De geschiedenis van de dieselmotor
Van lawaaiig werkpaard tot verfijnd en krachtig raspaard
De dieselmotor heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Oorspronkelijk was het een zware stationaire motor die veel roet en lawaai verspreidde. Tegenwoordig zijn zelfs de kleinste auto’s verkrijgbaar met een schone, efficiënte dieselmotor. Dit is de volledige geschiedenis van de dieselmotor.
De geschiedenis van de dieselmotor begint in 1892. Rudolf Diesel is de uitvinder en naamgever van de dieselmotor. Hij vroeg in die tijd octrooi aan op een nieuwe, zuinige verbrandingsmotor. Hij overtuigde onder meer de directie van de Maschinenfabrik Augsburg om geld te steken in de ontwikkeling van zijn motor. Begin 1897 liep het prototype naar tevredenheid en vervolgens werden nog twee exemplaren gebouwd. Het volgende jaar ontving Diesel de eerste orders.
[gallerij-1]
In 1913 overleed Rudolf Diesel. Zijn geldschieter, de directeur van de Machinenfabrik Augsburg-Nürnberg (later de truckfabrikant MAN), zette de ontwikkeling van de motor voort. In 1924 reed de eerste dieseltruck, een MAN uiteraard, de eerste lange testrit van Augsburg naar Neurenberg – de vestigingsplaatsen van MAN. De 155 kilometer lange rit duurde vijfenhalf uur en de MAN-ingenieurs die de rit hadden gereden, spraken na aankomst van een vlekkeloos verlopen reis. Deze eerste dieseltruck was daarna nog tientallen jaren zonder grote storingen in gebruik.
De geschiedenis van de dieselmotor begon groot en zwaar
Oorspronkelijk waren diesels alleen geschikt voor stationaire toepassing, bijvoorbeeld in fabrieken en de mijnbouw, omdat ze alleen op een vast toerental draaiden. Door de hoge compressieverhouding veroorzaakten die dieselmotoren veel trillingen en lawaai. De motoren moesten daarom ook extra zwaar worden uitgevoerd.
[gallerij-2]
Pas toen Robert Bosch begin jaren twintig een inspuitpomp had ontwikkeld waarmee de toevoer van brandstof en daarmee het toerental van de motor kon worden gereguleerd, werd de dieselmotor ook voor de automobielindustrie interessant. Gaandeweg ontwikkelden fabrikanten kleinere, lichtere diesels die minder trillingen en lawaai veroorzaakten en geschikt waren voor toepassing in voertuigen. De eerste was dus in 1924 de MAN-truck.
Eerste personenauto met dieselmotor
In de jaren dertig brachten Mercedes-Benz en Peugeot dieselvarianten van hun bedrijfsauto’s op de markt. Peugeot werkte ook aan een dieselpersonenauto, maar de Tweede Wereldoorlog gooide roet in het eten. De eerste personenauto met dieselmotor was de Hanomag Rekord in 1933. Mercedes-Benz volgde in 1936 met de de 260D.
[gallerij-3]
Fiat kwam in 1953 met een dieselversie van de 1400, maar verder boden alleen Mercedes-Benz en Peugeot personenauto’s met dieselmotor aan. Die werden vaak als taxi ingezet en waren traag en verspreidden veel roet. De doorbraak van de dieselmotor op de particuliere markt kwam eind 1976 met de introductie van de Volkswagen Golf Diesel.
[parallex-1]
Geschiedenis van de Turbodieselmotor
Diesels waren in verhouding tot benzinemotoren altijd beduidend trager en leverden minder vermogen. Dankzij de toepassing van een turbo doet de turbodieselmotor niet onder voor zijn benzine-equivalent. De turbo zorgt niet alleen voor een hoger specifiek vermogen, maar ook voor meer efficiency, minder emissie en minder lawaai. In Europa was de Peugeot 604 in 1979 de eerste personenauto met een turbodieselmotor. Mercedes-Benz was Peugeot echter voor met de 300SD, maar die werd vanaf 1977 alleen in de Verenigde Staten en Canada verkocht.
[gallerij-4]