Review – Mini Countryman Cooper SE ALL4  (2022) Plug-in Hybride

Mini Countryman plug-in hybride

Het is al vaak gezegd: met een totale lengte van 4,30 meter kun je de Countryman natuurlijk niet echt ‘mini’ noemen. Dat is net zoiets als een ‘grote Bonsai-boom’. Maar raar is het niet dat de Countryman bestaat. De populariteit van compacte hatchbacks neemt in rap tempo af en crossovers en SUVs zijn juist niet aan te slepen. Mini had dit al vroeg door en introduceerde in 2010 al de eerste generatie Countryman. In 2017 kwam de tweede generatie op de markt, die afgelopen jaar een facelift kreeg.

Countryman 2022

De vernieuwde Countryman kun je aan een aantal zaken herkennen. De grille is wat ronder afgewerkt en aan de zijkant van de voorbumper zitten opvallende, functionerende luchtroosters. Led-verlichting is voortaan standaard op alle uitvoeringen. Net als op andere Mini-modellen is ook de Countryman voorzien van achterlichten in Union Jack-design. De kleur White Silver van onze testauto is ook nieuw, net als de robuuste 19-inch velgen, die de wielkasten mooi vullen.

Black Pack

Wie zijn Countryman een extra stoer randje wil geven, kan voor het nieuwe, optionele Piano Black Exterior-package kiezen. Deze optie is beschikbaar voor alle uitvoeringen van de Countryman. Alle verchroomde delen, zoals de omlijsting van de koplampen, achterlichten, grille en ‘side scuttles’, krijgen dan een lik zwarte verf. Ook de deurgrepen en de modelnaam op de achterklep voorziet Mini dan – voor 310 euro – van een laag hoogglans zwart.

Prijzen

Nu we toch wat prijzen noemen: de vernieuwde Countryman is er vanaf 43.790 euro. Hiervoor krijg je de 136 pk sterke instapper, de Cooper. De Cooper SE ALL4 – de PHEV-variant – heeft een vanafprijs van 47.290 euro. Aan de testauto die je op de foto’s ziet hangt een prijskaartje van 52.620 euro. Best stevig dus, maar dankzij de lage BPM-boete is de PHEV aanzienlijk goedkoper dan de sportieve, maar minder sterke (178 pk) Cooper S ALL4, waarvoor Mini minimaal 56.090 euro vraagt.

Kwaliteit

In het interieur van de vernieuwde Countryman zijn weinig wijzigingen doorgevoerd. Er zijn her en der wat nieuwe materialen gebruikt, zoals andere leersoorten en hoogwaardige kunststoffen. Elke Countryman is voortaan standaard voorzien van een prettig in de hand liggend met leer bekleed sportstuur.

Daarnaast monteert Mini optioneel een 5-inch digitaal instrumentarium achter dat stuurwiel, in plaats van de oude ronde meters. Het is een prettig scherm om naar te kijken, afgewerkt met een soort matte coating, zodat je het ook op zonnige dagen perfect kunt aflezen. Het scherm geeft een modern randje aan een verder klassiek ogend interieur.

Motoren

Onder de motorkap is alles hetzelfde gebleven. Wij testen de Mini Cooper SE Countryman ALL4. Rolt lekker van de tong, nietwaar? Voor het gemak noemen we het liever de Countryman plug-in hybride. Want dat is het, een PHEV. Voorin ligt een 136 pk sterke 1,5-liter driecilinder, die samenwerkt met een 88 pk sterke elektromotor, die achterin ligt. Rij je alleen op elektrokracht, dan worden dus alleen de achterwielen aangedreven. Zodra beide motoren hun krachten bundelen, is er sprake van vierwielaandrijving.

Samen zijn de motoren goed voor 220 pk, wat de PHEV momenteel de krachtigste Countryman-variant maakt. De sprint van 0 naar 100 km/u legt hij af in 6,8 seconden. Dat is een halve seconde sneller dan de Mini Cooper S Countryman met 178 pk. Het direct verkrijgbare koppel van de elektromotor bewijst hier zijn kracht. De PHEV is een serieus rappe gezinsauto.

Actieradius Countryman plug-in hybride

Onder de achterbank ligt voortaan een accu met een capaciteit van 9,6 kWh. Hiermee kan de vernieuwde Countryman volgens het boekje een afstand van 55 tot 61 kilometer volledig elektrisch kan afleggen. In de praktijk komen we daar aardig van in de buurt. In de stad haal je het zonder al te veel moeite, daarbuiten moet je eerder denken aan zo’n 40 tot 50 kilometer.

Laden

Zoals bij iedere PHEV geldt: een laadpaal bij huis – of een openbare laadpaal in de straat die écht nooit gebruikt wordt – is een must. Tenminste, als je echt zo zuinig mogelijk wil rijden. Laden kan met 3,7 kW, waardoor een 0 tot 100 procent laadbeurt ongeveer drie uur duurt.

Verbruik

Tijdens onze testweek hebben we flink lopen stekkeren en daardoor alleen op twee lange snelwegritten verplicht op benzine gereden. Zodra de elektrische-peut op is, springt de benzinemotor haast zonder dat je het doorhebt aan. Zonder een merkbaar schokje neemt de driecilinder het werk over, die overigens wel een slokje lust. Op snelweg lukt het ons niet om een betere score dan 1 op 15 te halen. Maar dankzij het vele stekkeren, hoeven we aan het eind van onze testweek slechts een kwart tank te vullen. Niet slecht, aangezien we er bijna 700 kilometer op hebben zitten.

Zwaar

De Countryman SE weegt 1.790 kilogram schoon aan de haak. Geen lichtgewicht dus. Toch lukt het de elektromotor met slechts 88 pk om de boel snel op gang te krijgen. Met een tuimelschakelaar kun je selecteren of je volledig elektrisch wil rijden of de auto zelf mag bepalen welke motor het werk moet doen. In ‘Max eDrive’ rijdt de Mini volledig elektrisch tot 120 km/u. In de modus AUTO eDRIVE rijdt de plug-in hybride volledig elektrisch tot 80 km/u. Trap je het gaspedaal plotseling diep in, dan schakelt de automatisch benzinemotor in.

Als laatste is er nog de modus SAVE BATTERY. De Mini rijdt dan op de benzinemotor, zodat het laadniveau van de batterij op minimaal 90 procent blijft. Als de batterij leeg is, kun je hem tijdens het rijden zo ook bijladen. Dit alles zodat je op een later moment elektrisch kunt rijden, in de binnenstad bijvoorbeeld.

Rijmodi

Met een andere tuimelschakelaar – het interieur zit vol met deze schakelaars – kun je verschillende rijmodi kiezen: Sport, Mid en Green. Zet je hem in Green, dan springt de Mini extreem zuinig om met de aanwezige energie. Of dat nou benzine is of elektronen zijn. Het resultaat is een zwaar afgeknepen aandrijflijn, waardoor je maar moeilijk met het verkeer meekomt. Een stand die je alleen gebruikt als je de tank bijna leeg is.

De Mid-stand is voor alledaags gebruik het prettigst. De Countryman komt dan lekker vlot van zijn plek, zonder dat je meteen strepen trekt bij een stoplicht. In de Sport-stand is dat namelijk wel eens het geval. Oké, je legt niet snel letterlijk rubber neer, maar piepende banden is al snel het resultaat, als je iets te diep het gaspedaal indrukt.

Sportief

Een Sport-stand is in veel SUV’s overbodig, maar in de Countryman is het prima op zijn plek. De crossover mag dan een flink stuk groter zijn dan een reguliere 3- of 5-deurs Mini, maar de rijervaring is er niet minder om. Het ‘kart-gevoel’ is duidelijk aanwezig. We zeggen het gewoon: de Countryman is de leukst sturende crossover in zijn klasse. Het plezier achter het stuur gaat wel ten koste van het rijcomfort. Je kunt niet alles hebben natuurlijk. Last van je rug krijg je zeker niet in de Countryman, maar als je zoekt naar ‘Frans comfort’, moet je niet in deze Engelsman stappen.  

Ruimteaanbod

Zoek je ruimte, dan zit je wél goed met de Countryman. Achterin zijn er drie volwaardige zitplaatsen. Door die neer te klappen, neemt de bagageruimte van 450 liter toe tot 1.390 liter. Kies je de PHEV-versie, dan zit je op 405 tot 1.275 liter. Een nette score, zeker vergeleken met wat de concurrentie biedt op dit vlak. Onder de laadvloer blijft er in de PHEV weinig ruimte over voor spulletjes. Je kunt er alleen je laadkabels kwijt.

Picknicken

Een optie die bijna alle overgebleven ruimte onder de laadvloer inneemt, maar die wel een glimlach op ons gezicht tovert, is de Picnic Bench-optie. Het is in feite een zacht kussen, dat met leer is afgewerkt en aan de laadvloer is bevestigd. Je kunt het over de achterbumper zwiepen, waardoor je in een rustpauze tijdens een lange roadtrip lekker kunt picknicken vanuit je eigen Mini. Voor 160 euro een leuke optie om te hebben. Bij een ander Engels automerk – dat ook in Duitse handen is – moet je voor zo’n optie 23.000 euro betalen!

Bekijk ook: