De plannen in het kort

De hoofddoelen van het plan ‘Groene Groei’ zijn alsvolgt:

• Verlaging elektriciteitskosten voor industrie
• Voorwaarden voor verduurzaming industrie worden verbeterd o.a. met CO2-opslag
• Extra maatregelen om knelpunten op te lossen en stroomnet sneller uit te breiden
• Kabinet werkt mogelijkheden voor lagere nettarieven uit
• Verduurzamingssubsidie SDE++* verlengd voor 2026

* Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++)

Wegnemen van knelpunten

Minister Hermans: “Met dit pakket zetten we concrete stappen om ervoor te zorgen dat ons land sterk en onafhankelijker wordt. Ons land wordt sterk als we op eigen benen staan, met energie van dichtbij, een sterke economie en een sterke industrie. Om dit voor elkaar te krijgen richt ik me op het scheppen van de juiste randvoorwaarden en het wegnemen van de knelpunten. Ik werk toe naar een duidelijk doel waarbij we geen maatregelen nemen die niet uitvoerbaar blijken, maar realistisch vooruitkijken en doen wat nodig is om dat doel gezamenlijk te bereiken.”

Gemakkelijker maken om elektrische auto te kiezen

Ook in de mobiliteitsector en de gebouwde omgeving kiest het kabinet voor maatregelen die naar eigen zeggen logisch aansluiten bij wat er al in gang is gezet. Het kabinet wil het bijvoorbeeld gemakkelijker maken voor mensen om voor een elektrische auto te kiezen. Door een normering in de zakelijke leasemarkt wordt het voor werkgevers voordeliger om te kiezen voor een elektrische auto.

Normering zakelijke lease per 2027

Voor die normering zakelijke lease per 2027 zou in totaal 85 miljoen euro beschikbaar zijn. Het plan is alsvolgt: “De leasemarkt wordt vanaf 2027 via loonbelasting gestimuleerd voor gebruik van elektrisch vervoer voor zakelijk verkeer. Naar aanleiding van de politieke besluitvorming wordt de dekking voor deze maatregel afgeboekt uit het Klimaatfonds. Eind 2025 wordt een voorstel verwacht van de EC voor Europese normering van de leasemarkt. Indien richting Voorjaarsnota 2026 blijkt dat een deel van de nationale normering hiermee kan vervallen, zal de technische dekking nader worden bezien en eventuele wijzigingen in het Belastingplan 2027 worden meegenomen. Mochten er hiertoe minder middelen nodig zijn, dan vloeien deze terug naar het Klimaatfonds (met een maximum van € 85 mln.) en blijven deze beschikbaar voor verduurzaming van de mobiliteit.”

MRB-gewichtscorrectie

Verder komt er ook een MRB-gewichtscorrectie in de periode 2026 tot en met 2028. De gewichtscorrectie in de motorrijtuigenbelasting (MRB) zal voor de periode 2026 t/m 2028 worden verhoogd van 25% naar 30% zodat fossiele en elektrische personenauto’s komende jaren gelijk worden belast.

Sloopregeling oudere auto van tafel

Verder wordt er in de overheidsdocumenten ook gesproken over een maatregel over een sloopregeling waarbij een oudere, fossiele auto (emissieklasse 1 t/m 4) wordt gesloopt en een vervangingspremie wordt gegeven voor de aanschaf van een volledig elektrische auto (EV), waardoor het aandeel aan (gebruikte) elektrische auto’s toeneemt in het Nederlands wagenpark en daarmee CO2-reductie oplevert.

Deze regeling is alleen toegankelijk voor huishoudens die zowel horen bij de groep met een inkomen in de onderste 50 procent van Nederland, als een oudere fossiele auto bezitten. Doordat de regeling enkel focust op lagere inkomens draagt het bij aan een rechtvaardige klimaattransitie.

Over de gehele looptijd van de regeling zouden 112.000 huishoudens gebruik kunnen maken van deze regeling. Ook in het TNO-rapport ‘De energietransitie en het risico op vervoersarmoede’ (TNO 2024) wordt een vergelijkbare omvang genoemd. De hele doelgroep bestaat uit ongeveer 1,1 miljoen huishoudens waarvan circa 3-4 procent jaarlijks op zoek is naar de koop van een ander (gebruikte) auto. Dit zijn huishoudens die zowel aan de inkomenseis voldoen als een auto bezitten die voldoet aan de voorwaarden. Er zou 120 miljoen euro beschikbaar zijn voor deze maatregel.

De maatregel draagt bij aan de ingroei van elektrisch vervoer en is bedoeld voor de laagste helft van de Nederlandse inkomens. Vanwege de cofinanciering en de beperking tot de onderste helft van de inkomens lijkt de maatregel efficiënt. Ook het PBL is positief over de maatregel. Toch lijkt de politiek minder enthousiast. Naar verwachting gaat dit plan daarom van tafel en worden de middelen ingezet ten behoeve van andere mobiliteitsmaatregelen.