Review – BMW M440i xDrive Gran Coupé (2022)
Wolf in schaapskleren
Voor een nieuwe M4 vraagt BMW 124.000 euro. Dat is toch even slikken. Aan de M4 Competition die wij vorig jaar reden hing zelfs een prijskaartje van liefs 174.000 euro. Voor bijna een ton minder rij je een BMW M440i. Die heeft ook een heerlijke zes-in-lijn onder de motorkap liggen, goed voor 374 pk. Niets om je voor te schamen, toch? Bovendien is de M440i dankzij vijf deuren en een flinke bagageruimte een stuk praktischer. Is dit de 4 Serie die je moet hebben?
Voor ieder wat wils
De nieuwe BMW 4 Serie is er in allerlei smaken: Coupé, Cabrio, Gran Coupé en voor de liefhebber is er de M4. En laten we de volledig elektrische i4 ook niet vergeten natuurlijk. Die is in een rechte lijn net zo snel als een M4. De elektrische BMW lijkt het meest op de Gran Coupé die wij testen. Je hebt haast een vergrootglas nodig om de verschillen tussen de twee modellen te vinden. Beide modellen hebben een aflopende daklijn, vier portieren en een grote achterklep. Ze hebben zelfs allebei geïntegreerde deurgrepen, terwijl een 4 Serie Coupé dat niet heeft.
Lekker praktisch
De BMW 4 Serie Gran Coupé is met een lengte van 4,78 meter 14 centimeter langer dan zijn voorganger. De wielbasis is 2,86 meter. Dankzij een grote achterklep kun je eenvoudig twee golfsets achterin gooien of een flink aantal koffers. Er is namelijk ruimte voor 470 liter bagage. De achterbank kan uiteraard naar beneden, waardoor je tot 1.290 liter kwijt kunt achterin.
BMW Curved Display
Het grote verschil tussen de Gran Coupé en i4 kom je tegen zodra je instapt. De i4 heeft het grote BMW Curved Display op het dashboard staan — een opvallend langgerekt scherm — de Gran Coupé heeft dat gek genoeg niet. In de Gran Coupé zit het dashboard dat we kennen uit de Cabrio, Coupé en 3 Serie. Minder fraai is het niet, maar het oogt minder futuristisch dan het interieur van de i4. De gebruikte materialen en de afwerking is verder van hetzelfde niveau als in de i4. Hoog dus.
Viercilinder
De Gran Coupé is er vanaf 56.101 euro. Je krijgt dan de 420iA met een 184 pk sterke viercilinder onder de motorkap. Een 245 pk sterke 430iA is ook leverbaar, evenals twee dieselvarianten, met 190 en 286 pk. Ook hier gaat het om viercilinders. De enige versie met een zescilinder is de M440i. Het is voor het eerst dat er een M Performance-versie is van de 4 Serie Gran Coupé. Wij testen hem met xDrive, oftewel vierwielaandrijving.
De 3,0-liter zes-in-lijn produceert 374 pk en een stevige 500 Nm. Een 48 volt startergenerator zorgt voor een elektrische boost van 11 pk. Daar merk je weinig van, maar tijdens het optrekken geeft hij een klein duwtje in de rug. Het drukt de CO2-uitstoot een beetje en dat is goed voor je portemonnee, want het drukt tevens de aanschafprijs. Want hoe lager de CO2-uitstoot, hoe minder je aan de belastingdienst hoeft te betalen. In het geval van de M440i gaat er alsnog bijna 14.000 mille direct naar de staatskas. De overheid vindt een potente zescilinder nou eenmaal overbodige en vervuilende luxe. Een M440i is er daardoor vanaf 82.653 euro. Met xDrive ben je minimaal 88.778 euro kwijt (17.309 euro BPM).
Hoe klinkt dat?
Machtig! Natuurlijk, een M4 klinkt brutaler, maar de diepe herkenbare zes-in-lijn grom is duidelijk aanwezig. De prestaties liegen er ook niet om. De 0-100-sprint duurt slechts 4,7 seconden. De topsnelheid is uiteraard begrensd op 250 km/u. Schakelen gaat altijd via een Steptronic Sport-automaat met acht verzetten. In de Sport-stand gaat het schakelen gepaard met flinke klappen uit de uitlaat. We vragen ons bijna af waarom je nog een M4 zou willen?
Scherp onderstel
In de bochten maakt hij namelijk ook indruk. Het xDrive-systeem zorgt voor oneindig veel grip. Althans, zo lijkt het. Je moet het wel heel gek maken op de openbare weg voordat je de controle dreigt te verliezen. Dat hij slechts 10 kilogram meer weegt de een M4 helpt ook. Niet dat het een lichtgewicht is hoor. Verre van. Met 1.740 kilogram schoon aan de haak ben je met behoorlijk wat gewicht bezig. Toch blijft het kleine gewichtsverschil tussen de M4 – een hardcore sportmachine – en de M440i wel opvallend.
Eco
Een Eco-modus heeft de BMW ook. We schakelen het af en toe in, als we op de snelweg langs een Shell-tankstation rijden. 2,75 euro voor een litertje Euro98 doet toch wat met een mens. Zelfs met een petrolhead. In de Eco-modus wordt het stil in het interieur. De zes-in-lijn gaat braaf liggen en werkt op een zo’n laag mogelijk toerental. Op de snelweg gaat dat prima, maar op andere plekken irriteert de trage gasrespons.
Comfortabel
De Comfort-stand, ofwel de ‘middelste stand’, is de beste stand voor dagelijks gebruik. De auto is dan volledig in balans en blijkt een uitstekende kilometervreter. De Sport-stand is leuk voor het weekend, maar niet voor dagelijks gebruik. Hij hangt dan zoveel aan het gas, dat bestuurders om je heen het idee krijgen dat je een wedstrijdje probeert uit te lokken.
Zo comfortabel als een 5- of 7 Serie wordt het in de sportieve 4 Serie nooit, daar is hij te hard geveerd voor. Maar op de snelweg is hij in de Comfort-stand koersvast en vangt hij alle oneffenheden in de weg moeiteloos op. De sportstoelen zijn wat aan de harde kant, maar je kunt ze perfect op je lichaam afstellen, waardoor je er toch urenlang in kunt zitten. Probeer dat maar eens in een M4 met carbon kuipstoelen. Zelfs de hoofdsteun kun je in de M440i via een knopje automatisch verstellen.
Conclusie
De BMW M440i is dé versie die je moet hebben als je doordeweeks veel op de weg zit voor je werk, maar in het weekend graag de bloemetjes wil buitenzetten. Een M4 als dagelijks vervoer is voor veel mensen a bit much en een 4 Serie met viercilinder is het ook nét niet voor sportieve rijders. Al is een 245 pk sterke 430iA door een lichte viercilinder in de neus ook behoorlijk leuk om te rijden…