Duurtest

We horen het je denken: “Waarom zou je op een Belgisch circuit in de laadruimte van een bestelauto willen slapen?” Nou, de reden daarvoor is simpel. De testredacteur racet in zijn vrije tijd graag langeafstandsraces en doet daarbij diverse circuits in Nederland, Frankrijk en België aan. Tijdens zo’n langeafstandsrace (in dit geval 24 uur) dient er ook overnacht te worden.

Normaliter gebeurt dat in een koud tentje ergens in de paddock, maar de nieuwe Renault Trafic past de rol van rijdend hotel uitstekend. Behalve dat is een enkele reis van 300 kilometer een goed moment om de bestelauto eens écht aan de tand te voelen. Hoe zitten de stoelen bijvoorbeeld na zo’n reis?

LEES OOK: Autotest – Renault Master dCi 150 (2019)

Nieuw familiegezicht

Allereerst een kleine introductie van de Trafic. Terwijl Toyota, Peugeot, Citroën en Opel nieuwe bestelauto’s introduceren, geeft Renault de huidige Trafic – sinds 2014 op de markt – een facelift. Met nieuwe LED-koplampen, de aangepaste grille en het grote logo past de nieuwe Trafic weer bij het familiegezicht van Renault.

2,0-liter dCi-dieselmotor

Onderhuids veranderde er nog meer. De bestaande 1,6-liter dieselmotoren zijn bijna allemaal vervangen door een nieuwe 2,0-liter dCi-dieselmotor met 120, 145 of 170 pk, die uiteraard allemaal voldoen aan de Euro 6D-TEMP-uitstootnorm. Verder is de bestelauto voortaan verkrijgbaar met een zestraps automaat. Andere noviteiten zijn een nieuwe carrosseriekleur, fellere LED-verlichting en verbeterde kunststoffen in de cabine.

Vloerlengte 2,94 meter

Tot zover het persbericht, tijd om op pad te gaan. We rijden in de lange versie van de Trafic (L2H1) met enkele cabine. Met zijn vloerlengte van 2,94 meter is er meer dan genoeg ruimte voor twee pallets, of – in ons geval – een riante slaapplek. Onder de motorkap schuilt – uiteraard – de nieuwe dieselmotor die in ons geval 145 pk en 350 Nm koppel levert en gekoppeld is aan een handgeschakelde zesversnellingsbak.

LEES OOK: AutoRAI in Miniatuur: Renault Estafette Camping

Soepele vermogensafgifte

Bij het vertrek valt direct de soepele vermogensafgifte van de 2,0-liter dieselmotor op. De eerste versnelling is weliswaar vrij kort (vrij normaal in een bedrijfsauto), maar in de tweede versnelling schiet de Trafic vooruit. Gepaard met een lichte turbofluit kun je in de derde, vierde en vijfde versnelling stevig accelereren. De zesde versnelling benut je echt als ‘overdrive’.

Stabiel op hoge snelheden

Uiteraard heeft de Trafic nog steeds een vermogensreserve, maar de hoogste versnelling is vooral bedoeld om lekker te cruisen. Wat verder direct opvalt is de stabiliteit bij hoge snelheden. Onbeladen bestelauto’s hebben dankzij de stugge vering en/of starre achteras nog wel eens de neiging om te ‘stuiteren’. Bij de Trafic is daar absoluut geen sprake van. Zelfs bij snelheden van 130 en 140 km/u blijft de Franse ruimtereus keurig de juiste koers volgen.

Nadrukkelijk aanwezige verbruiksindicator

Met de Trafic kun je dus prima meedoen op de linkerbaan, maar dat heeft wel zijn consequenties. Tussen de kilometer- en toerenteller begint er namelijk een groen lampje angstvallig snel rood te worden. Hoezeer je het ook probeert te negeren, het lampje blijft toch de aandacht trekken, wat is het precies? Allereerst dachten wij dat het te maken had met de dagrijverlichting die brandt, maar al snel blijkt dat het een verbruiksindicator is.

LEES OOK: Wist je dat: de Renault 4 is rechts langer dan links

Hoe groener, hoe beter

Hoe soepeler je omspringt met het gaspedaal en de versnellingsbak, des te groener het lampje wordt. En het lampje verandert sneller van kleur dan je denkt. Een tussenacceleratie in de zesde versnelling resulteert al snel in een geel lampje. Sommigen vinden het misschien hinderlijk, maar wij moeten toegeven dat het op den duur een sport wordt om het lampje altijd op groen te krijgen.

R-Link-infotainmentsysteem

Wie vervolgens echt wilt weten of hij zuinig heeft gereden kan in het R-Link infotainmentsysteem de verbruiksmonitor bekijken die je rijstijl beloond met een cijfer. En je raadt het al, ook dat wordt een sport. Uiteindelijk weten we een verbruik van 1 op 20 te realiseren.

Vlot parkeren

Eenmaal in Spa aangekomen is het een drukte van jewelste. Raceauto’s en vrachtwagens staan dwars door elkaar geparkeerd. Gelukkig heeft de Trafic twee dodehoekspiegels in de buitenspiegels en een handige dodehoekspiegel in de zonneklep van de bijrijder. Dankzij de hooggeplaatste achteruitrijcamera en parkeersensoren in de achterbumper parkeren we de Trafic vlot onder een overkapping in de paddock.

Slaap lekker

Tijd om ons rijdend hotel aan te kleden. Via de schuifdeur rechts en de twee losse achterdeuren kunnen we gemakkelijk een matras, slaapzak en kledingtas kwijt. Dan nog blijkt er genoeg ruimte over te zijn voor een set banden en wat gereedschap, altijd handig. Rest alleen nog de ventilatie.

Tot 4,1 meter vervoeren

De Trafic heeft nergens een ventilatieschacht, maar gelukkig is er een oplossing. In de tussenwand bevindt zich een metalen klep die dankzij een kleine magneet open blijft staan. Daardoor kun je normaliter voorwerpen tot 4,1 meter lang vervoeren. Vervolgens openen we de zijruiten, klappen we in de cabine de passagiersstoel naar voren en voila: genoeg ventilatie voor een gehele nacht.

Een solide speler

Ondanks dat de zijruiten geopend zijn, moet er gezegd worden dat de Trafic verrassend stil is. De zijwanden en het tussenschot dempen buitengeluiden nauwkeurig en dankzij het ontbreken van zijruiten is het aardedonker binnen. Kortom, de Trafic is prima om in te overnachten, maar het is bovenal nog steeds een goede bedrijfsauto. De stabiele wegligging geeft je vertrouwen en de nieuwe krachtbron is lekker zuinig. Het is misschien niet een van de jongste in het segment, maar dankzij de noviteiten nog steeds een solide speler.