Autotest – Alpine A110 (2018)
Gedroomd plaatje: een witte Kerst en een blauwe Alpine
De Alpine A110 is genieten, mits je van een pure sportauto houdt en minimaal comfort voor lief neemt. Hoewel genieten ook comfort kan zijn…
Blauwwit
Een centimeter sneeuw, EEN centimeter, kan al genoeg zijn voor een droomplaatje. Want zeg nou zelf, mooier dan op dit plaatje wordt het de kerstdagen van 2018 niet. De nieuwe Alpine A110 in de sneeuw en dan ook nog in deze -must have- kleur. Je kunt er minutenlang naar kijken en over zwijmelen.
Lyrische lofzang
Alpine is magie. Een Frans merk van weleer, dat door Renault van de vergetelheid is gered met het maken van deze nieuwe A110. Zelden krijgt een nieuwe sportauto zoveel media-aandacht. Sinds de onthulling eerder dit jaar is hij veelvuldig beschreven, gefilmd en de hemel in geprezen met lyrische lofzang aan zijn uiterlijk en rijtalent.
Lees ook: Auto’s van toen – Alpine A110
50+-generatie
In het uiterlijk zijn overduidelijk de vormen van de oude A110 te herkennen. Dat maakt de nieuwe juist zo aaibaar. En herkenbaar voor de 50+-generatie. Want echt, tijdens deze test was het vaak nodig om uit te leggen dat Alpine echt een merk is. Als we erbij zeiden dat het iets met Renault had, dan ging er wel een lichtje branden. Maar geen weet er zich dan een model bij te herinneren.
Sweet memories
Alpine heeft bij mij een streepje voor. Misschien omdat ik in 1982 een Renault 5 Alpine kocht. Maar vooral ook omdat ik enkele jaren eerder als 19-jarige de auto van de buurman mocht ophalen. Dat was een Alpine A310. In de kleur blauw, net zoals deze testauto, en een V6 achterin. De stoelen met hun kenmerkende leuningen, de diep verzonken klokken in het dashboard en de dicht bij elkaar staande pedalen; het staat mij nog levendig voor de geest.
Lichtvoetig
De nieuwe A110 heeft het lichtvoetige van zijn stamvader met zijn van polyestervezels gemaakte carrosserie, net zoals de A310 overigens. De nieuwe is van aluminium en daardoor komt de A110 nu op slechts 1080 kg gewicht. De 1,8-liter turbomotor van 252 pk kan daarmee prima uit de voeten. In 4,5 seconden sprint hij van 0-100 km/uur.
Proesten van plezier
Het is echter vooral de sensatie die optrekken zo leuk maakt. In de rijmodus sport proest de viercilinder van plezier en maakt hij een paar flinke uitlaatknallen als je bij hogere toeren het gas loslaat. Ja, allemaal geprogrammeerd plezier met dank aan de huidige motorelektronica. Want als hij niet in standje sport staat, dan is van geknal geen sprake.
Ga voor de pure kuipstoelen
Er is veel over de A110 geschreven, ook op AutoRAI.nl. Zoek er maar eens op. Even kort nog een samenvatting van het rijgedrag. Het onderstel is hard geveerd. Op vlak asfalt prima, op een klinkerweg voel je elke steen doorgegeven aan de overigens uitstekend zittende kuipstoelen. Die kun je alleen naar voren en achteren verstellen. Leuning en zitting zijn fixed, daaraan is niets te stellen. Kies je nu voor de uitvoering Legende, dan heeft de A110 zesvoudig elektrisch verstelbare en met leer beklede stoelen. Maar… eerlijk gezegd zouden wij kiezen voor de meer Spartaanse zetels.
Automaat met dubbele koppeling
De A110 heeft een transmissie met dubbele koppeling. Hij schakelt automatisch en doet dat heel snel. Zelf schakelen kan met flippers aan de stuurkolom en dat moet ook zodra de rijmodus Track is ingeschakeld. Dat is nog leuker, ook omdat de motor dan zo lekker ploft in de uitlaat. Trouwens het digitale instrumentarium verandert met lay-out mee met de gekozen rijmodus. In stand Track is het toerental groot weergegeven. Assistentiesystemen zijn dan in de slaapstand, dus oppassen op nat wegdek.
Licht, dus wendbaar
De remmen zijn sterk. Ook het lage gewicht helpt natuurlijk. Dat heeft ook een positief effect op de wegligging, want door de geringe massa is de A110 lekker wendbaar en reageert hij erg trefzeker op het stuur. Wat dat is? Het is het gevoel dat je kunt hebben in een kart, maar dan in de A110 weer net wat comfortabeler.
Voor (w)elke prijs?
Als je iets mooi vindt, dan is prijs bijzaak, toch? Maar goed uiteindelijk moet het wel te betalen zijn. De Alpine A110 is niet goedkoop als je het puur praktisch bekijkt. Weinig plek voor bagage en slechts ruimte voor twee inzittenden. Puur uit emotie oordeel je anders. Dan is de prijs van 64.300 euro voor de Pure en 68.100 euro voor de versie Legende misschien thuis te verdedigen. Voor ongeveer hetzelfde geld heb je zoiets als een Porsche Cayman, maar met een Alpine heb je iets speciaals en zeker meer bekijks, echt wel.