Renault Scénic – Autotest
Ineens een stoere en sportieve gezinsauto
Als allerlaatste van de bestaande Renaults werd de Scénic door de Nederlandse designer Laurens van den Acker onder handen genomen. Het resultaat mag er zijn; de Scénic is ineens een stoere en sportieve gezinsauto geworden.
Toen Renault in 1996 met de Scénic kwam, bleek dat al snel een goede keuze. Een MPV in het C-segment, dat was er nog niet. Die voorsprong op andere merken is in de loop der jaren als sneeuw voor de zon verdwenen. Auto’s als de Ford C-Max, Volkswagen Touran en ook de Citroen C3 Picasso gingen erop en erover. En dus nam de druk op de vierde generatie enorm toe.
Gewaagd
Wat ons betreft is de Renault alles behalve bezweken onder die druk. Sterker nog: de Fransen hebben er het maximale uitgehaald. Neem alleen al de looks: de standaard 20-inch wielen (gewaagd!) en een meer naar de grond getrokken daklijn laten de Scénic stoer en sportief smoelen. Qua design past ‘ie verder perfect in de door Van den Acker geïnitieerde cohesie in het complete modellengamma.
Ketende kids
Eenmaal plaatsgenomen op de bestuurderszetel oogt de auto heel ruim. Dat komt vooral door de grote voorruit en het panoramische dak, plus de extra zijruiten in de A-stijl. De tweede, uitklapbare binnenspiegel – met zicht op de ketende kids – herinnert je aan de essentie van de auto: de Scénic was en is een veilige, comfortabele Franse gezinsauto.
Krap op de achterbank
Dan komen we toch op een minpunt: de beenruimte op de achterbank. Die is gewoonweg wat krap voor een family car, zeker met de uitklapbare vliegtuigtafeltjes. Natuurlijk is de Grand Scénic een goed alternatief, maar daar moet je uiteraard voor betalen. Met de kofferruimte is dan weer helemaal niets mis; met 572 liter kun je daar meer dan genoeg in kwijt.
Prima rijgedrag
Het rijden met de Scénic lijdt niet onder de nieuwe looks. Vooraf waren we benieuwd naar de eventuele invloed van de grotere wielen op het rijgedrag, maar we kunnen je geruststellen: dat merk je niet. Ook hobbels en drempels worden goed verteerd. Wel jammer is en blijft het gezucht en gesteun dat soms onder de voorkant vandaan komt. Je hoort regelmatig piepjes en geluidjes die je niet zou moeten horen.
Hybrid Assist
De 96 kW (130 pk) sterke Energy TCe 130 benzinemotor die wij reden, komt wat rustig van z’n plaats, maar eenmaal op toeren is het een levendig blok. Nieuw is sinds eind 2016 de uitvoering met Hybrid Assist-technologie, leverbaar op de handgeschakelde dieselversie met 81 kW (110 pk). Deze variant reden we overigens niet.
Premium-gevoel
Qua veiligheid en luxe scoort de Scénic erg hoog. Via het inmiddels bekende R-Link 2-multimediasysteem kun je bijvoorbeeld de achterstoelen automatisch inklappen en een stoelmassage aanzetten voor zowel de bestuurder als de bijrijders. Misschien iets kleins, maar het geeft net dat beetje extra premium-gevoel.
Verder onder meer aanwezig: Easy Park Assist, head-up display, verkeersbordenherkenning, Lane Departure Warning, Bose Surround System (top!), Active Emergency Braking System, Lane Keeping Assist en vermoeidheidsdetectie.
Z’n geld waard
De Renault Scénic rij je vanaf 26.360 euro. Dat is de Energy TCe 115 benzinemotor in de minst luxe Life-uitvoering. De Energy TCe 130 met Bose-uitvoering die wij reden kost 32.660 euro. En dat geld is de nieuwe Scénic absoluut waard.