10 legendarische quotes van karaktervolle automannen
Wijsheid van grote namen uit de autowereld
De autowereld kent diverse grote persoonlijkheden. Veelal wijze heren met een visie en kennis van zaken. Niet alleen oprichters van merken, maar ook coureurs en CEO’s. Deze tien uitspraken hebben eeuwigheidswaarde en zijn bijgeschreven in de autogeschiedenisboeken.
1: Colin Chapman
“Simplify, then add lightness” – Colin Chapman (Lotus)
Colin Chapman (foto: links) richtte Lotus op in 1952. Zijn lichtgewicht raceauto’s blonken decennialang uit op het gebied van wegligging, dankzij hun eenvoudige, lichte constructie. Vandaar “Maak het simpel, en maak het dan nog lichter”. Chapman was obsessief als het om gewicht ging. Onderdelen van zijn Formule 1-auto’s hoefden bijvoorbeeld maar één race heel te blijven; als ze langer meegingen, waren ze te zwaar en werden voor de volgende race lichtere onderdelen gemaakt. Het maakte zijn racers – en zijn coureurs – snel maar kwetsbaar.
2: Enzo Ferrari
“Aerodynamica is voor mensen die geen motoren kunnen bouwen” – Enzo Ferrari
Enzo Ferrari wist het altijd beter – en hij was nog succesvol ook. Ferrari was vooral een motorenman. Hij liet voor de racerij de prachtigste, krachtigste motoren ontwikkelen, maar besteedde veel minder aandacht aan bijvoorbeeld de stroomlijn. Toen hij in 1960 door een coureur werd gevraagd waarom zijn auto op Le Mans niet harder wilde en of dat misschien door de steile voorruit kwam, wees hij die suggestie af. Dat kon hij zich permitteren omdat zijn auto’s sowieso veel sterker en sneller waren dan de andere. Eigenlijk was Ferrari de tegenpool van Chapman…
3: Henry Ford
“Any customer can have a car painted any colour that he wants so long as it is black” – Henry Ford
Elke kleur is mogelijk, als het maar zwart is – waarschijnlijk maakte de eigengereide Henry Ford deze opmerking in 1909 als ‘grapje’ tegen zijn verkoopstaf. De verkopers dachten de zeer succesvolle Model T nóg succesvoller te kunnen maken als er maar meer varianten zouden zijn. Ford was het daar dus niet mee eens. De Model T was overigens van 1909 tot 1926 inderdaad alleen in zwart leverbaar: om de productiesnelheid op te schroeven om aan de vraag te voldoen en om de kosten te drukken, gebruikte Ford sneldrogende lak en die was er alleen in zwart.
4: Sakichi Toyoda
“Niets is onmogelijk. Als je iets niet kunt maken, dan heb je niet genoeg je best gedaan” – Sakichi Toyoda (Toyota)
Toyoda – ‘koning van de Japanse uitvinders’ – hield er als kind niet van om anderen vragen te stellen. Hij vond liever zelf de antwoorden en was zeer vasthoudend. Hij wilde al vroeg in zijn jeugd uitvinder worden en op 25-jarige leeftijd had hij een fabriek van weefgetouwen die hij zelf had ontwikkeld. Maar hij bleef altijd bezig met uitvinden. Uiteindelijk had hij wereldwijd succes met zijn weefmachines, werd industrieel en richtte het automerk Toyota op.
5: Colin McRae
“Straight roads are for fast cars, turns are for fast drivers” – Colin McRae (rallycoureur)
McRae was een van de succesvolste Britse rallycoureurs in het WRC-wereldkampioen in 1995 met Subaru. De Schot stond bekend als snel maar wild en crashte – zeker in het begin van zijn rallycarrière – frequent. Maar zoals het een rallycoureur betaamt, ging zijn voorkeur natuurlijk uit naar bochtige trajecten: “Rechte wegen zijn voor snelle auto’s, bochten zijn voor snelle rijders.” McRae overleed in 2007 – op 39-jarige leeftijd – in een helicoptercrash.
6: Juan Manuel Fangio
“Racen op een circuit maakt me niet bang. Wat me wel bang maakt is als ik op de openbare weg word ingehaald door een idioot die denkt dat hij Fangio is” – Juan Manuel Fangio (vijfvoudig wereldkampioen F1)
De Argentijn Fangio was voor de Tweede Wereldoorlog al een succesvol coureur in Zuid-Amerika. In 1947 kwam hij op 36-jarige leeftijd naar Europa. Hij werd in 1951 wereldkampioen met Alfa Romeo, in 1954 en 1955 met Mercedes-Benz, in 1956 met Ferrari en in 1957 met Maserati. Hij was dus wel wat gewend, maar racen op het circuit is heel wat anders dan deelnemen aan het ‘gewone verkeer’.
7: Ferdinand Porsche
“Ik kon de sportauto van mijn dromen niet vinden, daarom heb ik hem zelf gebouwd” – Ferdinand Porsche
Ferdinand Porsche is niet alleen bekend van zijn automerk. Voordat hij dat oprichtte, werkte hij voor diverse motor- en autofabrikanten en in de Tweede Wereldoorlog voor het Duitse leger. Porsche stond met zijn Lohner-Porsche (in 1901) aan de wieg van de hybrideauto. In 1931 richtte hij een ingenieursbureau op en na de oorlog ontwikkelde Porsche de 356, de sportauto van zijn dromen die hij niet kon vinden.
8: Ferruccio Lamborghini
“Ferrari sprak nooit meer met me. Hij was een grote persoonlijkheid, maar werd snel boos” – Ferruccio Lamborghini
Tractorfabrikant Lamborghini bracht zijn Ferrari 250 GT voor een onderhoudsbeurt naar Ferrari’s hoofdkwartier in Maranello. Hij had ontdekt dat zijn sportauto was voorzien van dezelfde koppeling als de tractoren die hij zelf produceerde, wees Enzo Ferrari daarop en vroeg een andere koppeling. Ferrari vatte dat slecht op en beledigde Lamborghini: “Je bent een simpele tractorfabrikant, wat weet jij van nou van sportauto’s?” Lamborghini besloot daarop zélf een sportauto te ontwikkelen en binnen vier maanden presenteerde hij de Lamborhini 350 GTV – zónder motor… Zo ontstond een roemrucht sportautomerk.
9: David Brown
“Get a good man and let him get on with it. If he is no good, get another man. But if he is good, support him.” – David Brown, destijds eigenaar van Aston Martin.
Industrieel David Brown nam in 1947 het zieltogende Aston Martin over en sindsdien beginnen de typenummers van Aston Martins met DB. Brown bezat meerdere bedrijven en hield van het goede leven. Daarbij kwam zijn managementfilosofie dus goed van pas: “Laat de juiste man de klus klaren. Als hij niet goed is, zoek je een ander. Maar als hij het goed doet, moet je hem steunen.” Brown maakte zo tijd voor onder meer zijn renpaarden, jagen, zijn luxe jacht, vliegen en autosport… In 1972 verkocht Brown Aston Martin en zijn tractorfabriek. Maar ook nu nog sieren zijn initialen nieuwe Aston Martins.
10: Horacio Pagani
“Ik heb nooit voor het geld gewerkt. Het ging mij om de passie en om te maken wat ik zelf mooi vind” – Horacio Pagani
De Argentijn Horacio Pagani is de oprichter van het gelijknamige sportautomerk. De zestiger was al op zijn twintigste bezig met sportauto’s en autosport en via zijn contacten met Juan Manuel Fangio kwam hij bij Lamborghini terecht. Daar werkte hij mee aan onder meer de LMA, de Jalpa en de Countach Evoluzione. In 1988 richtte hij zijn eigen bedrijf op (Pagani Automobili) en in 1992 begon Horacio aan de ontwikkeling van zijn eigen supersportauto, de Zonda. Tegenwoordig bouwt Pagani de Huayra. Je kunt kennelijk goed leven van pure passie.