2,26 miljard

Uit cijfers van VWE Automotive blijkt dat de totale BPM-inkomsten in 2019 zijn opgelopen tot 2,26 miljard euro. Dat is 90,48 miljoen euro méér dan in 2018, toen 2,17 miljard euro aanschafbelasting naar de schatkist vloeide. In 2017 werd 1,92 miljard euro BPM opgehaald. Het gemiddelde BPM-bedrag per nieuw verkochte auto is in 2019 voor het eerst boven de 5.000 euro uitgekomen.

UPDATE: Volgens de nieuwste cijfers van RAI Vereniging zijn de BPM-inkomsten zelfs met 98,8 miljoen euro toegenomen (2,23 miljard in 2019 versus 2,13 miljard in 2018).

Deze BPM-stijging doet opnieuw stof opwaaien. Het vorige kabinet had toegezegd dat de BPM de komende jaren stapsgewijs zou worden afgebouwd. Daarna beloofde de onlangs opgestapte staatssecretaris van Financiën, Menno Snel, dat de invoering van de nieuwe verbruikstest WLTP nooit zou leiden tot belastingverhoging voor de consument.

LEES OOK: 49 voorbeelden van auto’s die duurder zijn geworden door de invoering van de WLTP

13,9% BPM-vrij

Nu blijkt dat de BPM-inkomsten met 90,5 miljoen euro zijn gestegen, terwijl het aantal nieuw verkochte auto’s in 2019 nauwelijks is toegenomen (+ 0,6%) ten opzichte van 2018. En van de 446.114 nieuw verkochte personenauto’s was bovendien 13,9% BPM-vrij, aangezien vorig jaar 62.000 volledig elektrische auto’s geregistreerd zijn.

BOVAG en RAI Vereniging hebben er talloze keren op aangedrongen dat de BPM-tarieven omlaag moeten, omdat nieuwe auto’s sinds de invoering van de WLTP op papier gemiddeld 10% meer CO2 uitstoten. Aangezien de BPM in Nederland vrijwel volledig gebaseerd is op de CO2-uitstoot van de auto, zijn nieuwe auto’s wel degelijk duurder geworden door de invoering van een nieuwe, internationale verbruikstest.

Menno Snel heeft dit altijd tegengesproken en wijt de stijging van de BPM-inkomsten aan het feit dat er meer onzuinigere en duurdere auto’s met een hogere BPM-toeslag verkocht worden.

Lees hier alles over het gedoe rondom de WLTP-invoering en BPM-stijging