Autotest – Fiat 500C Hybrid (2020)
Italiaanse charmeur met elektro-ondersteuning
Door Wouter Vastenhout. Liefhebber van Italiaanse en Japanse merken. En van Mercedes. Rijdt een SLK 230 uit 1997 en een MX-5 uit 1995. En er staat ook een Fiat Stilo Abarth 5M17 met bouwjaar 2007 voor de deur. Keuzes, keuzes. |
Als je in 1957 had verteld dat de toen geïntroduceerde Fiat 500 ruim 60 jaar later (!) nog steeds rondrijdt, maar dan als Fiat 500 Hybrid met elektro-ondersteuning werd je waarschijnlijk uitgelachen. En toch is het zo. We stappen een week in de Fiat 500C Hybrid met opvouwbaar dak. Hoe rijdt-ie?
Fiat 500: rugzakje, bultje, puntenslijper
Natuurlijk, de Fiat 500 Hybrid van nu is niet de Fiat 500 uit 1957. Dat zou wat zijn zeg; het rugzakje, het bultje of de puntenslijper, zoals de originele cinquecento vanwege zijn ieniemini formaat ook wel genoemd wordt, is niet meer opgewassen tegen het huidige verkeersbeeld dat sinds de jaren 50 veel drukker en sneller is geworden. Maar dat de Fiat 500 Hybrid een directe afstammeling is, zie je meteen, bijvoorbeeld aan het silhouet.
Elektromotor ondersteunt de benzinemotor
De Fiat 500 Hybrid heeft een cilinder en een versnelling meer dan de 500 Twinair met 2-cilinder benzinemotor en 5-bak die hij opvolgt. Heel fijn, want door die extra versnelling draait de motor op de snelweg minder hoge toeren. En daardoor is het vanbinnen stiller dan voorheen. Een elektromotor ondersteunt de benzinemotor bij het starten en versnellen, vandaar de toevoeging Hybrid – al zou deze eigenlijk Mild Hybrid moeten luiden.
Soms irritant, soms charmant
De extra cilinder zorgt er op zijn beurt voor dat de benzinemotor verfijnder loopt en trillingsvrijer is dan de 2-cilinder die uit het leveringsprogramma verdwenen is. Daarmee is ook het markante motorgeluid van de 500 verdwenen. De Twinair pruttelt er lekker op los. Soms irritant, maar gek genoeg soms charmant omdat het geluid doet denken aan de oorspronkelijke 500 uit de jaren 50. Die is inmiddels uitgegroeid tot een snoezig klassiekertje uit een tijd waarin alles beter lijkt te zijn.
“Je moet hem af en toe alleen iets meer op zijn staart trappen”
Sportversie
De Fiat 500 Hybrid met nieuwe 1,0-liter 3-cilinder komt niet heel fel op ons over. Dat heeft deels met de mindere geluidsbeleving te maken – de duidelijk hoorbare 2-cilinder mét turbo geeft je een beetje het idee dat je in een sportversie rijdt. Maar ook op papier blijkt de 500 Hybrid (zónder turbo) trager dan de Twinair. Van 0 naar 100 km/uur kost 13,8 seconden. De 500 Twinair is bijna drie seconden sneller. Die is dan ook sterker (59 kW/80 pk versus 51 kW/70 pk) en lichter (905 kg versus 950 kg). Echt traag is de 500 Hybrid allerminst; je moet hem af en toe alleen iets meer op zijn staart trappen.
Geruisloos door het verkeer
Om nog één vergelijking te maken: de nieuwe Fiat 500 Hybrid is wel zuiniger. De Twinair is dat op papier, maar op de weg is dat door zijn opzwepende karakter een ander verhaal. Fiat geeft voor de 500 Hybrid een gemiddeld verbruik van 1 op 25,6 op. Dat is tamelijk realistisch. We reden over een afstand van ongeveer duizend kilometer over voornamelijk snelwegen en in de stad 1 op 23 gemiddeld. Onder 30 km/uur met de versnellingsbak in zijn vrij, stopt de benzinemotor en zoeft de 500 geruisloos door het verkeer. Wie had dat in 1957 kunnen bedenken!
Solide sound
De Fiat 500 Hybrid is verder een 500 zoals we die al jaren kennen. Niet de ruimste in zijn klasse, wel de leukste om te zien. Achter het stuur zit je een beetje op de bok. Dat stuur is alleen in hoogte verstelbaar en kun je dus niet naar je toe halen. Daardoor moesten we even zoeken naar een fijne zitpositie. Schuin naar achteren is het zicht door de brede C-stijlen niet al te best. Vooral in de 500C met volledig opengevouwen dak (inclusief achterruitje) is het zicht naar achteren om te huilen. De portieren sluiten met een solide sound die je normaliter van duurdere auto’s gewend bent.
“Het retrodesign van het dashboard en instrumentarium is snoeperig”
Stoelbekleding van gerecycled plastic
Het weggedrag van de Fiat 500 Hybrid is tamelijk stevig zonder oncomfortabel te worden. Dat er af en toe een elektromotor aan het werk is, merk je nagenoeg niet. Laden hoeft niet, het accupakketje (lithium, capaciteit: 11 Ah) laadt zichzelf op. De 500 hobbelt een beetje over verkeersdrempels heen maar dat is inherent aan de korte wielbasis. Het retrodesign van het dashboard en instrumentarium is snoeperig. De versnellingspook is wat hoger dan gebruikelijk gepositioneerd en ligt daardoor goed onder handbereik. De stoelbekleding van de gelimiteerde Launch Edition is gemaakt van gerecycled plastic, deels uit de oceaan, volgens Fiat een primeur op de markt.
[tekst loopt door onder de fotogalerij]
Fiat 500 Hybrid: lagere CO2-uitstoot, dus goedkoper
Ten slotte goed nieuws voor wie de Fiat 500 maar een duur hebbeding vindt, maar er stiekem toch een wil hebben: door de lagere CO2-uitstoot van 88 gr/km van de Hybrid is de 500 goedkoper geworden. Je stapt nu vanaf 15.735 euro in. Dat was 16.690 euro. De door ons gereden 500C met elektrisch vouwdak kost 3.000 euro meer. Als je het geld kunt missen, altijd doen.
Puur voor de fun
Het stoffen dak laat zich kinderlijk eenvoudig bedienen. Bovendien is het zo goed geïsoleerd dat als je dicht rijdt je qua geluidsniveau nagenoeg geen verschil merkt met een gesloten 500. Daarbij staat het opengevouwen dakje superleuk en waan je je een beetje in een klassieke 500 uit 1957. Het verschil is dat het dak er puur voor de fun zit. Het Fiatje 500 uit 1957 heeft een stoffen dak om staal te besparen en om de auto nog lichter en goedkoper te maken. Tijden veranderen en de Fiat 500 verandert mee.