Europese verkoop dieselauto’s bereikt nieuw dieptepunt
Voor het eerst sinds 2009 minder diesels dan benzinemodellen
De verkoop van dieselauto’s in Europa heeft een nieuw dieptepunt bereikt. In de eerste helft van 2017 zijn in de EU meer benzinemodellen verkocht dan dieselauto’s. Dat is voor het eerst sinds 2009. De verwachting is dat het aandeel diesels in het Europese wagenpark de komende jaren nog veel verder zal dalen.
De dalende verkoop van diesels kent meerdere oorzaken. Op de eerste plaats voert Frankrijk een stevig anti-dieselbeleid, nadat de verkoop van zelfontbranders daar tientallen jaren werd aangemoedigd met belastingvoordelen. Frankrijk is daardoor uitgegroeid tot een dieselland bij uitstek, waar ongeveer 80% van de auto’s op deze brandstof rijdt.
Alarmerende rapporten over de uitstoot van fijnstof en stikstofoxiden, gevoed door het dieselschandaal van Volkswagen, hebben de zaken flink omgegooid. Beleidsbepalers erkennen dat de voorkeur voor dieselmotoren een vergissing is geweest.
Belastingvoordelen voor dieselauto’s zijn nu verleden tijd. De accijns op diesel is verhoogd en die op benzine juist verlaagd. Steeds meer Franse steden voeren milieuzones in waar oudere diesels niet mogen komen. Autokopers worden met behulp van slooppremies aangemoedigd om schonere auto’s te kopen.
Dieseltop
Ook in Duitsland worden flinke maatregelen genomen. In Berlijn kwamen de grote Duitse autofabrikanten en politici zelfs bijeen voor een heuse dieseltop, waar afspraken gemaakt werden om de luchtkwaliteit te verbeteren. Door de aanhoudende problemen en beschuldigingen op het gebied van sjoemelsoftware en kartelvorming leek het echter meer op een crisisoverleg.
Er werd onder meer afgesproken dat vijf miljoen dieselmodellen – waarvan de helft Volkswagens – op eigen kosten worden voorzien van een software-update, waarmee de uitstoot van stikstofoxiden met 25% zou moeten dalen. Ook bieden de merken flinke kortingen voor klanten die een oude diesel inruilen, in sommige gevallen zelfs 10.000 euro.
Stuttgart en München, twee steden die kampen met ernstige luchtvervuiling, willen vanaf 2018 alleen EU6-diesels toelaten. Als die maatregel definitief wordt ingevoerd, mogen zelfs dieselmodellen uit 2015 de stad niet meer in.
LEES OOK: Volvo stopt met ontwikkeling dieselmotoren
Minder dan 50% aandeel
Het dieselbeleid in deze grote automarkten hebben direct effect op de Europese verkoopcijfers. In de eerste zes maanden van 2017 zijn in de EU 3.491.430 nieuwe personenauto’s met een dieselmotor verkocht. Dat zijn er 152.323 minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Het marktaandeel nieuw verkochte dieselauto’s daalde van 50,2 naar 46,3%.
Het aandeel benzinemodellen steeg van 45,8 naar 48,5%. Met 3.658.088 registraties kochten Europeanen 328.615 meer benzineversies dan in het eerste halfjaar van 2016. Elektrische en hybrideauto’s en modellen op lpg en aardgas nemen de overige 5,2% van de verkoop voor hun rekening.
Nederland veel lager dan gemiddeld
In ons land worden traditioneel veel minder diesels verkocht dan in de rest van Europa. Behalve dat is ook de verkoopdaling van dieselauto’s veel groter dan het Europese gemiddelde. In 2015 was zo’n 30% van alle nieuw verkochte personenauto’s voorzien van een dieselmotor. Nu is dan nog maar 17%.
Dat heeft voor een deel te maken met het sjoemelschandaal, maar vooral met de bijtellingspolitiek. Belastingvoordeel voor zuinige dieselauto’s is stapsgewijs teruggedraaid en dat zie je direct terug in de verkoopstatistieken.
Tevens wordt het verschil in prijs per kilometer tussen benzine- en dieselauto’s steeds kleiner. Dieselrijders moeten dus steeds meer kilometers rijden om te profiteren van de goedkopere dieselprijs. Ook hierdoor zijn veel dieselrijders de afgelopen jaren overgestapt naar benzine.