Auto’s van toen: Porsche 356
Sportieve nazaat van de Volkswagen Kever is zeventig jaar
Door Paul Spek. Als (model)autoliefhebber schrijft hij wekelijks de rubrieken AutoRAI in Miniatuur en Auto’s van Toen. Rijdt een smart citycoupé en een Ford Streetka. |
De Porsche 356 was in 1948 de eerste auto die Porsche op de markt bracht. De oudste modellen zijn dit jaar dus zeventig jaar oud.
Advies- en ontwerpbureau
Ferdinand Porsche richtte in 1931 zijn advies- en ontwerpbureau voor motoren en voertuigen op. Hij werkte voor onder meer fabrikanten als Wanderer, Zündapp en NSU. In 1934 werd het bureau van Porsche betrokken bij de ontwikkeling van de Volkswagen.
“Porsche leunde voor de ontwikkeling van zijn eerste complete auto, de 356 dus, op de hardware van Volkswagen”
Banden met Volkswagen
Het is dus logisch dat Porsches zoon Ferry, die de leiding had over de ontwikkeling van Porsches eerste complete auto, de 356 dus, leunde op de hardware van Volkswagen. Porsche gebruikte het onderstel en de luchtgekoelde boxermotor van de Kever. De carrosserie werd ontworpen door Erwin Komenda, die ook de body van de Volkswagen had ontworpen.
Oostenrijk
De eerste vijftig Porsches 356 werden in het Oostenrijkse Gmünd gebouwd – Porsche had zijn bedrijf tijdens de oorlog naar Oostenrijk verhuisd. Op het onderstel van de Kever werden de auto’s uit aluminium opgebouwd en aangedreven door de 1,1-liter Volkswagen-motor met een vermogen van slechts 29 kW (40 pk). Ook de besturing, de remmen en de wielophangingen – achter met pendelassen – waren afkomstig van de Volkswagen.
“De eerste vijftig Porsches werden in het Oostenrijkse Gmünd gebouwd, op het onderstel van de Kever en met een aluminium carrosserie; de 1,1-litermotor had slechts 29 kW (40 pk)”
Steeds verder ontwikkeld
In 1950 verhuisde Porsche zijn bedrijf terug naar Stuttgart-Zuffenhausen in Duitsland. De productie van de 356 ging mee en vanaf dan werd de 356 ook van staal gebouwd. In de loop van de productieperiode voorzag Porsche de 356 van steeds sterkere 1,3-, 1,5-, 1,6- en uiteindelijk 2,0-litermotoren die het zelf ontwikkelde. De ontwikkeling van de 356 ging steeds verder. De 356 werd in 1955 de 356A, en in 1959 de 356B en in 1963 de 356C.
356
De oer-356 is direct herkenbaar aan de gedeelde voorruit en was leverbaar als coupé en als cabriolet. Een Porsche-logo ontbrak omdat dat er tot 1952 nog niet wás. Vanaf 1952 voorzag Porsche de 356 van een voorruit uit één stuk, maar die had wel een knik in het midden waar voorheen de middenstijl zat. Voorin zat je op een bank, aparte stoelen waren optioneel.
“De 356 werd in 1955 de 356A, en in 1959 de 356B en in 1963 de 356C”
356A
De tweede serie van de 356 was er zowel als coupé en cabrio, maar ook al Speedster. Er was keuze uit maar liefst vijf motoren, met vermogens van 32 tot 74 kW (44 tot 100 pk). De voorruit was nu gemaakt uit gebogen, gehard glas en de bovenkant van het dashboard was bekleed. Vanaf 1958 was de 356A er ook als Hardtop-Cabriolet met een afneembare hardtop. De sportieve Carrera-versies waren voorzien van een motor met dubbele bovenliggende nokkenassen.
“De oer-356 is direct herkenbaar aan de gedeelde voorruit; een Porsche-logo ontbrak omdat dat er tot 1952 nog niet wás”
356B
In 1959 verscheen de ingrijpend vernieuwde 356B. De carrosserie was aangepast en oogde eleganter, de koplampen en de bumpers waren hoger geplaatst en de inzittenden konden de portierruiten met een slinger omlaag en omhoog doen.
356C
De 356C van 1963 lijkt veel op zijn voorganger, maar staat op andere wielen, met wieldoppen zonder Porsche-logo. Die andere wielen waren noodzakelijk omdat de auto nu was voorzien van schijfremmen rondom. In 1965 stopte de productie van de 356. De oer-Porsche werd opgevolgd door de 911-912. Porsche heeft ruim 76.300 exemplaren van de 356 gebouwd, in vier modelseries.