Servais Knaven: “Soms scheelt het millimeters”
Ploegleider Team Sky over de auto tussen de fietsen
Door Tom Nederend. Altijd op zoek naar trends: Auto & Economie is zijn terrein. |
Servais Knaven (48) is ex-wielrenner en ploegleider van de grootste wielerploeg ter wereld: het Britse Team Sky. Als ploegleider heeft hij z’n fiets verruilt voor een auto. Achter het stuur van een Ford Mondeo ST-Line beleeft hij hachelijke momenten. “Soms scheelt het millimeters,” zegt hij vlak voor de Vlaamse semi-klassieker Gent-Wevelgem.
Het is nog vroeg op de zondagochtend. De klok in de lobby van hotel Auberge du Pêcheur – op een steenworp van Gent – slaat 7 uur, maar die staat nog op wintertijd. “Goed dat je het zegt,” zegt de ober van dienst. Hij haalt de klok van de wand en draait de wijzer een uur vooruit, terwijl de eerste renners van Team Sky binnendruppelen voor het ontbijt. Geen croissantjes, maar pasta, rijst en american pancakes heeft de eigen chef bereid. En die voedingsbodem is nodig, want over ruim 3 uur gaan de mannen van start in de Belgische semi-klassieker Gent-Wevelgem. Dat betekent 250 kilometer lang wind, kasseien en een paar korte, pittige klimmetjes.
Buiten, op de ruime parkeerplaats van het hotel leggen de mechaniekers (Vlaams wielerjargon voor materiaalmannen) van Team Sky de laatste handen aan de fietsen. Banden worden op spanning gebracht, reservefietsen op het dak van de 2 ploegleidersauto’s geplaatst. Ploegleider Servais Knaven ziet het tevreden aan en neemt nog een slok koffie. Zijn voorbereiding zit erop; de teambespreking is achter de rug en nu is het nog een uur wachten tot ze naar de startlocatie mogen. Knaven neemt straks plaats achter het stuur van wagen 1, een prachtig glimmende Ford Mondeo ST-Line. “Geniet er maar van, zo ziet hij er straks niet meer uit,” grapt Knaven.
En hij kan het weten. Servais Knaven is zelf van 1993 tot 2010 een zeer verdienstelijk wielrenner geweest. Zijn grootste succes boekte hij op de kasseien van Parijs-Roubaix. Maar ook zijn overwinning in de zeventiende etappe van de Tour de France van 2003 staat veel wielerliefhebbers nog helder voor de geest. Net als het winnen van het Nederlands kampioenschap in 1995 – en dus het dragen van die felbegeerde roodwitblauwe trui. Zijn specialiteit: loeihard rijden over kasseien. Juist daarom is Knaven steevast de ploegleider van dienst tijdens de voorjaarswedstrijden in Vlaanderen en Noord-Frankrijk. Parcourskennis is goud waard, zeker ook in de auto.
Wat doe je allemaal in zo’n ploegleidersauto?
“Als eerste ploegleidersauto rij ik vlak achter het peloton of achter de kopgroep als een van onze renners daar zit. Op welke plek we rijden verschilt per wedstrijd, dat hangt vaak aan een klassement of gaat via loting. Wanneer een renner iets nodig heeft steekt hij z’n hand op of roept hij via de communicatie. Dan mag ik de andere wagens voorbij en bidons of eten aangeven. En als iemand lek rijdt of valt ben ik de eerste die stopt om te helpen. Tactisch kan ik niet heel veel, behalve aanmoedigen, tijdsverschillen doorgeven en zeggen wanneer er belangrijke punten in het parcours aankomen.”
Waar moet de auto aan voldoen?
“Ruimte is heel belangrijk, vandaar dat iedereen in een station-variant rijdt. Daar passen genoeg reservewielen en bidons in. Een automaat is ook een vereiste, omdat de bestuurder vaak eten en drinken aan de renner moet geven. Dan is het onhandig als je ook nog moet schakelen. Verder is er extra communicatie ingebouwd waarmee ik met de renners kan communiceren en vaak hebben we een klein tv-scherm. Ook geen overbodige luxe: een grote stalen plaat onder de auto en extra demping. Zeker de kasseien raken nog weleens de onderkant van de auto.”
Je noemt ruimte belangrijk, waarom rijden jullie geen SUV?
“Dat mag niet vanwege de veiligheid. Een auto mag niet hoger zijn dan een bepaalde hoogte, omdat renners en volgers dan minder zicht hebben. Buiten de wedstrijd hebben we overigens wel een Ford Tourneo Custom, een S-MAX, een Edge en een Transit rijden. ”
Hoe bevalt de Ford?
“Heel goed. We rijden sinds 2016 in Ford en het is fijn als de auto precies doet wat je wil. Bovendien zitten de stoelen lekker, ook niet onbelangrijk als je soms drie weken dag in dag uit meer dan 6 uur achter het stuur zit. Veel van onze sponsorcontracten lopen aan het einde van dit seizoen af, maar inmiddels hebben we een nieuwe hoofdsponsor en dus gaat Team Sky door. Ik weet niet precies of Ford aan boord blijft, maar wat mij betreft wel. Een autosponsor is ook zeker niet vanzelfsprekend in het wielrennen, veel wielerploegen zitten zonder en regelen het op een andere manier. Daarom zijn we heel blij met Ford.”
Jullie rijden met de ploeg op dit moment tegelijkertijd in Italië, Spanje en hier in België. En soms ook op andere continenten. Hoe regelen jullie dat?
“Dat is logistiek soms best een uitdaging inderdaad. Maar dat weten we lang van tevoren en het wagenpark is groot. Als we in Australië rijden, worden er bijvoorbeeld afspraken gemaakt met lokale Ford-dealers. Dat is het voordeel van zo’n grote internationale partner.”
Het ziet er best gevaarlijk uit, die renners rijden soms heel dicht langs de auto’s. Hoe gevaarlijk is het?
“Veel van de bestuurders zijn ex-wielrenners en weten hoe de renners zich bewegen. Dat is ook wel een vereiste, want anders krijg je echt ongelukken. Er zijn ook veel ongeschreven regels, zo waarschuwen we elkaar voor bochten als er een renner komt passeren. Dan toeteren we. Die gebruiken we sowieso wel veel. Een veel groter gevaar zijn de supporters.”
Vertel.
“Supporters zijn ontzettend ongeduldig. Op het moment dat een groep renners gepasseerd is, gaan ze alweer oversteken. En dan komen wij er met de auto’s pas aan. Helemaal gevaarlijk is het als je een renner met een lekke band hebt moeten helpen en dus een inhaalrace moet maken. Mensen denken dat de koers voorbij is en dat levert hachelijke momenten op. We zijn er heel alert op, maar soms scheelt het millimeters.”
Tot slot, waarom zien we zo weinig elektrische auto’s in het wielrennen?
“Toch vanwege de vaak nog beperkte actieradius van de elektrische auto’s. In Nederland is het vrij goed geregeld qua oplaadplekken, maar dat is lang niet overal zo. Bovendien kosten de accupakketten vaak nog ruimte, terwijl we dat juist zo nodig hebben. En renners horen die stille auto’s slecht aankomen, al kunnen ze tegenwoordig ook geluid maken begreep ik. In de toekomst zie ik het zeker wel gebeuren, al is het maar vanwege het verdwijnen van de uitlaatgassen. Dan is achter de auto rijden helemaal een verademing.”
Rond de klok van 17.00 uur parkeert Servais Knaven zijn Ford Mondeo ST-Line naast de teambus van Team Sky, dicht bij de finish in Wevelgem. Geen succes voor zijn ploeg dit keer. Luke Rowe uit Wales reed wel heel de dag vooraan en eindigt uiteindelijk als 18e. De stemming bij de ploeg is er niet minder om, want voor Team Sky moet het over ruim 3 maanden in de Tour de France gebeuren. Ook daar verschijnt Knaven aan de start met z’n Mondeo ST-Line. En dan glimt hij vast weer. “Ik zei je toch dat hij smerig zou worden,” knipoogt Knaven.