Wie goed kijkt ziet dat Twin’Z als basis diende voor de Twin’Run, maar verder heeft het racemonstertje weinig met de voorbode van de nieuwe Twingo van doen. Zo zijn de vier wielen op de uiterste hoeken van de carrosserie geplaatst, zijn de overhangen minimaal en beschikt de Twin’Run net als de Clio V6 over enorm brede heupen. De blauwe lakkleur is gecombineerd met rood voor de stroken op het dak, de grillelijst, de ultradunne zijspiegels, de luchtopeningen in de bumper en de uiteinden van de achterspoiler. De op de portieren geplaatste ‘5’ verwijst naar de 5 Turbo, Renaults geduchte rallyauto van de jaren tachtig. Pure raceauto De buitenkant mag dan nog iets weghebben van een straatauto, onderhuids is het pure raceauto. Zo huist onder de koets een buizenframe en zorgen zeer sportief afgestemde dempers en veren volgens Renault voor een raceautowaardige wegligging. Ook direct uit de autosport afkomstig is de sequentiële zesversnellingsbak. Deze is gekoppeld aan centraal geplaatste 235 kW (320 pk) sterke 3,5-liter V6-motor, die ook in de Mégane Trophy-raceauto dienst doet. Samen met een gewicht van slechts 950 kg, bereikt door veelvuldig gebruik van het lichte aluminium en met koolstofvezel versterkt kunststof, snelt de Renault in slecht 4,5 sec. naar 100 km/u. De koek is op als de snelheidsmeter 250 km/u aanwijst. Monaco Ter gelegenheid van de Grand Prix van Monaco zal de Twin’Run dit weekend zijn eerste rondes voor het grote publiek rijden. Toeschouwers kunnen drie bolides volgen tijdens een achtervolging, die als knipoog naar de geschiedenis van Renault in scène is gezet: met aan de leiding de Twin’Run met Carlos Tavares, Chief Operating Officer Renault, gevolgd door een Clio V6 bestuurd door Formule 1-coureur Charles Pic en een Maxi 5 Turbo, met aan het stuur voormalig rallyheld Jean Ragnotti.