“De BPM is ons een doorn in het oog”
Column Steven van Eijck, algemeen voorzitter RAI Vereniging
Onlangs werd ik benaderd voor de Vlaamse televisieomroep VRT om uit te leggen waar die prijsverschillen tussen Nederlandse en Belgische auto’s vandaan komen. Het is interessant om vast te stellen dat onze Belgische vrienden wat dat betreft toch weer voor een ‘wake-up’ call’ hebben gezorgd.
Zuiver
Want wat is er nu eigenlijk precies aan de hand? Van belang is om eerst even de verkoopontwikkelingen van beide landen goed in kaart te brengen. Dan valt direct op dat België met ‘slechts’ 11,35 miljoen inwoners vorig jaar 532.000 nieuwe personenauto’s heeft verkocht, terwijl Nederland met ruim 17 miljoen inwoners niet verder kwam dan 382.000 exemplaren. Ik geef toe dat dit beeld niet helemaal zuiver is, want de zogeheten parallelle import, zo’n 200.000 voertuigen, is in dat laatste cijfer niet meegenomen.
“Het wordt tijd om de BPM eens goed tegen het licht te houden.”
Slechte ontwikkeling
Maar hoe erg is het nu eigenlijk dat onze Zuiderburen meer auto’s verkopen dan wij? Om twee redenen is dat een slechte ontwikkeling. Het leidt tot een minder snelle verjonging van het Nederlandse wagenpark wat ongunstig is voor de voertuigveiligheid, de reductie van brandstofverbruik en emissiewaarden. Een deel van de parallelle import is namelijk niet nieuw. Én het is ongewenst dat auto’s niet via het reguliere kanaal, in casu de officiële merkdealer en de importeur, worden geleverd.
Geleidelijke afbouw van de BPM
Maar waarom zou de Belgische TV überhaupt in deze ontwikkeling zijn geïnteresseerd? Simpelweg omdat auto’s in hun land veel goedkoper zijn. Eén van de oorzaken die hiervoor is aan te wijzen betreft die vermaledijde BPM. Die aanschafbelasting is ons een doorn in het oog. Weliswaar heeft demissionair staatsecretaris Wiebes van Financiën, in overleg met ons, besloten tot een geleidelijke afbouw van de BPM, maar dat gaat lang niet snel genoeg
Mobiliteitsbelasting
Graag breng ik in dit verband nog even in herinnering dat de Nederlandse belastingopbrengsten uit mobiliteit jaarlijks 20 miljard euro bedragen, waarvan slechts 5 tot 7 miljard terugvloeit naar de burger in de vorm van infrastructuur. Met de rest houdt autorijdend Nederland drie departementen overeind. Slechts 1,5 miljard van die totale mobiliteitsbelasting betreft de BPM. En daarvoor gelden ook nog eens hoge inningskosten. Ook omwille van de versimpeling van het belastingstelsel, een grote wens van het komende kabinet, wordt het dus tijd om de BPM eens goed tegen het licht te houden. Op enig moment komt er dan een omslagpunt waarbij de overheid ‘pennywise and pound foolish’ is om die belasting nog te heffen.
“Kennissen en vrienden stellen mij na een bezoek aan het buitenland vaak de vraag waarom auto’s daar zoveel goedkoper zijn dan in Nederland.”
Onafhankelijk onderzoeksbureau
Toch slaag ik er niet in het relatief hoge volume aan parallel ingevoerde auto’s uitsluitend via de BPM te verklaren. Het gebeurt mij regelmatig dat kennissen en vrienden, die tijdens een vakantie in België, Duitsland, Frankrijk of Italië een showroom hebben bezocht, mij de vraag stellen waarom auto’s (excl. BPM) daar zoveel goedkoper zijn dan in Nederland. RAI Vereniging gaat daarom een onafhankelijk bureau inschakelen om dit uit te zoeken. Wat zijn de achterliggende oorzaken van de stijgende parallelimporten en de gevolgen voor onze leden en de automobilist? Dit is, dat wil ik graag benadrukken, in het belang van de consument. Die wil immers een nieuwe auto aanschaffen bij zijn of haar merkdealer voor niet te veel geld en voorzien van de nieuwste technieken. Uiteraard houd ik u op de hoogte over de uitkomsten van dit onderzoek. Maar voor het zo ver is ga ik eerst met veel trots een bezoek brengen aan de MobiliteitsRAI.