Tegenwoordig is het de trend dat alle luxemerken hun aanbod uitbreiden met een SUV, maar tegen het eind van het vorige decennium ‘moesten’ deze merken juist allemaal een vierdeurs sedanachtige kunnen aanbieden. Aston Martin speelde hier in 2010 op in met de introductie van de Rapide, in feite een DB9 met een extra setje portieren.

Niet de eerste
Toch is de Rapide niet het eerste vierdeursmodel van het merk. In 1961 bouwde Lagonda – toen al eigendom van Aston Martin – op basis van de DB4 de Rapide, waar het huidige model naar vernoemd is. Het idee van deze allereerste Rapide was vergelijkbaar: een luxe maar snelle vierdeurs sedan. In 1976 verscheen wederom een dergelijke auto, de bijzonder vormgegeven Aston Martin Lagonda.

Elektrisch?
De in 2010 verschenen Rapide onderging in 2013 een facelift. Sindsdien staat het model als Rapide S in de prijslijsten. De V12 onder de kap levert vanaf dan 550 pk (was 470 pk) en de topsnelheid werd van 303 km/h verhoogd naar 306 km/h. De 100 km/h is in 4,5 seconden bereikt, dit waren er eerst 5,2. Een volledig elektrische versie zou in de pijplijn zitten, met een 0-100-tijd van 4,0 seconden, een topsnelheid van 249 km/h en een actieradius van 322 km.