Wat is de Opel Calibra?

De Opel Calibra debuteerde in 1989 op de IAA in Frankfurt en kwam in 1990 op de markt. Opel bouwde de Calibra niet helemaal opnieuw op: de coupé deelde zijn platform namelijk met de eerste generatie Opel Vectra, de Vectra A, wat betekende dat het in een in de basis voorwielaangedreven auto was. Vierwielaandrijving was een optie. Vanaf november kwam ook een exclusief vierwielaangedreven versie op de markt: de 2.0i 16V Turbo. Dat werd meteen de meest krachtige én zeldzaamste Calibra, maar daarover later meer.

Hoewel de Calibra zijn genenpakket deelt met de Vectra, wijkt het ontwerp behoorlijk af. De Calibra is ontworpen door Wayne Cherry en Erhard Schnell en heeft een uniek front dat gekenmerkt wordt door rechthoekige vormen, waarbij met name de relatief kleine koplampen en grille in het oog springen. Dat is niet alleen voor de ‘mooi’: de Calibra heeft namelijk een Cw-waarde van 0,26, wat betekent dat hij enorm aerodynamisch is. Zelfs naar huidige maatstaven is dat nog heel laag.

Ook de grote zijruiten en achterruit zijn typerend voor het ontwerp van de Calibra. Overigens scharniert die achterruit mee omhoog als je de bagageruimte opent, waardoor de Calibra feitelijk een hatchback is. Dat maakte van de Calibra een behoorlijk praktische auto.

Techniek

Zoals reeds aangestipt was de Opel Calibra op één uitzondering na in de basis voorwielaangedreven. Het motorenaanbod begon bij een weinig spectaculaire 115 pk sterke 2.0 viercilinder. Het werd al beter bij de 2.0i 16V met 150 pk, die later overigens ook als 136 pk sterke variant op de markt kwam. In 1992 nam Opel een behoorlijke sprong met de 204 pk sterke 2.0i 16V Turbo. Niet alleen had deze versie veel meer vermogen, maar ook standaard vierwielaandrijving en een handgeschakelde zesbak. Daarmee kreeg de Calibra eindelijk een beetje vleugels: de sprint naar 100 km/u kon in 6,8 seconden afgeraffeld worden en pas bij 245 km/u was de koek op.

Tot slot introduceerde Opel in 1993 nog een 2.5i V6 voor de Calibra, maar met 170 pk was dit niet de krachtigste motor voor de coupé. Ook was de V6 in tegenstelling tot de viercilinders alleen met voorwielaandrijving te krijgen. Overigens was de Calibra met uitzondering van de 2.0i 16V Turbo ook leverbaar met een viertrapsautomaat.

Versies van de Calibra die vandaag de dag het meest zeldzaam zijn, zijn de V6 (12.015 exemplaren) en de 4×4 (3.385 exemplaren). Alle overige Calibra’s hadden dus de minder bedeelde viercilinders onder de kap.

Waarom stopte Opel met de Calibra?

De productie van de Calibra kwam ten einde in 1997, acht jaar na zijn introductie. Gedurende die tijd bleek de Calibra met een totaal productieaantal van 239.118 exemplaren een behoorlijk succes, maar een opvolger van de Calibra paste niet in de modellenstrategie van moederbedrijf General Motors. Opel was daar in 1996 overigens al wel met een ‘Calibra B’ begonnen, maar dat project moest gestaakt worden. Gelukkig is een model van die auto bewaard gebleven in de garage van het Opel-museum.

Was het dan na het einde van de Calibra over en uit met de coupés van Opel? Nee, want in 1998 kwam de Astra G Coupé op de markt. Die was alleen wel een maatje kleiner dan de Calibra.

DTM

Opel greep de introductie van de Calibra aan om mee te doen aan de Deutsche Tourenwagen Masters (DTM) en het International Touring Car Championship (ITC). De DTM-Calibra had een brede bodykit en grote achterspoiler, waardoor hij eigenlijk nauwelijks meer wat van doen had met de straatversie. Ook had de auto vierwielaandrijving en een tot 480 pk sterke V6. Opel won het ITC-kampioenschap van 1996 met de Calibra, wat eigenlijk het enige echt grote succes was van de Calibra in de autosport.

Opel Calibra occasion

De Opel Calibra is een gewilde occasion en dat is te zien aan de gevraagde prijzen. Goede exemplaren met gecontroleerde kilometerstanden zijn er vanaf circa 10.000 euro. Dat is best veel voor een model dat op zijn minst nu (2022) al 25 jaar oud is!