In 2017 introduceerde Lexus de LC, een auto die twee modellen tegelijk opvolgt. In directe zin is de auto de opvolger van de iets lager gepositioneerde SC, die vooral op de VS was gericht en hier in Europa een bescheiden rol speelde. In zekere zin volgt de LC ook supercar LFA op. Dat is vooral in die zin dat de LC het nieuwe sportieve topmodel is van het merk en ook het design van de LC is in enige mate op de LFA geïnspireerd.
Hybridetechniek
De LC deelt zijn platform en een groot deel van de techniek met de luxe LS. Daarbij hoort ook een hybride-uitvoering, die het meest interessant is voor de Nederlandse markt. De hybridetechniek met twee elektromotoren zorgt samen met de 3.5-liter V6 voor een gecombineerd vermogen van 354 pk. In de niet-hybride LC500 ligt een 5.0-liter V8 met 470 pk.
Schakelsimulatie
Een andere bijzonderheid is dat men in de in principe traploze CVT-transmissie juist verzetten heeft ingebouwd, om zo het gevoel van schakelen en de daarbij horende acceleratie te simuleren. Zo voelt de auto nog sportiever aan, is het idee. In totaal zijn er maar liefst tien versnellingen. Drie mechanische, die elk nog weer zijn onderverdeeld in drie ‘kunstmatige’ verzetten, plus een overdrive.
Vlinderkleuren
De Lexus LC, die trouwens in het Louwman Museum in Den Haag zijn werelddebuut maakte, heeft iets met kleuren zo lijkt het. Zo is er de gele Flare Yellow Edition, met uiteraard een gele lak en interieuraankleding in dezelfde kleur. Ook is er de Structural Blue Edition, waarvan de blauwe lakkleur is geïnspireerd op de morpho menelaus-vlinder die dus net zo felblauw is.
Cabriolet
In 2020 kwam ook de Convertible-uitvoering naar Nederland. Die is technisch vrijwel identiek aan de gesloten versie, maar wordt alleen als niet-hybride geleverd. Door de constructie voor het te openen dak is er namelijk geen ruimte meer voor de hybridetechniek.