig procent van de stikstof die hier neerslaat komt uit het buitenland.”
“Het verlagen van de maximumsnelheid was de enige oplossing die het kabinet op korte termijn kon doorvoeren, maar uiteindelijk heeft de natuur er niet zoveel aan.”
Eerlijk?
Maar is het wel eerlijk dat iedereen evenveel moet bijdragen? De bouw is immers maar verantwoordelijk voor een heel klein deel van de uitstoot, terwijl de landbouw en het wegverkeer een veel groter aandeel hebben. Erisman gebruikt de redacteur van dit artikel als voorbeeld. “Kijk, jij bent met de auto hè. Daarmee stoot je niet zoveel uit. Maar al die auto’s samen zorgen voor teveel uitstoot. Zo werkt het ook met de bouw ten opzichte van de andere sectoren. Daarbij komt dat ook in de bouw de stikstofuitstoot relatief eenvoudig naar beneden kan worden gebracht. Uiteindelijk zijn we allemaal verantwoordelijk voor het probleem, dus moeten we ook samen aan een oplossing werken.”
LEES OOK: Opel CEO over klimaatprobleem: “minder vlees eten helpt”
Harde maatregelen leiden tot creativiteit
“Een mooi bijproduct van harde maatregelen is dat het mensen drijft tot creativiteit”, zegt Erisman. Hij gebruikt het voorbeeld van de Amerikaanse president Kennedy. “Hij zei: ‘we gaan naar de maan’, terwijl ze daar de technologie nog helemaal niet voor hadden, maar toen zijn ze dat wel gaan regelen. Wat dat betreft kan ik niet wachten tot de olie op is.” Voor auto’s heeft hij nog wel wat innovatieve ideeën. “Waarom rijden we nog steeds op vier wielen? Misschien moeten we wel de lucht in…”
Extra uitleg over stikstof en PAS
Natura-2000 gebieden en de PAS
Om de natuur en de bevolking in Europa te beschermen, introduceerde de Europese Unie in de jaren zeventig van de vorige eeuw de Natura 2000-gebieden. Deze gebieden worden beschermd door Europese regelgeving die stelt dat de natuur niet achteruit mag gaan, doordat bijvoorbeeld teveel stikstof neerslaat. In Nederland hebben we 166 van deze gebieden, te vinden door het hele land. De Europese richtlijnen maken het moeilijk om projecten waarbij stikstof vrijkomt in de buurt van deze gebieden te starten.
Daarom werd de PAS (Programma Aanpak Stikstof) in het leven geroepen. Dankzij deze wet werd het mogelijk om toch een vergunning te krijgen voor projecten waarbij uitstoot van stikstof onvermijdelijk in Natura 2000-gebieden terecht zou komen. De overheid zou die uitstoot in de toekomst compenseren. PAS gaat echter tegen de Europese regels in, omdat het niet duidelijk is op wat voor manier de uitstoot wordt gecompenseerd. In de praktijk vindt er ook geen compensatie plaats. Daarom stapte de stichting Mobilisation for the Environment (MOB) van Johan Vollenbroek naar de Raad van State en zorgde ervoor dat PAS in de prullenbak belandde. Het verkrijgen van een vergunning voor bijvoorbeeld een bouwproject of de uitbreiding van een stal werd daardoor ineens erg moeilijk. Om de bouw wat ruimte te geven, werd besloten om de maximale snelheid in heel Nederland terug te brengen naar 100 km/u.