10 rare fratsen van auto’s
Alle gekheid op een stokje
Door Wouter Vastenhout. Liefhebber van Italiaanse en Japanse merken. En van Mercedes. Rijdt een SLK 230 uit 1997 en een MX-5 uit 1995. En er staat ook een Fiat Stilo Abarth 5M17 met bouwjaar 2007 voor de deur. Keuzes, keuzes. |
De Citroën C4 Cactus verloor zijn kenmerkende airbumps. De opvallende luchtkussentjes op de portieren moesten het veld ruimen. Zoiets is niet nieuw in autoland. Hier zijn 10 andere eigenaardigheden van auto’s die nu vaak in geen velden of wegen meer te bekennen zijn. Mag jij bepalen of dat jammer is of niet.
1 – Portieren die in dorpels verdwijnen
Klinkt als een spannend mysterie. De BMW Z1 heeft ze echter. BMW onthult de roadster in september 1987. Meest opvallend zijn de portieren die verticaal naar beneden schuiven wanneer ze geopend zijn. Het mooie is dat je zo gewoon de weg op mag. Het ultieme cabriogevoel zogezegd. Een nadeeltje is er ook. Om weg te kunnen rijden moet je eerst over een behoorlijk hoge dorpel stappen. De verdwijnende portieren zijn zover wij weten nooit meer gezien.
2 – Twee verschillende buitenspiegels
Op een gegeven moment bedenkt Volkswagen dat een kleinere rechter buitenspiegel superhandig is. De Golf 4 heeft hem bijvoorbeeld. Maar ook de Passat uit eind jaren negentig. Sommige Audi’s ook trouwens, zoals de A4 uit diezelfde tijd. Mercedes vindt het idee wel aardig en zet twee buitenspiegels van verschillende grootte op bijvoorbeeld de E-Klasse, type W124. Volkswagen heeft vast wel verteld waarom het zo handig is, maar eerlijk gezegd zijn we dat vergeten. Net als de rest van de wereld.
3 – Vierkant stuurwiel
Eentje uit de oude doos: de Austin Allegro uit 1973. Het stuurwiel is vierkant. Nou ja, bijna dan, want het heeft wel afgeronde hoeken. Ziet er best raar uit. Dat vinden consumenten blijkbaar ook, want de latere versies van de Allegro hebben gewoon weer een rond stuurwiel. Sowieso een eigenaardig wagentje, die Allegro. Hij ziet eruit als een hatchback maar heeft een sedanklepje achter. Volgens Wikipedia kom je hem op Nieuw-Zeeland nog regelmatig tegen. Dat is gelukkig een eind weg.
4 – Gefixeerde stuurnaaf
We blijven even bij de stuurtjes. En komen terug bij Citroën (ja, je bent een eigenzinnig merk of niet). De eerste generatie C4 uit 2004. Die heeft een stuur (uiteraard), maar het enige wat draait is de rand hiervan. Het midden zit vast. Op zich wel handig want de auto komt uit de tijd dat bediening op het stuurwiel helemaal ’the bomb’ was (hippe term uit diezelfde tijd). De relatief grote hoeveelheid knopjes blijft dus keurig op zijn plaats, hoe hard je ook aan het stuur zwengelt.
5 – Kijk mama, zonder B-stijl
Deze auto is nog in productie: de Ford B-Max. Opmerkelijk is dat de auto geen B-stijl heeft. Daardoor stap je volgens Ford achterin extra gemakkelijk in. Het biedt ook een wijds uitzicht lezen we op de Ford-site, maar daarvoor gaan we wel naar Groenland. (Nee, niet naar Nieuw-Zeeland, vanwege de eerder genoemde Allegro). Die extra gemakkelijk instap klopt overigens wel. Best snugger dus van Ford. Maar vooralsnog blijft het bij de B-Max.
6 – Wat ben ik?
De Skoda Superb uit 2008 doet een spelletje met je. De auto is uitgerust met een zogeheten ‘Twindoor’. Twee deuren denk je wellicht en daar is niks geks aan, maar nee, het gaat om de achterkant. Die kun je als een sedan openen (waarbij de achterruit dus op zijn plaats blijft) of als een hatchback (waarbij de achterruit mee omhoog gaat). In het eerste geval hebben de mensen op de achterbank geen last van wind als jij je boodschappen inlaadt. In het andere geval is de laadopening groter zodat jij diezelfde boodschappen gemakkelijker in kunt laden. Wij zouden het wel weten.
7 – Drie portieren
Hyundai heeft hem nog, maar niet in Nederland: de Veloster. Coole naam, coole auto. Want sportief en lekker eigenzinnig gelijnd. We like! Meest bijzonder is dat de auto drie portieren heeft. Aan de bestuurderskant één en aan de passagierskant twee. Waarom? Omdat je dan in ieder geval aan de bestuurderskant gemakkelijk op de achterbank komt. Extra praktisch. En dat is voor een coupé best bijzonder.
8 – Voor wie de tel kwijtraakt
In 2008 introduceert Mini de Mini Cabrio met de ‘Always-Open Timer’. Hieraan kun je aflezen hoe lang je met het dak open hebt gereden. Waarom je dat zou willen weten, vertelt Mini er niet bij. We hebben het gecheckt, maar ook de nieuwe Mini Cabrio is leverbaar met het foefje. Kost 170 euro. Ook hier zouden wij het wel weten.
9 – Wissers aan de binnenkant van de ruit
Wat ons betreft een prachtig gelijnde sedan: de Lancia Flaminia uit de jaren vijftig. Wat meteen opvalt, zijn de twee kleine wissers op de achterruit. Niet alleen aan de buitenkant, maar ook aan de binnenzijde! Omdat de achterruit vanbinnen nog wel eens wil beslaan. En dan ga je in een luxe auto als de Flaminia natuurlijk niet zelf met een doekje aan de gang. Echter, in het aangename Italiaanse klimaat heb je niet snel last van beslagen ruiten. Dus de volgende serie had ze niet meer.
10 – In het midden
Helemaal begrepen hebben we het eigenlijk nooit: het instrumentarium in het midden van het dashboard. Zoals bij de Lancia Ypsilon. En de eerste generatie Renault Twingo. Of de Citroën C8 (daar is het merk weer). Waarom zou je immers schuin naar voren willen kijken als dat ook recht naar voren kan. Je komt het dan ook nog maar zelden tegen. Het staat wel lekker eigenwijs. Daar houden we dan ook wel weer van.
Lees ook: 12 bizarre verkeersregels die je niet snel vergeet