1966

De eerste MPV. De eerste crossover. De eerste elektrische gezinsauto. Een overzicht van vijftig jaar Nissan in Nederland resulteert vanzelf in een overzicht van belangrijke trends in autoland. De eerste serie Nissans arriveren in 1966 in Nederland: het zijn Datsuns Bluebird en de grotere Cedric. Niets in en rond de Zuid-Hollandse bollenschuur waar het merk start, doet vermoeden dat een halve eeuw later zo’n 700.000 Nissans in Nederland zouden zijn verkocht.

Markt opschudden

Het enorme aantal spreekt natuurlijk tot de verbeelding. Daarnaast weet Nissan te imponeren met de Z- en ZX-modellen, met de Maxima met V6-motor, maar ook met de Micra, die als eerste Japanse auto de titel Auto van het Jaar behaalt. En voorruit: we noemen ook de tweezitter 100NX. Nu zetten modellen als de Juke, de GT-R, de Leaf en de Qashqai deze lijn onverminderd voort.

Autonoom rijden

Wat brengt Nissan in de toekomst? In ieder geval een compleet zelfrijdende auto die Nissan in 2020 gereed heeft. De Nederlander Maarten Sierhuis geeft leiding aan de ontwikkeling van deze Nissan-technologie. Ook elektrische aandrijving groeit komende jaren in belangrijke mate. “De Nissan van 2020 vindt zelf zijn weg vindt door het verkeer, verbindt zich met het energiesysteem van de gebruiker en stemt zich af op diens agenda”, aldus Nissan.

1966 – 1976 | Compact, zuinig en sportief

In de jaren zeventig bestaat de term B-segment nog niet, ook niet in Nederland. En toch… de Datsun 410 (Bluebird) is een compacte, praktische en zuinige allrounder. Daarmee is de auto – waarmee het merk zich aandient in Nederland – een perfect voorbeeld van het B-segment.

Oppama

De sympathiek ogende Datsun wordt aangedreven voor een 1.299 cc viercilindermotor in combinatie met een handbediende drieversnellingsbak. De fabriek in het Japanse Oppama bouwt het model als twee- en vierdeurs sedan en als stationwagen. Wereldwijd is de auto een groot succes: in 4 jaar tijd worden 1,3 miljoen stuks gebouwd.

Pininfarina

De productie van het model start in 1964 als Bluebird 410. Pininfarina is betrokken bij het ontwerp dat bijdraagt aan de Europese uitstraling. Nissan laat de auto maken om zich tijdens de Olympische Spelen van 1964 (Tokyo) te presenteren.

Sportieve auto voor gezinnen

In het najaar van 1967 toont Nissan de opvolger – de Datsun 510 – die leverbaar is vanaf 1968. Doel is een lichte, prettig rijdende en iets sportieve auto voor gezinnen te ontwikkelen. De lijnen van de klassieke sedan zijn strak, fris en helder. De combinatie van sportief en lichtvoetig rijplezier en praktische gebruiksmogelijkheden zorgen voor grote roem. In de Verenigde Staten doet de auto het goed op het circuit, in Australië verovert de Datsun een rallytitel.