Autotest – BMW 318i
Driecilinder rijden als nooit tevoren
Door Nile van Leeuwen. Fanatieke autoliefhebber, gedreven autojournalist en ervaren tekstschrijver die zich druk maakt om alles op het gebied van mobiliteit. |
De driecilinder benzinemotor kennen we al decennia, maar in de BMW 318i ervaren we het als compleet nieuw. Nooit eerder voelde een driepitter zo verfijnd en energiek.
Huh, een BMW met drie cilinders?
We zijn de laatste jaren wel vaker positief verrast door kleine driecilindermotoren in grote modellen, maar toen BMW een 3-serie met driecilinder aankondigde, waren we toch een beetje sceptisch. Is deze auto niet te zwaar en “te premium” voor een driepitter? Bovendien heb je voor een paar duizend euro extra al een BMW 320i met een tweeliter viercilinder. Dus zit de veeleisende BMW-koper hier wel op te wachten?
Waarom geen zuinige viercilinder?
BMW zag geen heil meer in de 1,6-liter viercilinder uit de 316i. Die moest vervangen worden door een schonere motor met minstens zo veel vermogen. Een “geknepen” versie van de 2,0-liter TwinPower Turbo benzinemotor uit de BMW 320i leverde niet het gewenste resultaat.
In de zoektocht naar CO2-reductie kwamen de ingenieurs op een ander idee: ze pakten de viercilinder uit de 320i en hakten er (bijna letterlijk) een cilinder af. De 2,0-liter viercilinder met 184 pk en 290 Nm werd omgebouwd naar een 1,5-liter driecilinder met 136 pk en 220 Nm – precies 25% minder.
Toevallig of niet, de 1.5 TwinPower Turbo is net zo krachtig als de 1.6-motor die hij vervangt, terwijl het officiële brandstofverbruik en de CO2-uitstoot met 0,8 l/100 km en 15 gram/km gedaald zijn.
1.5 TwinPower Turbo
BMW doet het anders dan de rest, dat is duidelijk. Driecilindermotoren hebben in bijna alle gevallen een inhoud tussen 0,9 en 1,2 liter in combinatie met voorwielaandrijving.
Behalve de opmerkelijk grote cilinderinhoud is de 1.5 TwinPower Turbo in de BMW 3-serie ook nog eens in lengte geplaatst en drijft hij de achterwielen aan. Deze opstelling is één van de belangrijkste kenmerken van BMW, maar vrij ongebruikelijk in de wereld van de driecilinders. Tevens is het testexemplaar uitgerust met de optionele 8-trapsautomaat.
Energiek en comfortabel
De combinatie van motor, achterwielaandrijving en transmissie vind je nergens anders. Het verschil met andere driecilindermodellen is groot, maar ten opzicht van een andere 3-serie vrij klein. Je weet dat er een 1.5-motor onder de motorkap ligt en je hoort een typisch driecilinder roffeltje bij het starten. Verder merk je er niets van.
Deze motorisering verrast op alle fronten, al vanaf de eerste meters. Het gemak waarmee deze BMW 3-serie versnelt, is bijzonder. De krachtbron levert zijn maximale trekkracht al bij 1.250 tpm. Hij hoeft dus niet op gang te komen, hij reageert alert en wil er meteen vandoor. Komt ook door die fijne automaat van ZF die een handje meehelpt. En je hoeft het gaspedaal echt niet door de bodem te trappen om vlot met het verkeer mee te komen.
Wat vooral opvalt: het comfort is waanzinnig. De 318i is misschien wel de comfortabelste 3-serie van dit moment. Zó stil is hij. Niet alleen de motor, ook windgeruis en rolgeluiden zijn tot het minimum beperkt. Het onderstel is vrij neutraal en wat aan de zachte kant. Je kunt met de karakterknop op de middenconsole wel kiezen voor een sportievere setup (zoals bij elke BMW), maar ook dan voelt hij niet spijkerhard. De motor reageert dan wel feller op het gas en als je een keer stevig doortrapt, hoor je het onmiskenbare, snerpende aanzuiggeluid van een BMW zescilinder. En dat klinkt best lekker eerlijk gezegd.
1 op 15
Conclusie? De BMW 318i is een aanrader voor mensen die om allerlei redenen graag BMW rijden, maar niet per se behoeften hebben aan veel vermogen. Bovendien rij je op de snelweg moeiteloos 1 op 15 en hij is met een prijs vanaf 35.974 euro de voordeligste BMW 3-serie op de prijslijst. De versie met automatische transmissie is er vanaf 37.788 euro. Het prijsverschil ten opzichte van de BMW 320i bedraagt in beide gevallen ruim drie mille.