Autotest – Toyota C-HR 2.0 High Power Hybrid
Heeft hybride nog toekomst?
Door Wouter Vastenhout. Liefhebber van Italiaanse en Japanse merken. En van Mercedes. Rijdt een SLK 230 uit 1997 en een MX-5 uit 1995. En er staat ook een Fiat Stilo Abarth 5M17 met bouwjaar 2007 voor de deur. Keuzes, keuzes. |
Toyota was er vroeg bij. Al in 1997 introduceerde Toyota een hybride auto, de Prius. Heeft de technologie nog toekomst nu de ene na de andere plug-in hybride en elektrische auto op de markt komt? We stappen in een Toyota C-HR 2.0 High Power Hybrid om het antwoord te vinden.
Zomaar 5 andere hybride modellen
De Prius is niet meer het enige hybride model van Toyota. Het aanbod bestaat tegenwoordig zomaar uit vijf andere hybride modellen, waaronder de Yaris, Corolla en RAV4 Hybrid. En dus de hier afgebeelde Toyota C-HR. De 2,0-liter aandrijflijn hiervan is tamelijk nieuw. Die levert een systeemvermogen van 135 kW/184 pk. Heel wat meer dan de 1.8 Hybrid die al langer leverbaar is en het tot 90 kW/122 pk schopt.
Extra spierballen
De meerprijs van de 2.0 bedraagt 995 euro (prijslijst 2020). Ons advies: als je dit bedrag nog kunt missen, altijd doen. Je hebt toch al 34.190 euro voor de aanschaf neergeteld (prijslijst 2020, uitvoering: Dynamic). Bovendien wordt de Coupé-High Rider (wij hebben het niet verzonnen) er een nog leukere auto door. De 1.8 rijdt voor een crossover al bovengemiddeld goed. Zo goed zelfs dat je soms power mist. En die extra spierballen krijg je met de 2.0 High Power Hybrid.
Sneller dan we hadden verwacht
De Toyota C-HR 2.0 voelt dan ook lekker vlot aan. En als we de cijfers van Toyota mogen geloven, is hij dat ook. In 8,2 seconden accelereert de hybride crossover van 0 naar 100 km/uur. Ook als je onderweg op de snelweg het gaspedaal stevig intrapt, schiet de opvallend gelijnde C-HR vooruit. Sneller dan we hadden verwacht. Het typische geluid dat motor en standaard automaat (een CVT) maken is inherent aan de constructie, maar blijft keurig op de achtergrond.
Slechts 1 op 22
Toyota heeft de 2,0-liter hybride aandrijflijn ontwikkeld voor meer rijplezier zonder hoog verbruik. Ook wat betreft dit laatste, is Toyota geslaagd. We legden met de C-HR 2.0 een afstand van ongeveer 800 kilometer af en verbruikte over die afstand slechts om en nabij de 4,5 l/100 km (1 op 22). We reden over de snelweg maar ook door het Limburgse heuvellandschap en de kleine dorpjes die je hier aantreft.
Geruisloos
Het Limburgse heuvellandschap pakte voor de Toyota C-HR voordelig uit. Heuvelafwaarts en met het gaspedaal los zoeft de C-HR zonder dat de benzinemotor draait geruisloos naar beneden. Tegelijkertijd laadt de accu op zodat je verderop over een vlakke weg op wederom alleen de elektromotor verder rijdt. Omdat de accu zichzelf onderweg regelmatig oplaadt, rijd je stiekem langer elektrisch dan je vooraf ingeschat had.
Wedstrijdje doen?
Toyota zegt dat je tot 50% van de rijtijd elektrisch kunt rijden. Sterker nog, we haalden 76% met een ritje enkel en alleen door de stad. Juist hier rijdt de C-HR op zijn elektromotor. Dit kun je zien in het instrumentarium. Leuk gedaan, want dit stimuleert je om zo zuinig mogelijk te rijden. We betrapten onszelf er in ieder geval op ons uiterste best te doen voor een zo hoog mogelijke score. We riepen nog net geen ‘wedstrijdje doen?’ tegen andere C-HR-rijders.
Grote pluspunt
Dat je onderweg met regelmaat elektrisch rijdt zonder hiervoor iets te hoeven doen, is nog altijd het grote pluspunt van hybride, vinden we. Je hoeft niet met een laadsnoer in de weer om elektrisch te kunnen rijden. En je hoeft ook niet op zoek naar een laadpunt wanneer de accu bijna leeg is. Want dan springt de benzinemotor bij. Toegegeven: je rijdt niet continu elektrisch. Maar in de stad vaak wel. En juist hier is de roep om schone lucht groot.
Bewondering
Dat Toyota al sinds 1997 met hybride technologie bezig is, merk je aan alles. Of beter gezegd: aan niets. Onderweg heb je namelijk nauwelijks door of je op de benzinemotor of de elektromotor rijdt. Beide wisselen elkaar regelmatig af en dit knap staaltje technologie ontgaat je nagenoeg volledig. Als je erover nadenkt hoeveel keer de verbrandingsmotor onderweg afslaat en weer start, kun je bijna alleen maar bewondering hebben voor de feilloze werking ervan.