Autotest – Opel Combo Tour 1.2T (2019)
Frans-Duits ruimtewonder
Door Niels Janson. Autoliefhebber in hart en nieren. Heeft een brede interesse en houdt van bijna alle soorten auto's, ook in miniatuur. Heeft in het bijzonder een zwak voor oude Amerikanen en rijdt zelf met plezier in een Buick Regal uit 1994. |
Zo’n vijftien jaar geleden waren MPV’s niet aan te slepen. Inmiddels is die markt behoorlijk opgedroogd. De doelgroep heeft nu liever een crossover of SUV. Wij gaan op pad met de Opel Combo Tour om te kijken of dat terecht is.
Nuances
De Opel Combo heeft in zijn levensloop meerdere gedaanten gekend. Het huidige model, dat sinds 2018 op de markt is, is nauw verwant aan de Citroën Berlingo en Peugeot Partner. Niet meer dan logisch, nu Opel onderdeel is van de PSA-groep. Alle merkvarianten zijn zowel leverbaar als bestelbus en MPV. Hoewel er enige nuances in de prijzen en uitrusting zullen zijn, onderscheiden de auto’s zich voornamelijk met merkeigen bumpers, velgen en stuurwielen. Al deze auto’s zijn standaard vijfzitters, maar voortaan ook optioneel leverbaar in iets verlengde zevenzitsuitvoering.
Volwassen geworden
Ons testexemplaar is uitgerust met de 1.2T driecilinder turbobenzinemotor met 110 pk. Bij het optrekken laat de motor wel van zich horen, maar eenmaal op snelheid is het vrijwel stil in het vooronder. Op snelwegtempo zijn banden- en windgeruis aanwezig, maar in veel mindere mate dan je bij zo’n hoge vierkante koets zou verwachten.
Ook op het maximaal toegestane snelwegtempo heerst nog een bepaalde rust aan boord. De auto rijdt eigenlijk helemaal niet meer als een bestelbus, zoals bij de eerdere modellen nog wel een beetje het geval was. Daarmee is de Berlingo/Partner/Combo-drieling echt een volwassen personenauto geworden.
Genoeg vermogen
Hoewel we niet hebben kunnen testen hoe het is om met volle bepakking tegen een Zuid-Europese berg op te rijden, kunnen we in ieder geval concluderen dat die 110 pk voor het Nederlandse verkeer ruimschoots voldoende is. Terugschakelen vanuit de zesde versnelling is voor verreweg de meeste inhaalacties niet nodig. Doe je dat wel, dan zijn verrassend vlotte inhaalacties mogelijk.
De Combo is prima in staat alle inzittenden en hun eventuele bagage comfortabel naar hun bestemming te brengen, zonder dat je een moment vermogen tekort komt. Bovendien merk je opvallend weinig van de hoge koets. Het zwaartepunt blijft mooi laag, waardoor je ook op bijvoorbeeld een klaverblad niet het idee hebt een heel hoge auto door de bocht te loodsen.
We hebben bij normaal rijgedrag een gemiddeld verbruik weten neer te zetten van 1 op 12,8. Op zich niet heel verkeerd voor zo’n relatief forse en vierkante auto, maar we hadden toch wel een betere waarde verwacht. Zeker omdat de fabrieksopgave 1 op 18,2 vermeldt.
Snelle gewenning
Zowel de koppeling als de handgeschakelde transmissie met zes verzetten laten zich prettig bedienen. De pook staat wat ver bij de bestuurder vandaan – het inleggen van de vijfde versnelling kan nog net zonder naar voren te moeten leunen – maar beweegt zich soepel door de versnellingen. We zijn na de eerste rit al volledig aan de auto gewend, alsof we er al tijden mee rondrijden. Door de vrij lange hogere versnellingen is het ook mogelijk om redelijk schakellui te rijden.
Rechtop
De hogere zitpositie doet niets onder voor die van de zo populaire SUV- en crossovermodellen. Je hebt nauwelijks het idee in een ‘busje’ te rijden. Als we de optimale zitpositie instellen komen we wel relatief ver van het dashboard te zitten. Voor de bediening van een deel van de knoppen – en het touchscreen – moeten we daarom toch iets voorover leunen.
Dat is niet altijd even handig, bijvoorbeeld bij het afstellen van de spiegels. De verdere ergonomie is echter prima in orde en het van PSA-modellen bekende infotainmentsysteem laat zich helder bedienen. Ook op dit vlak zijn we al snel volledig aan de auto gewend. De audiokwaliteit blinkt niet uit in vergelijking met andere auto’s, maar is wel merkbaar beter dan in de vorige Combo/Berlingo.
Zwart
Op het gebied van materiaalgebruik heeft de Combo misschien wat meer hard zwart plastic dan de gemiddelde hedendaagse personenauto, maar daar hebben wij ons eigenlijk geen moment aan gestoord. Je mist hooguit wat aankledingsopties om de boel wat minder zwart te maken. Alles wat je normaal gesproken aanraakt voelt prettig aan. Het stuur en de pook zijn met zacht leder bekleed.
Ook de stoelen zijn van lederen bekleding voorzien. De zittingen zijn zacht en bij normale bochtsnelheden bieden ze ook voldoende zijdelingse steun. Een oud-Hollandse klinkerweg kan worden genomen zonder noemenswaardig gerammel.
Zee van ruimte
Het interieur van de Combo biedt een zee van ruimte. Allereerst voor de inzittenden zelf. Voorin heb je ruimte zat, maar met 1,80 m kunnen we ook nog goed achter onszelf zitten. Benen en hoofd hebben beide genoeg ruimte. Ook op de middelste stoel achterin. Daar heb je alleen maar (iets) meer beenruimte. Alleen als we overdreven rechtop gaan zitten raakt ons hoofd net aan de opbergplank in het midden van het dak.
Luxe achterin
Achterin is de luxe ook toegenomen in de vorm van USB-aansluitingen, eigen ventilatiebediening en elektrisch bedienbare ramen. Zowel de vorige Berlingo als Combo hadden nog klapraampjes.
Talloze opbergvakken
Helemaal achterin is een grote vierkante laadruimte te vinden. De oorsprong als bedrijfswagen heeft ook hier voordelen: met de achterbank plat moeten er in theorie nog steeds twee europallets in de ruim 2 m3 laadruimte passen. Met de achterbank in positie is er nog steeds 597 liter aan bagageruimte over. Aanvullend zijn er nog talloze opbergvakken.
Ruime opbergvakken aan het dak (waaronder een plank met LED-sfeerverlichitng), opbergvakjes in de vloer voor de achterbank, ruime vakken in dashboard en middenconsole, een lade onder de bestuurdersstoel, noem maar op. Gedurende de hele testweek bleven we nog nieuwe opbergplekken ontdekken.
Panoramadak
Niet ieder opbergvak is standaard aanwezig, maar je komt hoe dan ook niet snel opbergruimte tekort in de Combo. Bij de opbergruimtes in het dak krijg je ook een panoramadak met elektrisch bedienbare zonwering. Standaard heeft de auto net als de besteluitvoering twee asymmetrische achterdeurtjes, maar de meeste kopers zullen kiezen voor de gewone achterklep. Die beslaat vrijwel de gehele achterzijde. Erg praktisch bij het inladen, maar het neemt bij het openen ook veel ruimte in achter de auto. Daarvoor is een handige oplossing gevonden: de achterruit kan (optioneel) afzonderlijk worden geopend.
Dodehoekdetectie
Ook praktisch: een relatief kleine draaicirkel van iets meer dan tien meter. Minder praktisch: de B-stijlen zijn relatief dik. Dat levert een wat grotere dode hoek schuin naast de auto op, maar echte hinder hebben we er niet door ondervonden. Alleen op de snelweg is het even opletten bij het inhalen: aan de linker kant kunnen hele auto’s achter de B-stijl verdwijnen. Gelukkig helpt de dodehoekdetectie mee bij het opletten. Over het algemeen biedt de koets dankzij de rechte zij- en achterkant en de relatief grote ruitpartijen echter goed overzicht.
Rijhulpsystemen
De aanwezige rijhulpsystemen doen hun werk goed. Ze waarschuwen misschien wat voorbarig, maar de waarschuwingen zijn duidelijk maar subtiel en dus niet hinderlijk. De Lane Keep Assist grijpt soms onnodig in met een stuurcorrectie, maar ook dat is vrij subtiel. Mocht je het toch vervelend vinden, dan kan het systeem met één druk op een knop uit. Optioneel helpt een Head-Up Display om de ogen op de weg te houden. Het scherm gaat wel ten koste van een opbergvak op die plek.
Prijzen
De Opel Combo is er in personenuitvoering vanaf 28.620 euro, met de hier geteste 1.2T driecilindermotor onder de kap. De langere uitvoering is er vanaf 29.830 en de dieseluitvoeringen staan vanaf 31.326 euro in de prijslijst. Dat prijskaartje is misschien wel het belangrijkste argument tegen de Combo, want voor in verhouding een kleine meerprijs heb je bijvoorbeeld ook een Grandland X. Die is aan de andere kant lang niet zo praktisch als de Combo.
Conclusie
De ludospace-drieling Berlingo/Partner/Combo (en binnenkort overigens ook Toyota ProAce City) is duidelijk volwassen geworden. Hij rijdt als een volwaardige personenauto, de herkomst als bestelbus uit zich alleen nog in positieve zin: een zee aan interieurruimte en vele andere praktische eigenschappen. Waarom de vraag naar dit soort MPV’s duidelijk afneemt? Op basis van deze rijtest vragen wij ons dat oprecht af. Natuurlijk is er het prijsargument en de ludospace-drieling ziet er misschien niet heel spannend uit, maar verder doen de auto’s in niets meer onder voor de zo populaire crossovers. Bovendien biedt de auto meer interieurruimte dan welke crossover ook.